Opbouwfase Amsterdam af
WEERT - Na afloop van de basketbaltopper Weert-Amsterdam toonde Weert-coach Jelle Esvelt zich een goede maar vooral ook realistische verliezer. Esvelts ploeg ging met 72-80 ten onder tegen de equipe van Ton Boot en hij kon daar vrede mee hebben.
“We hebben niet ons normale niveau gehaald. Ik had hier natuurlijk liever niet verloren maar Amsterdam was de betere ploeg. Deze nederlaag is voor ons niet zo'n probleem. We gaan ons nu op de vierde plaats richten. Ik wil royaal de play-offs ingaan.”
Dat Weert net de tweede plaats had verspeeld aan Amsterdam leek Esvelt niet overmatig te deren. Hij was wellicht de enige die er zo over dacht in de rumoerige sporthal Boshoven. Aangemoedigd door een verhit supporterslegioen probeerde de Limburgse formatie constant het initiatief te nemen. Echt lukken deed dat niet. De spelers van Esvelt konden slechts een zeer klein deel van de wedstrijd domineren. Dat gebeurde vlak na rust toen Weert via Ralph Biggs en Jermaine Young uitliep tot 39-35. Tot 43-39 bleef de thuisploeg sterker. Vanaf dat moment kwam Amsterdam beter in het spel en zakte de formatie van Esvelt enigszins weg.
Deze plotselinge omslag in het duel luidde een zeer aantrekkelijke fase in. Over en weer vonden er gevaarlijke doelpogingen en harde overtredingen plaats. Razendsnel ging het spel op en neer. Na een rebound van Jermaine Young, een kwartier voor tijd, verspeelde Weert de bal aan Amsterdam en scoorde Chris Mc Guthrie via een driepunter 43-42. Het betekende het breekpunt in de wedstrijd. Tot de rust was de score steeds gelijk op gegaan. Binnen korte tijd kon de hoofdstedelijke formatie, via onder andere een knappe driepunter van alweer Mc Guthrie, uitlopen naar 47-55. Onder aanvoering van de zeer sterk spelende Biggs probeerde Weert voortdurend terug te vechten. De nummer negen van de Limburgers speelde verdedigend goed maar aanvallend was de twee meter lange forward toch op zijn best. Biggs scoorde 42 punten tegen Amsterdam. Met zijn lichte postuur, zijn balvastheid en zijn soepele lichaam bracht hij de Amsterdamse verdediging voortdurend in de problemen. Maar in zijn eentje kon hij het niet bolwerken tegen de manschappen van Boot. Aan vechtlust, wilskracht en techniek ontbrak het zaterdag niet bij de Limburgers maar qua tactisch inzicht en fysieke kracht was Amsterdam iets te hoog gegrepen.
Ondanks de moeizame seizoenstart van zijn formatie lijkt Boot de Amsterdammers behoorlijk op de rails te hebben gezet. Na afloop van de wedstrijd beaamde hij dat. Boot: “Er komt lijn in. Het begint eindelijk te komen maar we zijn er nog lang niet.” Het zelfvertrouwen moet nog wat groeien en het aanvallen onder de basket is ook voor verbetering vatbaar. Maar zaterdag werd het duidelijk dat nu de opbouwfase voorbij is, er bij Amsterdam weer een hechte verdediging en een effectieve aanval tussen de lijnen staat. Aan de titel wil Boot voorlopig echter nog niet denken. In zijn ogen heeft koploper Den Helder een voorsprong van een jaar op zijn equipe maar hij is hoopvol gestemd.
Eerder dit jaar vond Boot de mentale gesteldheid van zijn spelers nog beneden niveau. Over de werklust had hij niks te klagen maar de spelers zouden zijn aanwijzingen niet goed oppikken en te snel denken dat ze er al waren.
Het treffen tussen Weert en Amsterdam was al weer de derde confrontatie tussen beide ploegen van het seizoen. Steeds ging de strijd lang gelijk op. In de competitie trok de ploeg van Boot aan het langste eind. Tijdens de halve finale van de FEB-cup was Weert de sterkste.
Het was voor het eerst sinds midden november dat er weer volop gebasketbald werd. In verband met activiteiten van de nationale ploeg lag de competitie enkele weken stil. In de aanloop naar het duel met Amsterdam speelde Weert daarom een duel tegen het Duitse Leverkusen. Omdat deze formatie een zelfde fysieke stijl hanteert als de equipe van Boot en ook veel lengte in de ploeg heeft, was het een uitstekende sparringpartner voor de Limburgers. Ook dit duel ging lange tijd gelijk op maar werd uiteindelijk toch met 69-72 door Weert verloren.