Ouderen de dupe van sluwe babbeltrucs
De ouderenorganisaties zijn het er over eens: het gevoel van onveiligheid onder ouderen groeit. Een kwetsbare groep, zeker nu senioren steeds langer thuis blijven wonen. En vooral kwetsbaar voor oplichting; ze hebben vaak grotere bedragen contant geld thuis liggen, doen uit beleefdheid sneller de deur open voor een onbekend gezicht en bewaren vaak het pinpasje naast de pincode in de sokkenlade.
Een agent voor de deur. Netjes in uniform. Hij lacht vriendelijk. Er zijn meldingen gedaan van inbraken in de buurt, zegt hij. "Geen paniek, ze zijn vast al weg." Hij vraagt of hij even mag binnenkomen, dan kijkt hij even na of de woning veilig is.
En dan? Wie de attente man in blauw heeft binnengelaten, kan in een klassiek voorbeeld van een babbeltruc zijn getrapt. Een inmiddels veelvoorkomend fenomeen. Een vriendelijke agent, een vrouw die de weg zoekt of iemand van de thuishulp. Allemaal willen ze even kort binnenkomen met een smoesje, voor hetzelfde doel; oplichten.
Veiligheidsadviseur
Jan (74) en Leny (72) wonen naar eigen zeggen heerlijk. Een rijtjeshuis in een rustige buurt. "Er gebeurt hier haast nooit iets", zegt Jan. Hij klopt het af op de houten tafel. "Alhoewel. Vorige week kwam een buurvrouw aan de deur. Rond een uur of zes 's avonds. Ze had wat jongens met capuchons zien lopen, die via de schuifdeur bij de tuin geprobeerd hadden binnen te komen. Gelukkig zat die op slot en hebben ze het maar gelaten." Juist om die reden is een vrijwillige veiligheidsadviseur op de koffie bij Jan en Leny; Frans Wesselink van de ouderenbond Unie KBO. De organisatie geeft gratis veiligheidsvoorlichting aan huis, met subsidie van het ministerie.
De daders gaan vaak heel geraffineerd te werk. In veel gevallen heeft het slachtoffer niet eens door dat hij of zij in de maling wordt genomen. Babbelaars in topvorm: De daders komen in teams binnen, houden een vriendelijk praatje als afleiding, om daarna weer rustig te vertrekken. Pas als het slachtoffer sieraden of een bankpas mist, vaak dagen later, gaat er een belletje rinkelen.
Dat de overvallers tegenwoordig gewoon aanbellen vindt Jan lastig. "Dan heb je de deur namelijk al open." Dat brengt Frans op zijn volgende punt. "U krijgt een kierstandhouder van ons. Die kunt u op de deur plaatsen, waardoor u de voordeur een kleine stukje open kunt doen."
Geen onbekommerde oude dag
Leny schenkt Frans gastvrij nog een kop koffie in. Frans glimlacht. "En, het is niet ongastvrij om de deur niet open te doen voor onbekende mensen. Het is voor uw eigen veiligheid." Jan zucht. "Er zijn eigenlijk veel dingen waar ik nooit bij stil heb gestaan. Dat mensen het bedenken, zeg. Ik ben opgegroeid in een tijd dat je iedereen kon vertrouwen."
En daar gaat dan de onbekommerde oude dag. De oplichterij valt onder misdrijven met een grote impact op het veiligheidsgevoel van het slachtoffer. Mede daarom sporen verschillende partijen, waaronder het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, ouderen aan ook mislukte babbeltrucs aan de politie te melden.
"We spreken soms mensen die aangeven 'er was iemand aan de deur, maar ik vertrouwde het verhaal niet dus ik heb de voordeur dichtgegooid'", vertelt een woordvoerder. "Maar als we dan vragen wat ze daarna gedaan hebben, is het antwoord vaak: 'niks'. Terwijl dat juist voor de politie goede informatie zou zijn. Dan kan de rest van de wijk ook gealarmeerd worden of kan de politie de buurt in."
Weinig aangiftes
Hoe groot is dit probleem? De politie noemt de cijfers op het gebied van babbeltrucs een groot 'dark number'. De oplichtingtrucs zijn in het systeem vaak niet onder één noemer terug te vinden. Ze vallen namelijk vaak onder verschillende criminele handelingen - diefstal uit woning, oplichting - waardoor er geen duidelijke cijfers bekend zijn. Daarnaast doen volgens Elke van Wageningen van het Nationaal Ouderenfonds slachtoffers op leeftijd maar weinig aangifte na een babbeltruc. Vaak omdat ze zich schamen dat ze er zijn ingetrapt. Ook uit een onderzoek van 'EenVandaag' begin dit jaar blijkt dat ruim 60 procent van de slachtoffers van een babbeltruc geen contact opneemt met de politie.