Op tekenles in het museum
De cursussen 'Experimentele fotografie' en 'Teken het menselijk lichaam' bij het Rijksmuseum zijn tot volgend jaar mei volgeboekt. Musea bieden steeds meer cursussen aan. Zijn het de hogescholen van de toekomst?
Museumbezoekers grijpen graag naar een penseel, guts of camera en musea spelen daar handig op in. Ze bieden steeds vaker cursussen, workshops en soms zelfs kleine opleidingen aan voor particulieren. Sommige hebben een breder cursusaanbod voor particulieren dan voor basis- of middelbare scholen. Harde cijfers over het huidige aanbod zijn niet bekend, maar de Museumvereniging volgt de ontwikkelingen op de voet.
"Het past in een trend waarbij musea hun aanbod willen verbreden. Zo kunnen ze een nieuw publiek aan zich binden, kennis delen en de inkomsten vergroten", legt voorlichter van de Museumvereniging Jorn Matena uit. "Dat is niet verkeerd. Nu er is gekort op subsidie, moeten musea vaak zelfvoorzienend zijn."
Het Rijksmuseum begon in 2006 met het aanbieden van cursussen. In 2013, bij de heropening, richtte het zelfs twee ateliers in nabij het museum in de oude Teekenschool, de 18de eeuwse voorloper van de Rietveld Academie. Docenten worden er opgeleid om groepen te begeleiden. Maximaal 15 personen krijgen er dagelijks praktijkles. Onder andere in schilderen, beeldhouwen en fotograferen.
"Bezoekers zoeken naar de kennis en inspiratie die bij ons aanwezig is. Waarom zouden we die rijkdom dan niet delen?", stelt hoofd publiek en educatie van het Rijksmuseum, Annemies Broekgaarden. "Ons motto is: 'Leren kijken door te doen'. We merken dat bezoekers een sterke neiging hebben om creatief bezig te zijn en daar spelen wij inderdaad op in."
Niet alleen het Rijksmuseum redeneert zo. Het Amsterdamse Stedelijk Museum biedt onder het vaandel 'Stedelijk Academie' lesprogramma's aan, het Rembrandthuis biedt toegankelijke workshops aan en fotografiemuseum Foam verzorgt cursussen straatfotografie, portretfotografie, algemene fotografie en fotografie voor kinderen. Al die fotografiecursussen worden zeer goed bezocht, geeft het museum te kennen.
Ook elders in het land krijgt de trend gestalte. Het Kröller-Müller Museum heeft vier schilder- en tekenworkshops in de aanbieding. Het Groninger Museum bood onlangs kunstgeschiedeniscursussen aan onder de naam 'ArtPlus' (bijna direct uitverkocht) en faciliteerde schilderles in het Noorden, net zoals het Fries Museum, in Leeuwarden, dat daarnaast ook houtskooltekenen, naaicursussen en zelfs zilversmeden voor beginners aanbiedt.
undefined
Echte opleiding?
Wat is eigenlijk het verschil tussen een workshop, een cursus en een opleiding? Musea weten het zelf vaak ook niet precies. Ze redeneren meestal zo: een workshop is iets vrijblijvender dan de overtreffende trap, de cursus. Een opleiding is langduriger en vraagt om meetbare resultaten. "We geven wel een jaarcursus, maar dat vinden wij nog niet een opleiding", verklaart Broekgaarden nadrukkelijk. "Je wordt bij ons niet overhoord of getoetst. Zie het meer als pianoles."
Foam schuwt een vergelijking tussen opleidingen en musea niet. "We geven al sinds 2002 cursussen, en willen er in de toekomst meer gaan geven", zegt Lisa Kleeven, hoofd van de educatieafdeling van Foam. Ze ziet de populariteit inderdaad groeien. Gaan musea in de toekomst studies aanbieden? "Dat kunnen we ons wel voorstellen. Sommige scholen en musea werken al intensief samen. Het vergt een andere organisatie, maar de mogelijkheden zijn er."
Het is de vraag of het wel de taak van musea is om cursussen te geven. Matena van de Museumvereniging: "Musea moeten zich bezighouden met wat mensen interessant vinden. Bezoekers hebben steeds vaker behoefte aan een divers aanbod. Concluderend: ja dus. Cursussen en workshops liggen in die lijn, de kern van een museum moet echter de eigen collectie blijven, niet de onderwijstaak."
Musea lijken de particuliere onderwijstaak toch redelijk serieus te nemen. De jaarcursus van het Rijksmuseum, tekenen en schilderen, kost 775 euro. 'In deze cursus krijgt u de tijd om, zoals op een echte academie, gedurende een jaar het tekenen en schilderen in al hun facetten te onderzoeken', meldt de website. De workshops (tekenen, schilderen, beeldhouwen) bij het Kröller-Müller kosten 225 per twee uurtjes les, de materiaalkosten zijn daar overigens niet bij ingerekend.
Het Van Gogh Museum begon in de jaren zestig als een van de eersten met cursussen. Inmiddels biedt het museum een jaarcursus voor 'jonge professionals' aan, waarbij de deelnemers leren hoe je een tentoonstelling inricht. Gedurende de populaire cursus 'De kunst van het tentoonstellen' krijgen de leerlingen constante begeleiding, lessen in groepen (12 tot 15 studenten) en masterclasses door specialisten uit de museumwereld. Kosten: 1500 euro (exclusief btw).
undefined
Certificaat
"We noemen het geen workshop, geen cursus en geen opleiding", vertelt Edwin Becker, de initiatiefnemer en hoofd tentoonstellingen van het Van Gogh. "Het is meer een leer/werk-traject." De cursisten maken huiswerk, worden getoetst en krijgen een certificaat mee naar huis. "Maar dat is meer pro-forma hoor." De 'masterproof' is een eigen tentoonstelling in het Mesdag Museum in Den Haag.
Komen de musea zo in het vaarwater van bestaande kunstopleidingen? Soms wel, blijkt na een kleine rondgang. "Ik vind het niet zo'n verkeerde ontwikkeling", zegt Teus Eenkhoorn, directeur van de Reinwardt Academie, waar hbo-studenten worden opgeleid voor een baan in de museumwereld. "Ik heb docenten in dienst die ook freelancen voor musea." Volgens hem is het vrij logisch wat er nu gebeurt. "Musea moeten het hoofd boven water houden na het snoeien in de subsidie." Het is volgens hem geen echte scholing, maar meer bijscholing waar musea zich op richten.
undefined
Dezelfde vijver
Luk van Driessche, directeur van de Wackers academie in Amsterdam, vindt de ontwikkeling kwalijker dan zijn collega. Hij voelt zich bedreigd. Opleidingen en musea zijn in elkaars vaarwater terechtgekomen en vissen ook nog eens in dezelfde vijver, zegt hij.
De Wackers Academie biedt korte en langere cursussen tekenen, schilderen en beeldhouwen aan, naast hbo-opleidingen. Van Driessche ziet de aantallen studenten sterk teruglopen doordat hij moet concurreren met de plaatselijke musea en zet vraagtekens bij hun opleidingskwaliteiten. Van Driessche: "De leraren hebben veel minder expertise en worden vaak maar beperkt om- of bijgeschoold. De museumopleidingen bieden de cursisten bovendien weinig leerzame 'pretpakketten' aan."
"Vijvers genoeg", laat Ariane Berends-Brouwer hoofd van de Tekenacademie (regio Utrecht, Amsterdam, Rotterdam) weten. Zij heeft nog geen last van de museumcursussen. "Hoe meer mensen beginnen met tekenen, hoe groter de vraag naar professionele lessen wordt", hoopt ze bovendien. Ze maakt een vergelijking met sportclubs. "In elke plaats is wel een soort sportclub om de vraag van de doelgroep op te vangen".
undefined
Leren zingen bij de Opera
De Gerrit Rietveld Academie ziet nog geen donkere wolken aan de lucht. "Opleidingen faciliteren is niet de 'core business' van musea, en gaat dat ook nooit worden", zegt kwaliteitsbewaker van de Rietveld, Jet Landman. "De vergelijking tussen echte opleidingen en cursussen is nog ver te zoeken. Willen ze zich met ons meten, dan moet een opleiding eerst geaccrediteerd en erkend worden." Een uitgebreidere samenwerking tussen scholen en musea kan ze zich wel voorstellen in de toekomst. "Voor nu voelen we ons verre van bedreigd."
De 'cursustrend' doet zich niet alleen voor in de museumwereld. Ook bij De Nationale Opera & Ballet en het Concertgebouw zijn cursussen te volgen.
De eerstgenoemde biedt af en toe zangcursussen aan in samenwerking met het Internationaal Vocalisten Concours. Het Concertgebouw biedt de series 'Zing en beleef' aan: verschillende cursussen waarbij de cursist kan meezingen met Mozart of de Matthäus-Passion. De lessen zijn online te bestellen.
undefined