'Parlementen moeten meer samenwerken in EU'
Het Nederlandse parlement kan meer grip krijgen op de besluitvorming in de Europese Unie als het meer zou samenwerken met andere nationale parlementen en met het Europees Parlement. Dat stelt VVD-Tweede Kamerlid René Leegte in een rapport dat hij vandaag overhandigde aan Tweede Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg.
De nationale en Europese parlementen zijn namelijk vaak gelijktijdig met dezelfde onderwerpen bezig. Door elkaar in een vroeg stadium te informeren, bijeenkomsten te organiseren en samen op te trekken, kunnen de volksvertegenwoordigers van de 28 lidstaten meer invloed uitoefenen op het Brussels beleid.
René Leegte kreeg eind 2013 de opdracht van de Tweede Kamer om dit te onderzoeken. Doel is om de kiezers in Nederland en de andere lidstaten beter te vertegenwoordigen in Brussel. 'Nu loopt alles via ministers, die erover vergaderen in Europese raden, maar de Kamer zou ook rapporteurs uit het Europees Parlement moeten uitnodigen. Zo weten wij als volksvertegenwoordigers eerder en beter wat er speelt en kunnen we coalities vormen met andere parlementen', aldus Leegte.
Leegte pleit er onder meer voor dat de Kamer zich nu al voorbereidt op het voorzitterschap dat Nederland in 2016 tijdelijk zal bekleden en daarvoor onderwerpen aandraagt. Ook moet de informatie op de Brusselse agenda duidelijker worden.
De VVD'er vindt dat nieuw beleid niet altijd aan de Europese Commissie, het dagelijks bestuur van de EU, moet worden overgelaten. Ook de parlementen zelf kunnen volgens hem plannen ontwikkelen en naar voren brengen. 'De Europese Commissie heeft misschien wel het recht van initiatief, maar niet het monopolie op goede ideeën', aldus Leegte. Ook de parlementen zelf kunnen volgens hem plannen ontwikkelen en als ze die samen naar voren brengen, kan de commissie er eigenlijk niet omheen. 'Het gaat me om een beter Brussel, niet om minder Brussel', aldus Leegte.