Paradijs voor moerasvogels
Een bufferzone met een hoog waterpeil moet voorkomen dat het natuurgebied De Wieden leegloopt. De hydrologische bescherming werkt -met als prettige bijkomstigheid dat de zone is uitgegroeid tot paradijs voor moerasvogels.
ST. JANSKLOOSTER - De eerste plannen dateren van kort na de Tweede Wereldoorlog. De ruilverkaveling Giethoorn-Wanneperveen moest een eind maken aan een lappendeken van kleine, natte perceeltjes waarop het slecht boeren was.
De plannen bleken te duur en bleven daarom tot eind jaren '60 liggen. Een nieuw plan, zegt Harm Piek van Natuurmonumenten, voorzag in bemaling en drastische peilverlaging in de overgangszone van veen naar zand. Uitvoering ervan zou echter een desastreus effect hebben op het aangrenzende natuurgebied De Wieden -een laagveengebied van 6000 hectare met open water, riet, gras- en hooilanden en moerasbos.
Harm Piek: ,,Het idee ontstond om tussen het landbouwgebied en het laagveen een bufferzone aan te leggen waarin het water hoger kwam dan in het laagveen. Daarmee zou worden voorkomen dat te veel water uit het reservaat wegsijpelt naar de landbouwgronden. De zone van ruim 80 hectare tussen Giethoorn en Steenwijk, die 50 tot 300 meter breed is, kwam in 1989 af. Het water staat er 30 centimeter hoger dan in De Wieden.'
,,Uit de hoogwaterzone lekt jaarlijks drie miljoen kubieke meter water weg. Via een gemaal wordt de zone op peil gehouden met water uit een polder met kwel. Het natuurgebied loopt nog steeds een beetje leeg, maar de schommelingen blijven binnen de gestelde marges. We hebben de afgelopen zes jaar geen water hoeven in te laten. Nu wel, door de droogte en de warmte hebben we water uit het IJsselmeer moeten toelaten. Het is afwachten wat voor effecten dit vervuilde water op de natuur zal hebben.'
In de bufferzone, waar het water zo'n 20 tot 60 centimeter diep is, ontwikkelde zich een moeras. Boswachter Jos Hooijmeijer van Natuurmonumenten: ,,Al snel groeide het riet er uitbundig en vestigde zich een kolonie zeldzame purperreigers. De moerasvogels hebben een grote vlucht genomen. In De Wieden hebben we dit jaar 30 tot 40 paar roerdompen, waarvan alleen al tien paar in de relatief kleine bufferzone. Dit voorjaar hebben er ook voor het eerst twee paar grote zilverreigers gebroed; die deden dat alleen in de Oostvaardersplassen.'
De Wieden kenden dit jaar nog een primeur: er broedden drie tot vijf paren lepelaars. Andere vogels die zich er hebben gevestigd, zijn onder meer bruine kiekendief, waterral, blauwborst, baardmannetje, rietgors, snor, rietzanger en kleine karekiet. Natuurmonumenten heeft met steun van de provincie een hoge observatiehut gebouwd.
Jos Hooijmeijer: ,,We hebben hier geleerd wat de voorwaarden voor een goede biotoop voor moerasvogels zijn. Die kennis kunnen we elders gebruiken om moerassen aan te leggen, bijvoorbeeld op marginale landbouwgronden in het West-Nederland. Moerasvogels gaan overal achteruit; in Europa zijn moerassen op grote schaal drooggelegd.'
Natuurmonumenten meldt het goede nieuws van de grote zilverreiger en de lepelaar desondanks met een gemengd gevoel. Harm Piek: ,,Natuurlijk is het leuk dat het moeras zich zo goed ontwikkelt. Maar je mag daarbij niet vergeten dat de hoogwaterzone in de eerste plaats een hydrologische maatregel is, bedoeld om verdroging door peilverlaging ten behoeve van de landbouw tegen te gaan. Bovendien ligt die zone in het natuurgebied: wij hebben dus moeten inleveren. Successen zijn leuk, maar je moet ook beseffen dat in weerwil van die successen elk jaar opnieuw uit de Natuurbalans blijkt dat het aantal soorten en ecosystemen in Nederland nog steeds afneemt.'