Paradox van de vrijheid
In deze ouwewijvenzomer ging ik weer eens op bezoek bij mijn hangende buurman. Volgens de non Teresa van Avila, tijdgenoot van Luther, is hij 'een heel goede buurman'. Dat herken ik wel. Hij is geduldig en altijd thuis, op het kruispunt bij mijn huis in Frankrijk.
Je weet toch, zeg ik, dat bijna vijfhonderd jaar geleden Luther zijn stellingen op de deur van de slotkapel van Wittenberg timmerde, het begin van de protestantse kerken? 'Hier sta ik, ik kan niet anders', riep hij terwijl hij met een scheet de duivel op de vlucht joeg. Hij sloeg de illusie van de horizontaal denkende Roomse kerk stuk dat die Gods genade zou bezitten, zodat op ongelovigen werd neergekeken.
Genade is echte vrijheid. Laatst had minister Schippers het in de Schoo-lezing over 'de paradox van de vrijheid'. Vrijheid heeft regels nodig, anders zou bijvoorbeeld de vrije markt zichzelf opblazen en mijn rozen overwoekerd worden door brandnetels. De samenleving, zegt ze, heeft een 'maatschappelijk contract' nodig waarin staat dat elk mens vrij en gelijkwaardig is.
Maar wat is vrijheid? Veel moslima's zeggen dat ze uit vrijheid mannen geen hand geven en op het strand een boerkini dragen, zoals in mijn jeugd Walcherse boerinnen in hun zwarte klederdracht in zee spetterden. En het Westen dacht dat de inwoners van Irak en Libië op onze vrijheid zaten te wachten - niet dus. En de vrije markt? Ondanks de regels gaat die ten koste van boeren en de natuur in Afrika. De vrijheid van minister Schippers wordt ernstig beperkt door haar horizontale VVD-blik.
Ik kijk nog eens goed naar mijn buurman. Hangt hij nou vastgepind aan die balken of houdt hij die juist bij elkaar? Het verticale van God en het horizontale van de mens die altijd weer de genade in een bepaalde opvatting wil opsluiten, ten koste van anderen. Hij is de ware 'paradox van de vrijheid'.
Doordat hij hemel en aarde verenigt, ontstaat er een enorme spanning die al onze denkbeelden openbreekt. In de tijd van Luther en Teresa begonnen de knellende dogmatische systemen barsten te vertonen. Luther schreef nooit een complete theologie en ook Teresa had niet veel op met de officiële kerkelijke leer. Evenals Luther hield ze van het levende woord: 'Ik smeekte de Heer om in mijn plaats te spreken, omdat ik niet weet waar ik beginnen moet'. God is elke dag nieuw, zodat kerkhervormers, nonnen en ministers altijd te laat komen. Onze theologische en morele opvattingen zijn slechts een souvenir van het goddelijke, bevrijdende spreken. Ze lijken op het glazen bolletje dat onze Franse buurvrouw van vakantie voor ons meenam (ja, we zetten ons altijd schrap): je schudt en er daalt witte zegen neer. Maar wel onbereikbaar achter glas.
Zolang mijn buurman hemel en aarde bijeenhoudt, breekt de spanning steeds weer het glas van onze beperkte opvattingen open, zodat de genade blijft stromen en bevrijden. Als katholieken en protestanten dat wat meer zouden beseffen, zouden ze speelser met hun theologische verschillen omgaan. En ministers zouden minder verkrampt op andere religieuze en culturele opvattingen reageren.
Nu snap ik waarom mijn buurman nooit wat zegt. Ook op deze warme dag heeft hij het te druk met de boel bij elkaar houden - waarom eigenlijk, heeft hij niets beters te doen of is dat nou liefde? Wacht, zijn mond is open, hoor ik hem spreken? Hier hang ik, ik kan niet anders.
undefined