Column
Oranjes drukten helden van de democratie weg
Even een raadseltje. Waar komt de volgende passage vandaan? 'De maatschappij ontvangt alle vreemdelingen, die de weldaden der vrijheid vreedzaam wensen te genieten, in haar midden, en verleent hen alle zekerheid en bescherming.' Ja, ik begrijp dat het even nodig is de ogen uit te wrijven, maar het staat er werkelijk, in de eerste echte Nederlandse grondwet.
Dit stuk zag in 1798 als 'Staatsregeling voor het Bataafse volk' het licht, toen de lage landen al drie jaar onder de naam 'Bataafse republiek' een eenheidsstaat en een democratie vormden. Hoewel nauwelijks van het papier losgekomen, mocht deze democratie er zijn: erkenning van de rechten van de mens, actief kiesrecht voor mannen boven de twintig jaar, voor zover zij niet van de bedeling leefden (dat waren er wel heel veel), een parlement, de Nationale vergadering, en een scheiding van kerk en staat, die een eind maakte aan de bevoorrechte positie van de Nederduits gereformeerde, later Nederlands-Hervormd genoemde, kerk.
Vazalstaat
Voor zover er aan die democratie een vlekje kleefde, was het dat de republiek een vazalstaat was van Frankrijk. Formeel zelfstandig, maar feitelijk bezet door een Franse toepenmacht van 25.000 man, die ook nog eens uit de al schrale Nederlandse schatkist moest worden onderhouden - wat aan de populariteit van de republiek niet bijdroeg. Het vlekje is na de herwonnen onafhankelijkheid in 1813 zo groot gemaakt, dat de stichters van de eerste democratie eerder als collaborateurs dan als helden in het nationale geheugen zijn opgeslagen.
Op de christelijke lagere school leerde ik in de jaren vijftig nog dat die Bataafse patriotten een soort NSB'ers waren. Dat paste in het perspectief van de natievorming, de strijd voor onafhankelijkheid en vrijheid. Daarop lag in de overdracht van de verhalen het accent, terwijl de heldenrol was weggelegd voor de Oranjes. De aankomst van prins Willem Frederik op het strand van Scheveningen in 1813 na de Franse tijd kreeg dezelfde gevoelswaarde als de terugkeer van koningin Wilhelmina in 1945 na de Duitse bezetting.
George Washington
De geschiedenis van de democratie, zeker de periode vóór de Grondwet van 1848, is hierdoor in de schaduw gebleven. De Bataafse staatsregeling kon als een product van Franse makelij worden genegeerd en daarmee ook de ideeën die eraan ten grondslag lagen en de opstellers, die onbekende namen dragen als Pieter Paulus en Willem Ockerse. Was de geschiedenis anders gelopen, dan hadden hun namen hier vermoedelijk dezelfde klank gekregen als aan de overzijde van de oceaan die van George Washington, Thomas Jefferson, Benjamin Franklin, John Adams en de andere stichters van de Verenigde Staten.
Die eerste moderne democratie was gebaseerd op de idee van gelijkheid en vrijheid van het individu. Niet onderworpen aan de soevereiniteit van een koning, maar een burger met rechten en vrijheden, die uitdrukking gaven aan zijn persoonlijke waardigheid.
Deze geest spreekt sterk uit het weergegeven artikel van de Bataafse staatsregeling over de vreemdeling. De houding is welwillend en uitnodigend, gericht op het individu, en doet in het licht van het immigratiedebat van de laatste jaren bijna wereldvreemd aan. Zeker nu dat debat, gericht op de bescherming van de nationale gemeenschap, dreigt uit te monden in het strafbaar stellen van vreemdelingen zonder papieren.
De eerste honderdvijftig jaar
Het is dus wel degelijk van betekenis welk verhaal van de geschiedenis wordt verteld, omdat met de accenten ook de gewichten van natiestaat en individu verschuiven. In dat licht komt het boek 'De eerste honderdvijftig jaar' van Joop van den Berg en wijlen Jan Vis op een gunstig moment. Deze eminente kenners van de politieke geschiedenis en het staatsrecht beschrijven vanuit nieuwe ooghoeken de parlementaire geschiedenis van Nederland. Het bijzondere is dat zij, anders dan in de standaardwerken gebruikelijk, als beginpunt 1 maart 1796 hebben genomen, de dag waarop het eerste gekozen parlement, de Nationale vergadering, voor het eerst bijeenkwam onder voorzitterschap van Pieter Paulus.
Eindelijk wordt dus ook in de parlementaire geschiedschrijving recht gedaan aan het verhaal van de eerste aanzetten tot een democratische rechtsstaat op deze bodem. De auteurs maken al snel duidelijk dat de staatsregeling van de Bataafse republiek geen Franse importproduct was, maar ideeën bevatte die hier al langer opgeld deden, mede onder invloed van de Amerikaanse revolutie (1775-1783).
Doordat de wereld kleiner en grenzen relatiever worden, neemt het belang van de natiestaat af en groeit het belang van de rechten van het individu. Het strafbaar stellen van vreemdelingen zonder documenten - een betere aanduiding dan illegalen - is een middel dat in wezen deze nieuwe realiteit ontkent en de rechtskloof zal vergroten. Op dit moment zijn ruim 200 miljoen mensen buiten hun land van herkomst op weg naar andere bestemmingen. Dat aantal zal in de komende decennia naar verwachting verdubbelen tot een half miljard.
Om dit verschijnsel het hoofd te bieden is meer nodig dan de dommekracht waartoe VVD en PvdA in het regeerakkoord hebben besloten. Spiegeling aan de houding die spreekt uit onze eerste Grondwet kan nog altijd tot meer verlichte oplossingen inspireren.
undefined