Over de hunkering van een 'volmaakt belachelijk wezen'
Hagar Peeters
Wat betekent het voor een meisje als ze niet erkend wordt door haar vader? Of nog wel in naam erkend, maar verder versmaad, verzwegen, verbannen. En dat terwijl die vader zelf wel door íedereen gezien wordt, als een held op handen gedragen zelfs.
Dichteres Hagar Peeters geeft in een vlammend en beeldend romandebuut het woord aan Malva Marina Trinidad del Carmen Reyes, zoals ze zichzelf voorstelt op de eerste bladzijde; de op achtjarige leeftijd overleden dochter van de wereldberoemde Chileense dichter Pablo Neruda. Een meisje met een waterhoofd, na haar geboorte in Madrid bezongen in een gedicht van Federico Garcia Lorca die schrijft over een 'dolfijn van liefde op oude golven', over 'klein meisje van Madrid, Malva Marina'. Maar haar vader, de grote Chileense dichter, beroemd om zijn liefdessonnetten, heeft het enkele jaren later in een brief aan een vriendin over een 'vampier van drie kilo, een bloedzuigster, een gedrocht, het monster, un ser perfectamente ridículo, een volmaakt belachelijk wezen'.
Twee jaar na haar geboorte zal Pablo Neruda Malva en haar Nederlandse moeder Maria Hagenaar verstoten. Moeder en dochter komen in Nederland terecht, waar Maria gaat werken in Den Haag en Malva liefdevol wordt opgevangen in een Gouds pleeggezin met kinderen die met het meisje spelen en met haar rondsjouwen in een bolderkar, tot ze in 1943 overlijdt, en vervolgens lange tijd wordt vergeten.
Nu is Malva in de Nederlandse literatuur sinds kort geen onbekende meer. Nadat haar graf in 2004 in Gouda werd ontdekt wijdde in 2010 Pauline Slot al een roman ('En het vergeten zo lang') aan het treurige leven van Malva's moeder Maria, door Neruda weggeplukt bij haar ouders op Batavia toen hij daar kortstondig consul was. Slot maakte een langgerekte weeklacht van het leven van deze ongelukkige vrouw wier huwelijk met rokkenjager Neruda een grote vergissing was. "Het samenzijn van mijn ouders kwam bij beiden voort uit een gebrek en uit dat samenzijn van beider gebreken ontstond een nog veel groter gebrek: de gebrekkige", zo laat ook Peeters Malva verzuchten.
Maar klaagziek als de roman van Slot klinkt Peeters' vertelling verder niet. De kleine Malva verkeert in het hiernamaals en richt zich vandaar in een lange monoloog tot de schrijfster, en via haar, tot ons, een publiek dat bij de hartstocht en bloemrijkheid van haar getier tegen de 'grote verzwijger' ademloos toehoort.
Boos is ze, maar eenzaam is Malva niet, in 'deze plaats van het grote nakaarten'. Niet alleen zoekt en vindt ze een lotgenoot in schrijfster Hagar - die zelf pas op haar elfde haar vader leerde kennen - in het hiernamaals heeft ze bovendien gezelschap van andere versmade mismaakte kinderen van kunstenaars, een 'mutantenparade': Daniel Miller, de zoon met Downsyndroom van toneelschrijver Arthur Miller, Lucia, de dochter van James Joyce, vermeend schizofreen, en Oscar met de blikken trommel, schepping van Günther Grass. Ze ontmoet er dichteres Szymborska en filosoof Socrates die vader Neruda aan een vraaggesprek onderwerpt. Hoe kon de grote Neruda die het opnam voor de misdeelden zijn eigen mismaakte dochter verstoten?
Klinkt dit gekunsteld, zo leest het niet. De rusteloze geesten bieden ruimte voor Peeters bespiegelingen over taal, vaderschap, schuld en roem die verder gaan dan het falen van deze ene dode dichter. Bovendien is er ruimte voor de wisselende humeuren van de vertelster die van boosheid naar hunkering naar berusting zwenkt en weer terug, om te besluiten met een prachtig weemoedig slotakkoord dat ten volste getuigt van de kracht, troost en zin van dichtkunst en verbeelding in het algemeen, en van dit wervelende romandebuut in het bijzonder.
Hagar Peeters: Malva De Bezige Bij; 240 blz. euro 19,90
Hagar Peeters
(Amsterdam, 1972) is geen onbekende debutant. Ze beklom al succesvol het podium in 1999 met de bundel 'Genoeg gedicht over de liefde vandaag'. Drie goed ontvangen en gelauwerde dichtbundels volgden, en nu de roman 'Malva'.
undefined