Ouders

Anniek van den Brand schrijft elke week over familie - en alles wat daarop lijkt. a.vandenbrand@trouw.nl | @anniekvdbrand

ANNIEK VAN DEN BRAND

Hij was achtstejaars bestuurskunde, zei hij. Hij keek erbij alsof hij zeggen wilde: ja, kom maar op met je opmerking.

"Ik wist niet dat dat nog kon", zei ik, "achtstejaars zijn."

"Als je maar betaalt", zei hij.

"Duur grapje", zei ik.

"Ouders", zei hij.

Uit de opmerkingen van dochter had ik opgemaakt dat haar nieuwe hockeytrainer een man op leeftijd was; hij had overwicht, humor en wist van wanten. "Nu we van hem les hebben, snap ik eindelijk hoe ik een strafbal het beste kan nemen."

Ik had dan ook niet direct door dat hij het was, toen er een boomlange twintiger de sportkantine kwam binnenlopen, dringend op zoek naar een paracetemol. Pas toen hij weer een beetje was bijgekomen, raakten we aan de praat. "O, jij bent Fránk", zei ik, " de trainer van mijn dochter!"

De jongen, jonger dan mijn stiefzoon, knikte.

Of hij dat wel vaker had, vroeg ik, dat hij zich ineens zo beroerd voelde. En of hij misschien nog een glaasje water wilde.

Hij had het één keer eerder gehad, zei hij, dat hij ineens helemaal niet goed werd op het veld.

Na een stilte bekende hij dat hij gisteravond te veel had gedronken. "Dat was die vorige keer eigenlijk ook zo."

Of hij nog veel voor zijn studie moest doen, vroeg ik.

Hij schudde zijn hoofd. "Half jaartje werk, dat is alles, scriptie schrijven, dan is het klaar."

"O", zei ik.

Hij speelde wat met zijn glaasje water.

"Dat denken mijn ouders, tenminste", zei hij.

"Wat?", zei ik.

"Dat het nog maar een half jaartje werk is. Dat zeg ik steeds tegen ze: dat het klaar is op die scriptie na."

Ik knikte.

"Maar eigenlijk heb ik sinds mijn tweede jaar niets meer gedaan." Van onder zijn krullen nam hij mijn reactie op.

"Erg hè?"

"Ik weet het niet", zei ik. "Je bent een leuke trainer, mijn dochter vindt je geweldig."

"Ik ben het liefst op het hockeyveld", zei hij, "ik vind het super, die jonkies trainen. Ik heb ook een eigen team - dat zijn echt mijn kinderen, leuke jochies, man! Ze luisteren goed naar me."

"Dat kan ik me voorstellen", zei ik.

"Ik praat over meer dan hockey met ze, hoor. Ze zitten nu in de brugklas, of de tweede. En ik vertel ze dat ik zeker weet dat ze binnenkort drugs aangeboden krijgen, als dat al niet gebeurd is. Ik leer ze dat het stoer is om keihard nee te zeggen."

"Dat nemen ze van jou blind aan", zei ik.

Hij knikte.

"Mijn ouders hebben een baan voor me geregeld in Doebai", zei hij. "Iets met een goeie kennis van hen. Ik ken haar wel, een heel goeie vrouw, ik zou het daar best leuk kunnen hebben."

Zijn blik dwaalde over het veld, waar twintig meisjes van een jaar of elf, twaalf oefenden op een strafcorner. "Maar ja, ik wil hier niet weg, hè, ook al zal ik er nooit rijk van worden."

Er klonk gejuich toen de trainer weer buiten kwam.

Ik wou dat zijn ouders erbij waren geweest.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden