Parijs en Afrika nog even innig?
françafrique | Frankrijk en zijn Afrikaanse ex-koloniën zullen elkaar dit weekeinde als vanouds de liefde verklaren. Toch zijn er barsten in de neokoloniale relatie.
Alexis Gbanse Douade heeft een Ivoriaanse achternaam. Maar hij spreekt die uit op z'n Frans: Bansé Douadé.
"Ik denk ook in het Frans", zegt de 43-jarige Ivoriaans-Nederlandse journalist en oprichter van nieuwssite Connectionivorienne. "Ik ben in het Frans geschoold, ik keek naar Franse tv, ik volgde de Franse voetbalcompetitie, ging naar de Franse katholieke kerk. Frans is mijn eerste taal. Onze Ivoriaanse moedertalen zijn geografisch beperkt en worden niet geschreven. Het Frans is wat ons bindt."
Ook de Kameroens-Nederlandse Marina Diboma (33) is met Frankrijk geïnjecteerd. "Ik weet meer van de Franse en Europese geschiedenis dan van de Kameroense of Afrikaanse. Op school moest driekwart van mijn leeslijst Frans zijn. Wat meer betekent dan alleen Franse invloed op onze identiteit en culturele vorming; Afrika is voor Franse literatuur een belangrijke afzetmarkt is. Het past in een groter economisch verhaal."
Bijna zestig jaar na het begin van de onafhankelijkheidsgolf drukt Frankrijk nog een flink stempel op de Afrikaanse ex-koloniën. Vandaag en morgen wordt dat benadrukt tijdens de 27ste Frankrijk-Afrikatop in de Malinese hoofdstad Bamako met zo'n veertig Afrikaanse leiders, de Franse president François Hollande en andere hoogwaardigheidsbekleders uit Parijs. Bamako, dat flink is opgepoetst voor de 2500 gasten, wil na meerdere terreuraanvallen het onveilige imago afschudden. Parijs wil met de conferentietitel 'Partnerschap, vrede en opkomst', benadrukken dat 'Françafrique' echt wel voorbij is.
Een term die nog springlevend is, maar het Elysée steeds meer in de weg staat. Hij staat voor de door corruptie en cliëntelisme omgeven ongelijkwaardige banden tussen Parijs en Afrikaanse landen. Françafrique roept een onfris beeld op van Afrikaanse langregeerders die, in ruil voor politieke bescherming en militaire steun, Frankrijk ruim baan geven om zijn economische belangen in Afrika veilig te stellen.
"Afrikaanse leiders 'betalen' de Franse steun terug door contracten te geven aan Franse bedrijven", zegt Diboma, die als manager private sector bij de Netherlands-Africa Business Council handel tussen Nederlandse en Afrikaanse bedrijven stimuleert. "Eerlijke concurrentie wordt zo gedwarsboomd. Hoewel Franse bedrijven ook werkgelegenheid creëren, draagt het systeem niet bij aan een vrije markt en democratie. Welvaart en macht blijven binnen de elite."
Journalist Gbanse: "De Franse militaire aanwezigheid met vaste legerbases overal in Afrika (Djibouti, Senegal, Ivoorkust, Gabon, red.) is ook onderdeel van Françafrique. Pure bezetting eigenlijk." Naast de anti-terreuroperatie Barkhane, actief in vijf Sahellanden, en militaire operaties in Mali en de Centraal-Afrikaanse Repbliek. "De Britten zie je niet zo militair aanwezig in hun voormalige Afrikaanse gebieden."
Een andere koloniale erfenis is de munteenheid de franc cfa. Die houdt de banden met Frankrijk warm, maar is nadelig voor de gemiddelde Francofone Afrikaan, zegt Gbanse. De Franc de la Communauté Françaises d'Afrique (frank van de Franstalige gemeenschap van Afrika), wordt in vijftien West- en Centraal-Afrikaanse landen gehanteerd en is gekoppeld aan de euro, voorheen aan de franc.
Gbanse: "Zo'n dure munt is slecht voor de concurrentiepositie van relatief arme landen die van de export van ruwe grondstoffen afhankelijk zijn. Cacao, bananen en rubber uit Azië of Zuid-Amerika is goedkoper dan uit de cfa-landen." Alleen voor import uit Europa, een hobby van Afrika's elite, is de cfa gunstig. "Daarbij dicteert dit systeem dat de helft van onze buitenlandse valuta in de Franse centrale bank ligt. We hebben nog steeds geen soeverein economisch systeem."
Dat zorgt voor weerstand tegen 'Françafrique'. Vorige week waren er demonstraties in de straten van Abidjan, Dakar, Brussel, Londen en Parijs om het einde van de cfa te eisen. Ook onder Afrikaanse leiders ziet Gbanse voorzichtige pogingen om de Franse dominantie te doorbreken. "De Gabonese president Ali Bongo, wiens vader zo ongeveer hét gezicht van Françafrique was, zet de deur ook open voor China." In Benin werd vorig jaar een leider die de goedkeuring van Frankrijk niet had toch gekozen en de eeuwige leider van Congo-Brazzaville probeerde onlangs op nogal gênante wijze - hij had zichzelf in een foto laten shoppen - te laten merken dat hij dik is met aankomend Amerikaans president Donald Trump.
Toch is volgens Diboma een innigere band tússen Afrikaanse landen de enige uitweg. "Terwijl Francofoon Afrika deze dagen weer de rode loper uitrolt voor Frankrijk, zie je in Oost-Afrika meer regionale samenwerking op het gebied van infrastructuur, belastingen en invoerrechten. Die weg is langer, maar zal uiteindelijk meer vruchten afwerpen."
undefined
Ook Frankrijk kijkt verder
Op de Frankrijk-Afrikatop zijn ook niet-Franstalige Afrikaanse landen, zoals Egypte, Nigeria en Ghana, uitgenodigd. Parijs lijkt ook zaken te willen doen met naties waar het geen koloniaal verleden mee deelt. Dat is deels noodgedwongen vanwege de concurrentie met China, dat in heel Afrika economische mogelijkheden ziet, en de VS, die hun militaire voetafdruk in Afrika vergroten.
undefined