Reportage

Overleven in Venezuela, waar zelfs sardientjes onbetaalbaar zijn geworden

Mensen in de rij om voedselpaketten te bemachtigen, die door de Venezolaanse overheid worden uitgedeeld.  Beeld AFP
Mensen in de rij om voedselpaketten te bemachtigen, die door de Venezolaanse overheid worden uitgedeeld.Beeld AFP

Terwijl Venezuela poogt zijn enorme schuldenlast omlaag te praten, tracht de familie Cárdenas het hoofd boven water te houden. Een barbecue biedt ontspanning. 'Sardientjes waren voor de armen, nu voor de rijken.' Eerder deze week stelde de EU een wapenembargo in tegen het geplaagde land, om te voorkomen dat de regering materieel tegen de eigen bevolking zal inzetten.

Edwin Koopman

De volksbuurten van Los Samanes zien er verlopen uit. Alles is vies en kapot. Langs de straat drinken mannen bier bij bars en winkeltjes. Alles in deze revolutie is schaars geworden, maar bier is er altijd. Judith Cárdenas zet de raampjes van de Jeep open. De airco is kapot en met vijf mensen erin is het al meteen benauwd. "Dit is voor ons maanden geleden", bekent ze. "Tot drie jaar geleden aten we gewoon buiten de deur. Op zondag naar het strand met de hele familie zonder iets mee te nemen, we kochten daar wel vis. Toen dat niet meer kon, kwamen we thuis bij elkaar. Iedereen nam wat mee voor de barbecue. Nu kan zelfs dat niet meer."

Maar deze zondag gaat het er weer van komen. Judith heeft juist haar broer Jesús en zijn familie opgepikt. De kalende vijftiger woont in een van de woontorens verderop, samen met Claudia, een vrolijke Afrovenezolaanse en dochter Valentina uit haar eerste huwelijk, die Jesús al sinds haar derde mee opvoedt alsof het zijn eigen dochter is. Het complex ziet er troosteloos en uitgewoond uit. Verf bladdert van de muren. Stalen ventilatoren van de parkeergarage zitten vastgeroest. Maar het appartement op de negende verdieping ziet er prima uit. Klein met de meubels dicht op elkaar, maar met alle denkbare apparatuur, inclusief computer met kleurenprinter. En met een adembenemend uitzicht over Caracas.

Voor vertrek had Jesús nog even zijn gal gespuwd over de winkelprijzen. Als vrachtwagenchauffeur verdient hij samen met zijn vrouw een modaal inkomen, maar het wordt steeds moeilijker om ervan te leven. Net als bij de meeste Venezolanen gaat bijna alles op aan de supermarkt. Met de kassabon in de hand - alsof hij het nog steeds niet kon geloven - passeerden de pasta, sardientjes, eieren, margarine, een kilo kip en nog wat dingen de revue die hem samen een half maandloon hadden gekost. "Daar kon ik vroeger een auto van kopen," riep hij verontwaardigd. Toen het geld op was, had Valentina nog moeten kiezen tussen cacao en cornflakes. Het werd cacao.

En nu zitten ze met z'n drieën achterin. Jesús' eigen auto, een dertig jaar oude Toyota, is kapot. De bougies zijn bezweken en nieuwe zijn onvindbaar. Ongerepareerde auto's zijn een typisch Venezolaans probleem geworden. Onderdelen worden niet meer geïmporteerd, maar al is de auto nog zo aftands, wegdoen is geen optie. In een land met hyperinflatie is zelfs het oudste wrak een goede belegging, want nieuwe auto's zijn niet te krijgen. "Dit is het enige land in de wereld waar je auto steeds meer waard wordt", grapt Judith. De schaarste maakt het tweedehandsje vaak twee, soms drie keer zoveel waard als een nieuwe.

De nostalgie van Judith slaat over naar de achterbank. "Drie jaar geleden dronken we nog whisky", mijmert Jesús. Hij ziet ze zo weer voor zich. "Old Hunter, de beste flessen. Maar nu... Áls we al naar het strand gaan, nemen we in plastic bakjes koude pasta mee." Hij moet er zelf om lachen. "We waren gelukkig, maar we wisten het niet." En passant wijst hij de geldautomaten aan waar hij die ochtend tevergeefs geld probeerde te pinnen. Vier in totaal, maar geen een deed het. De hyperinflatie heeft van Venezuela een land zonder contanten gemaakt. Er is een dramatisch tekort aan geld. Als een geldautomaat het al doet, spuwt het hooguit 10.000 of 15.000 bolívar uit, amper genoeg voor een kilo rijst.

Bakken geld

Nog maar kort geleden konden Venezolanen zich alles veroorloven. De revolutie, in 1999 begonnen door Hugo Chávez, profiteerde van de hoge olieprijzen en deelde het geld met bakken uit aan de bevolking. Het land gaf ontwikkelingshulp aan buurlanden. De Venezolanen behoorden tot de tien grootste consumenten van Schotse whisky. Maar rond 2013 ging het fout. De olieprijs daalde, de nationale munt kwam in een vrije val en de regering zette de geldpersen aan. De afgelopen twee maanden is de waarde van de munt gehalveerd, ergo veel spullen in prijs verdubbeld.

Maandag kondigde de EU een wapenembargo tegen Venezuela af, en is het begonnen met maatregelen tegen Venezolaanse topfunctionarissen. De Europese ministers van buitenlandse zaken zetten deze stap in Brussel om de druk op president Maduro op te voeren en te verhinderen dat het regime militair materieel kan inzetten voor de onderdrukking van de Venezolanen. De mensenrechtenchef van de Verenigde Naties zei in september al dat de Venezolaanse veiligheidsdiensten zich mogelijk schuldig hebben gemaakt aan 'misdaden tegen de menselijkheid.'

De tekst loopt verder onder de foto

null Beeld AFP
Beeld AFP

Bizarre paradox

De weg zit vol kuilen. "En dan hebben we nog geluk dat we ze kunnen zien", zegt Valentina. "De helft van de week is het hier één grote binnenzee."

Water is op rantsoen. Drie dagen per week zit de hele wijk zonder. De bewoners behelpen zich met grote reservoirs. De rest van de week is er wel water, maar overstroomt meteen de hele wijk wegens kapotte leidingen. Valentina is met haar 17 jaar van de generatie die nooit anders heeft gekend dan de revolutie. Ze zit in de examenklas en wil volgend jaar architectuur studeren. En nee, ze heeft niet meegedaan toen afgelopen zomer honderdduizenden de straat opgingen. "Mijn ouders vonden het te gevaarlijk." Meer dan honderd demonstranten werden neergeschoten.

Een half uurtje later draait Judith de Landrover het erf op van haar huis aan de rand van Caracas, een relatief ruime woning voor een familie uit de lage middenklasse, met eigen kamers voor zoon Carlos, dochter Dalí en kleinzoon Alejandro. Met z'n vieren leven ze van Judiths pensioentje, het geld dat ze bijverdient met taxidiensten en het salarisje van Carlos, die na zijn studie werk vond bij het Geografisch Instituut.

Onder de carport staan twee kapotte auto's te wachten op bougies en motoronderdelen - getuigen van betere tijden. De grootste gedupeerde is Carlos, die nu met de bus naar zijn werk moet, anderhalf uur heen, anderhalf terug. Een nieuwe auto is een onbereikbaar ideaal geworden. Net als een appartement, een uitzet of al het andere denkbare dat iets te maken heeft met een zelfstandig leven. Hij heeft een vriendin maar trouwen is onmogelijk, wat hem met zijn 23 jaar een van de tienduizenden Venezolaanse jongeren maakt die door de crisis de boot missen en die maar twee opties hebben: bij moeder blijven wonen of emigreren.

Op het terras staat de tafel al gedekt, met een wit tafelkleed en houten vleesplankjes met geultjes voor het vocht. Judith en Claudia duiken de keuken in, Jesús en Carlos ontfermen zich over het houtskool. Terwijl hij met karton het vuur aanwakkert, krijgt Jesús een bericht dat hij morgen thuis kan blijven. "Er is in geen van de havens benzine of diesel aangekomen", zegt hij turend op zijn telefoon. Normaal transporteert Jesús diesel van de haven naar opslagplaatsen of benzinestations, maar er is een groot probleem met brandstof ontstaan: één van de meest bizarre paradoxen van Venezuela. Het land met de grootste bewezen oliereserves ter wereld, waar de bevolking zo goed als gratis kan tanken, kampt met een groeiend tekort aan benzine.

Terwijl hij zijn collega antwoordt, komt Dalí glunderend aan met twee bonken rund. Vlees roosteren is haar lust en haar leven. Resoluut legt ze het eerste exemplaar op het rooster. Binnen gaat de muziek harder, buiten gaan de bierflesjes open. "Ik dronk hier altijd Spaanse wijn bij. Goede Spaanse wijn", zegt Dalí. "Een half jaar geleden kon dat nog voor 25.000, niet goedkoop, maar de 60.000 van nu is onbetaalbaar."

Spaargeld

Het verhaal van Dalí is als dat van Venezuela zelf. Nog maar twee jaar geleden leidde de 37-jarige architecte een avontuurlijk leven. Voor een Venezolaans bouwbedrijf reisde ze het Caribische gebied door. Ze verbleef maanden op Jamaica en verdiende belastingvrij in dollars. Maar zoals veel andere Venezolaanse ondernemingen is het bedrijf ter ziele. Zonder baan en zonder partner besteedt ze nu haar laatste geld aan een privéschool voor de 8-jarige Alejandro, die ze alleen opvoedt. Een nieuwe baan zoeken is met de huidige salarissen zinloos. Van haar spaargeld kocht ze nog een paar opblaasbare springkussens om te verhuren op kinderfeestjes, maar ze heeft nog geen enkele opdracht binnen. Niemand heeft er meer geld voor.

Als het vlees klaar is, gaat de familie aan tafel. Dalí snijdt het vlees, krokant van buiten, mals van binnen. Alejandro watertandt. "Net als in de goeie ouwe tijd!", roept de 8-jarige wijs. De familie lacht, want iedereen denkt hetzelfde. De veranderingen gaan ook voor de Venezolanen zelf zo snel, dat ze het zelf soms niet kunnen geloven. Het gesprek gaat voortdurend over wat vroeger kon en nu niet meer. "Ik ging probleemloos tot drie uur 's ochtends uit", zegt Dalí. "Maar denk je dat Valentina naar een disco kan? Of naar de film?" Valentina knikt. Caracas is een van de gevaarlijkste steden ter wereld geworden. Iedereen kent wel een moord, ontvoering of roofoverval van dichtbij. "En wat staat Alejandro te wachten?"

Alejandro is met hele andere dingen bezig. Hij wil melk. "Er is geen melk meer", antwoordt zijn moeder. "Er zat niks in het voedselpakket." Venezolanen kunnen sinds een jaar voor een prikje een maandelijkse zak primaire levensmiddelen bestellen bij speciale wijkcomités. Het is een van de lapmiddelen waarmee de regering de schaarste aan betaalbaar voedsel probeert te compenseren. Voor veel families is de zak rijst, pasta, suiker en olie onmisbaar.

"Het is toch niet te bevatten hoeveel mensen nog hierin geloven. Voor een tas met eten! Het lijkt wel alsof mensen zijn vergeten hoe ze het vroeger hadden", zegt Judith. "En niet dat wij rijk waren", vervolgt haar dochter. "Wij hadden het vroeger ook niet breed. Mijn moeder komt uit een volkswijk. Maar daar lag altijd vlees en kip in de koelkast. Als je geen meel had, dan ging je dat kopen in de wijkwinkel. Of tonijn. Sardientjes waren voor de armen. Nu zijn ze voor de rijken."

In het buitenland word je vernederd

De Venezolaanse regering maakt geen aanstalten om te vertrekken, en al helemaal niet om iets zinvols te doen aan de crisis. "Dit komt nooit meer goed", zegt Claudia. "Kijk maar eens naar Cuba." Voor haar dochter Valentina denkt ze weleens aan studie of werk in het buitenland, maar Dalí praat het uit haar hoofd. "Dat is bij nul beginnen, zonder familie, zonder huis. En denk niet dat je je vak kunt uitoefenen. Je komt bij McDonald's of werkt als schoonmaker. En Venezolanen zijn echt niet gewild, je wordt vernederd. Ik heb ook gehuild in Jamaica, en dan kwam ik tussendoor nog thuis. Bovendien, stuur jij je dochter met de bus naar Colombia of Brazilië? Je weet niet of ze aankomt."

Jesús onderbreekt Dalí's tirade met een ander onderwerp. "Kijk hier eens! Ooit besteld bij Amazon, nu als nieuw van de schoenmaker", zegt hij en houdt zijn voet omhoog. Trots wijst hij op het stiksel langs de zolen van zijn gymschoenen. "Vroeger gooiden we alles weg, nu laten we alles repareren. Maar ja, toen waren we rijk, nu zijn we arm." Dalí, die gewillig meegaat in dit nieuwe thema, staat op en komt terug op naaldhakken. "Acht jaar oud, mijn moeder wilde ze wegdoen, maar nu zijn ze weer als nieuw. Jammer dat ik nooit meer uitga", zegt ze met zelfspot. "Wat ook een voordeel heeft: ze slijten niet."

De naam van Claudia is op haar verzoek veranderd omdat ze als ambtenaar bang is om haar baan kwijt te raken - haar echte naam is bij de redactie bekend.

De familie Cárdenas, met de klok mee: klusjesman Domingo, Valentina (17, nichtje van Judith Cárdenas), Claudia (53, schoonzus), Jesús (55, broer), Carlos (23, zoon), Judith zelf (60), Alejandro (8, kleinzooon), Dalí, (37, dochter) en buurvrouw Maria.  Beeld edwin koopman
De familie Cárdenas, met de klok mee: klusjesman Domingo, Valentina (17, nichtje van Judith Cárdenas), Claudia (53, schoonzus), Jesús (55, broer), Carlos (23, zoon), Judith zelf (60), Alejandro (8, kleinzooon), Dalí, (37, dochter) en buurvrouw Maria.Beeld edwin koopman

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden