Optimistisch CPB: groei werkgelegenheid in 2015
De economie groeit weer, maar wanneer groeit de werkgelegenheid mee? Het is heel normaal dat daar enige vertraging in zit. Volgens Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau (CPB) zal het nog wel tot 2015 duren voor de werkgelegenheid weer echt aantrekt. Maar is dat niet nog te optimistisch?
Volgens Esther Bijlo, economieredacteur bij Trouw, zullen bedrijven hun personeelsbestand pas uitbreiden als de productievraag de capaciteit van het bedrijf overstijgt. "Daarvoor is substantiële economische groei nodig. Bedrijven gaan eerst meer gaan vragen van hun personeel, mensen moeten harder werken en waarschijnlijk ook meer uren gaan maken. Pas als de grens echt is bereikt worden er nieuwe mensen aangenomen. We zullen we dus nog wel wat geduld moeten hebben voor het zover is".
Maar is de de angst voor het spook van de baanloze groei dan ongegrond?
Volgens geruchten verdwijnen er banen in de middenklasse en komen die ook niet terug. Robots zouden deze werkzaamheden gaan vervullen. "Het bewijs voor deze theorie is wel erg dun," zegt Bijlo. Ook Laura van Geest, die vandaag een toelichting gaf op de cijfers van het CPB, denkt niet dat het zo'n vaart zal lopen, maar geeft toe dat de arbeidsmarkt het afgelopen decennium wel is veranderd. "En dat brengt uitdagingen met zich mee."
Onzekerheden
De voorzichtige schatting van het CPB komt voort uit de onzekerheden waarmee de economie nog te maken heeft. Als eerste zijn er de banken. Die worden het komende jaar getest in het kader van de Europese Bankenunie waaraan wordt gewerkt. "Als uit die zogenoemde stress- en balanstest zou blijken dat Nederlandse banken niet sterk genoeg zijn, moeten zij snel extra kapitaal aantrekken," aldus van Geest.
Verder is er de consument. De verwachting is dat huishoudens voorlopig nog verder gaan met het afbouwen van schulden en nog niet volop willen consumeren. Het is de vraag hoe lang we daar nog mee doorgaan.
Tot slot wijst Van Geest erop dat de inflatie weliswaar wat lager is dan wenselijk wordt geacht, maar dat er geen deflatie wordt verwacht, het verschijnsel waarbij de prijzen dalen. Dat lijkt een aantrekkelijk scenario: alles wordt goedkoper en de consument wordt gestimuleerd. Maar dat is het niet, legt Bijlo uit: "mensen verwachten lagere prijzen en wachten dus met uitgeven. Bovendien worden schulden en het begrotingstekort als vanzelf groter. Inflatie doet juist het tegenovergestelde: het begrotingstekort wordt vanzelf minder".
Uiteraard zijn er nog de factoren in de wereldhandel, maar die zijn altijd onvoorspelbaar: wat is de invloed van de ontwikkelingen in Oekraïne, hoe ontwikkelt de economie in China zich verder? Het zijn deze factoren samen die de prille economische groei een beetje wankelig maken, maar toch lijkt het erop dat we het diepste punt in 2013 achter ons hebben gelaten en dat we voorzichtig optimistisch mogen zijn.