Outsiderkunst is ook een stroming

Bij Christie's New York werden ze al geveild. Ook Nederlandse musea tonen nu werken van kunstenaars met psychische problemen.

HENNY DE LANGE

Houten autootjes knutselt de Japanner Shinichi Sawada (1982) in elkaar, als bezigheidstherapie. Sawada is zwaar autistisch en praat nauwelijks. Als de instelling voor geestelijk gehandicapten waar hij werkt als broodbakker, hem voor de verandering naar een workshop pottenbakken stuurt, raakt hij gebiologeerd door de hompen klei. Hij gaat er vreemde wezens en monsters van boetseren, die zo uit het stenen tijdperk lijken te komen. Iedereen staat perplex van wat er uit zijn handen komt.

In 2013 waren de wonderbaarlijke keramiek beelden van Sawada te zien op de Biënnale van Venetië. Hij was niet de enige autodidact die zijn kunstwerken mocht tonen op deze manifestatie, die geldt als de belangrijkste barometer voor de stand van de hedendaagse kunst. Curator Massimiliano Gioni had een bonte stoet van 'outsiders', hobbyisten en excentriekelingen geselecteerd voor de hoofdtentoonstelling. Hij wilde ermee duidelijk maken dat er buiten het reguliere kunstcircuit nog zoveel meer is te ontdekken. En dat de heersende opvattingen over wat kunst is en wie zich kunstenaar mag noemen, nodig bijgesteld moeten worden.

"De Biënnale van 2013 was dé doorbraak voor Outsider Art in de internationele kunstwereld", zegt Hans Looijen. Hij vraagt al sinds zijn benoeming in 2008 tot directeur van Het Dolhuys, 'museum van de geest' in Haarlem, aandacht voor de kunstuitingen van mensen met een verstandelijke beperking of psychische problemen. Een jaar voordat de beelden van Sawada te zien waren in Venetië, had Looijen hem al opgezocht in zijn pottenbakkersatelier in Japan en enkele werken van hem naar Nederland gehaald. Sawada en andere Japanse outsiders waren ook voor hem een eye-opener, vertelt hij. "Ik heb Sawada daar aan het werk gezien. Hij gaat er volledig in op, vooral in de puntige uitsteeksels waarmee hij al zijn beelden versiert."

Kunsthistorici vonden het altijd maar niks, de kunstuitingen van outsiders. Er waren in het reguliere circuit wel liefhebbers, maar niet of nauwelijks in Nederland. Nu is er ook in ons land sprake van een kentering, zegt Looijen. In het kielzog van Amerika, Frankrijk, Engeland en Duitsland, waar kenners 'gekkenkunst' al veel eerder konden waarderen. Die belangstelling blijkt ook uit de stijgende prijzen, zegt Jop Ubbens, directeur van veilinghuis Christie's in Amsterdam. In New York werd twee maanden geleden voor het eerst een groep van vijftig outsiderkunstwerken geveild. Met soms hoge opbrengsten: een beeld uit 1936 van William Edmonson bracht 785.000 dollar op. Christie's New York heeft zelfs een specialist aangetrokken voor de outsiderkunst. Ubbens: "Het was altijd een niche, maar daar wordt het nu als een aparte stroming gezien." Wat ook bijdraagt aan de populariteit is de groeiende weerzin tegen de exorbitante prijzen voor hedendaagse reguliere kunst, zegt Ubbens. "Verzamelaars gaan op zoek naar kunst die nog wel betaalbaar is."

In Nederland heeft het allemaal wat langer geduurd, maar nu lijkt ook hier de outsiderkunst geaccepteerd. Er komt zelfs een eigen museum voor deze kunstvorm. In Amsterdam opent vandaag het Outsider Art Museum in de Hermitage, dat ruimte over had. Het nieuwe museum is een samenwerking tussen Het Dolhuys, zorgorganisatie Cordaan en de Hermitage. De openingsexpositie is gewijd aan Japanse outsiders, onder wie Sawada. Hun werk wordt getoond samen met werken uit de collectie van Het Dolhuys. Het museum wordt een dependance van Het Dolhuys, dat te weinig ruimte heeft om naast de aandacht voor de geschiedenis van de psychiatrie de kunst uitgebreid te etaleren.

En dan hangt ook de Kunsthal in Rotterdam nog eens vol outsiderkunst. Daar is het Museum of Everything, het Museum van Alles, neergestreken. Eerder dook deze rondreizende expositie van initiatiefnemer James Brett op in Moskou en Venetië. In de Kunsthal wordt het werk van meer dan honderd outsiders getoond uit de afgelopen twee eeuwen. Ook inmiddels beroemde namen zitten erbij, zoals die van conciërge Henry Darger uit Chicago met zijn sprookjespanorama's, de Chinese fabrieksarbeidster Guo Fengyi met haar geschilderde visioenen en Willem van Genk. Deze Nederlandse outsider-icoon maakte intrigerende schilderijen van stadsgezichten en zeppelins en installaties van afvalmateriaal. Hij was schizofreen, autistisch, paranoïde en verzamelde op het maniakale af spullen, waaronder regenjassen. Er zijn maar liefst 1500 werken te zien in de Kunsthal, verdeeld over een doolhof van 25 zaaltjes.

Wie deze overweldigende hoeveelheid kunstuitingen ziet, krabt zich toch af en toe op het hoofd. Rijp en groen, het wordt allemaal door elkaar heen gepresenteerd, net zoals Gioni dat deed met zijn rariteitenkabinet op de Biënnale. Er is wel een verschil: in de Kunsthal vraag je je af of James Brett niet wat strenger had moeten selecteren. Is dit nou echt allemaal kunst? Wat zijn de criteria?

Hans Looijen: "Voor outsiderkunst gelden dezelfde criteria als voor reguliere kunst. Outsiders hebben een enorme creatieve drang om iets te vertellen. Ze volgen hun innerlijke stem. Als ik in een werk de sturende hand zie van een begeleider of merk dat iemand echt zijn best heeft gedaan om het ergens op te laten lijken, dan valt het meteen af. Het bijzondere van deze kunst is dat het authentiek is. Outsiders spiegelen zich niet aan andere kunstenaars en reageren niet op bepaalde stromingen." Zo bleven ze figuratief schilderen in een tijd dat dat in het reguliere kunstcircuit uit de mode was.

Vaak heeft deze kunst ook iets obsessiefs: het hele vel moet vol getekend, patronen worden tot in het oneindige herhaald, vaak in felle kleuren. Looijen: "Heel karakteristiek is het ongepolijste, het lak hebben aan alle conventies in de kunst. Dat maakt het werk zó authentiek dat reguliere kunstenaars er zelfs jaloers op kunnen zijn."

undefined

Wat is outsiderkunst?

Outsiderkunst - in het verleden ook wel gekkenkunst en kunst uit de marge genoemd - is een verzamelnaam voor kunst die buiten het reguliere kunstcircuit wordt gemaakt. Kunstenaar Jean Dubuffet begon in 1945 met het verzamelen van wat hij art brut (ruwe, ongepolijste kunst) noemde. In 1972 introduceerde kunstcriticus Roger Cardinal de term Outsider Art. Vaak wordt deze gemaakt door mensen met een verstandelijke beperking of psychische problemen.

undefined

Rudi Fuchs blijft erbij: Dit is geen echte kunst

Rudi Fuchs, die van 1975 tot 2003 musea leidde in Eindhoven, Den Haag en Amsterdam, vond altijd dat het niet de taak is van musea om outsiderkunst te verzamelen en te tonen. Hoe denkt hij er nu over?

"Het maken van kunst is een heel bewust en serieus proces. Kunstenaars denken er bijvoorbeeld over na of ze een tweede of derde werk van iets zullen maken.

Ze reageren op andere kunstenaars of ontwikkelingen in de kunstgeschiedenis. Outsiders werken vanuit een bijzondere inspiratie, uit een persoonlijke drang, er zit geen bewust idee achter. Wat Willem van Genk, die wordt gezien als de belangrijkste outsider in ons land, heeft gemaakt, vertelt vooral iets over zijn maniakale en excentrieke gekte.

Werk dat voortkomt uit een persoonlijke drang en toevallig is ontstaan, heeft een aparte status. Het is in mijn ogen geen echte kunst, al heb je ook grensgevallen. Anton Heyboer valt voor mij in die categorie."

"Outsiders kunnen wel mooie en bijzondere dingen maken, net zoals kinderen ook een geweldig schilderij kunnen maken. Maar wat komt er na die mooie tekening van dat kind? Als kunstenaar maak je ook een ontwikkeling door."

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden