Op deze school is niemand de baas (want je kunt kinderen beter niet dwingen)
Democratische scholen zijn gebouwd op de resten van Iederwijs, de gestrande vernieuwingsbeweging. Voor de opvolgers zijn wachtlijsten. Vooral ouders die elders niet vinden wat ze voor hun kind zoeken, melden zich hier.
Een tenger meisje van zes, dat net door haar moeder met de auto is afgezet, wijst naar een klein laag gebouw. Het is omringd door een betegeld plein waarop ook een blauwgrijs prefab gebouw staat. De schooldag is net begonnen. Groepjes kinderen spelen buiten. Binnen geeft directeur Maaike van Mourik een rondleiding, met haar IJslandse hond aan de lijn. Jongere kinderen vliegen gretig op het dier af.
De Vallei in het Gelderse Driel is, net als de meeste democratische scholen, opgericht door ouders die in het reguliere onderwijs niet vonden wat ze zochten voor hun kind. "Toen mijn oudste naar school moest, kon ik geen school vinden die er rekening mee hield dat mijn zoon al kon lezen", vertelt Van Mourik.
Op zoek naar een alternatief, stuitte ze op het in 2002 begonnen Iederwijs. Die kennismaking leidde ertoe dat Van Mourik zelf een school opzette, in hetzelfde jaar als waarin ze haar diploma onderwijsmanagement haalde.
De Vallei in het Gelderse Driel is één van de twee democratische basisscholen in Nederland die niet particulier zijn en dus bekostigd worden door de overheid. De belangstelling voor democratisch onderwijs groeit. Zo heeft De Vallei een wachtlijst van 170 kinderen. "In Mexico hebben we daarom een energiezuinig gebouw besteld", vertelt Van Mourik. Op haar computer laat ze een foto zien van een bouwwerk dat aan drie zijden bedekt wordt door een aarden wal. "Dit komt na de zomer aan de rand van het schoolplein met daarin drie lokalen."
Wat, wanneer en hoe
Op het binnenplein van de school zijn bijna alle tafeltjes bezet met pratende kinderen. In de ruimtes eromheen en erboven zijn leerlingen bezig met knutselprojecten, kletsen of met een les. Op democratische scholen kunnen leerlingen zelf kiezen wat, wanneer en hoe ze leren. Er zijn wel reken- en taallessen, maar alleen op verzoek van kinderen zelf. De inhoud van zo'n les bepalen leerlingen en begeleiders samen.
Op deze maandagochtend volgt een aantal kinderen een les 'Op-weg-naar-VO'. VO staat voor voortgezet onderwijs. In een klein lokaal zitten zo'n elf leerlingen in groepjes met een paar vellen rekensommen voor zich. Op een whiteboard legt leerkracht Esther Snelders deelsommen uit. Het zou een rekenles op een reguliere school kunnen zijn. Met dit verschil dat Esther niet bepaalt wat er wordt gedaan in de les of controleert of leerlingen fouten hebben. Dat doen leerlingen zelf.
"Op deze manier kunnen leerlingen zich in twee jaar tijd de verplichte basisschoolstof voor rekenen en taal eigen maken", zegt Van Mourik. "Zodat ze daarna kunnen doorstromen naar het voortgezet onderwijs."
Meer dan de helft van de leerlingen gaat na De Vallei naar havo of vwo. De rest kiest voor vmbo, speciaal onderwijs of het democratisch vervolgonderwijs, want dat is er in Driel ook.
Niet willen missen
Schoolse vakken volgen is maar één van de mogelijkheden. Spelen, naar een winkel gaan om daarna pannenkoeken te bakken op school, naar het bos gaan of een bedrijf bezoeken kan ook.
De democratische scholen komen voort uit de vernieuwingsbeweging Iederwijs. Die begon in 2002 en stopte na acht jaar. De vrees dat veel spelen niet goed zou uitpakken, was destijds de aanleiding voor veel politieke en maatschappelijke commotie. "Iederwijs-kinderen worden social dropouts zonder basiskennis, voorspelde onderwijseconoom Henriëtte Maassen van den Brink, tegenwoordig voorzitter van de Onderwijsraad.
Maassen van den Brink en andere critici hebben geen gelijk gekregen, blijkt uit het boek 'De gelukkige school', dat eerder dit jaar verscheen bij de educatieve uitgeverij SWP. In het journalistieke onderzoeksboek blikken oud-leerlingen van de eerste Iederwijsschool terug. Het gros van de ondervraagde kinderen heeft een havo-diploma of hoger behaald en kijkt met plezier terug op zijn school. Het is vooral sociale en emotionele groei die ze op Iederwijs doormaakten, waar de oud-leerlingen blij mee zijn. "Ik had Iederwijs niet willen missen", zeggen velen.
Natuurlijke nieuwgierigheid
Niet álle leerlingen zijn echter enthousiast over de grote vrijheid die ze kregen om te bepalen wat ze wilden leren en hoe. Er was wel erg weinig structuur, vinden ze. En het is niet makkelijk als alles uit jezelf moet komen. De meeste oud-leerlingen aarzelen dan ook over de vraag of ze hun eigen kind naar Iederwijs zouden sturen. Zo'n school moet bij een kind passen, zeggen de meesten.
Democratische scholen zeggen dat ze uitgaan van een natuurlijke nieuwsgierigheid van kinderen. Dat werkt beter dan dwingen, stellen ze. Maar wat doe je met een kind dat liever wil spelen dan lezen of rekenen? Of dat wel wil leren lezen, maar daar niet om vraagt?
Schooldirecteur Van Mourik vervolgt haar ronde door de school. "Ieder kind heeft een coach bij wie het zich aan het begin van de dag meldt", vertelt ze. De coach heeft als taak het volgen en observeren van de leerling: gesprekken voeren over hoe het gaat, welke activiteiten het kind ontplooit en welke (leer)wensen het kind heeft.
De coach helpt het kind helder te krijgen wat het wil leren en hoe. "Laatst wilde een 6-jarige jongen een voorstel indienen om het schoolplein aantrekkelijker te maken. Toen ik hem begeleidde bij het invullen van een voorstelmotie-formulier, bleek dat hij niet kon schrijven. 'Hoe lossen we dat op?', vroeg ik hem. Een paar woorden kende hij wel. Ik kon toen signaleren wat zijn niveau was en dit in zijn dossier zetten. En hij merkte dat lezen en schrijven belangrijk zijn als je iets wilt in de wereld", zegt Van Mourik.
Structuur zelf bedenken
Ook De Ruimte in Soest, met ruim 140 leerlingen de grootste democratische school van Nederland, werkt met zogeheten dossierhouders die leerlingen volgen en hun ontwikkeling bijhouden voor henzelf én voor de Onderwijsinspectie. De helft van de kinderen die van De Ruimte komen, gaat naar het mbo. De andere helft stroomt door naar havo of vwo, begint een eigen bedrijf of gaat werken of reizen.
Net als De Vallei, heeft De Ruimte in de loop van haar bestaan meer structuur gekregen om het samen leven en leren werkbaar en prettig te houden. Het verschil met een reguliere school is dat leerlingen op De Ruimte zo'n structuur zelf bedenken en in samenspraak met begeleiders mee helpen realiseren.
"Zelfstandig leren werken is belangrijk", vertelt staflid Margo Bruins terwijl ze naar een open space loopt, een plek waar leerlingen voor zichzelf of in groepjes kunnen werken en waar het rustig móet blijven. Op weg daar naartoe komen we door een ruimte met vooral banken, waar jongens in de basisschoolleeftijd computerspelletjes spelen en een paar pubers languit liggen te slapen.
Burgerschap
Door de ruimte verspreid staan groepjes tafels waar docenten Duits en wiskunde geven aan kleine groepjes jongeren. Een meisje zit achter haar laptop te werken. Op de bank leest een ander meisje een Engels fantasy-boek. Het bevalt haar goed op De Ruimte, vertelt ze. Maar haar zusje is onlangs vertrokken naar een reguliere middelbare school. "Ze vond dat ze niet genoeg motivatie en zelfdiscipline had om hier te halen wat ze wilde halen."
Naast zelf kiezen wat je wilt leren, is het samen met leerlingen besturen van de school datgene waarin een democratische school verschilt van een reguliere. Van iedere leerling wordt verwacht dat hij of zij een actieve rol speelt in het draaiend houden van de school. Daarvoor zijn er kringen: een soort projectteams die verantwoordelijk zijn voor het besturen van de school, de inrichting, het lunchcafé, ICT, pr of de kinderboerderij. In een kring is niemand de baas, maar wordt er gepraat over een voorstel totdat iedereen consent geeft: geen bezwaar maakt tegen de beslissing.
Door de deelname aan kringen leren leerlingen hun wensen omzetten in gerichte acties, een manier waarop de school het burgerschap van leerlingen helpt ontwikkelen. Makkelijk is het niet om altijd zelf de verantwoordelijkheid te dragen voor je leven en wat je leert.
"Je kunt hier niet consumeren", stelt Bruins. "Als je iets wilt, zul je zelf in beweging moeten komen."
Van Mourik bevestigt dat. "Democratisch onderwijs is niet geschikt als je continu wilt worden aangestuurd. Maar dat is niet erg. Onze vrijheid van onderwijs is er vooral om te zorgen dat iedere ouder kan kiezen wat bij hem of haar past. Voor een deel van de kinderen is dat democratisch onderwijs."
Achthonderd leerlingen op het democratisch onderwijs
Op een democratische school kan een kind zelf kiezen wat, wanneer en hoe het leert en waarin het les wil krijgen. Scholieren besturen samen met de docenten de school. Democratische scholen komen voort uit de vernieuwingsschool Iederwijs. De eerste begon in 2002 en de laatste sloot in 2010 zijn deuren, na een storm van negatieve berichtgeving en financiële tekorten. Drie Iederwijsscholen - De Ruimte in Soest, De Vrije Ruimte in Den Haag en nog een derde, inmiddels opgeheven school - gingen in 2005 verder als democratische school. Sindsdien groeide het aantal democratische scholen naar vijftien met nu in totaal ruim achthonderd leerlingen. De scholen zijn goedgekeurd door de Onderwijsinspectie.
Nieuwe scholen
Het wetsvoorstel 'Meer ruimte voor nieuwe scholen', waarover de Tweede Kamer zich dit kwartaal buigt, beoogt nieuwe scholen op basis van een nieuw pedagogisch concept minder in de weg leggen. Tot nu toe is het oprichten van nieuwe scholen vooral mogelijk als er wordt gewerkt op basis van een erkende denominatie. In de toekomst kunnen ook andere scholen, bij voldoende animo van ouders, op basis van nieuwe onderwijsconcepten hun entree maken in het bekostigde stelsel.
Lees ook: Leerling, gezel en meester op de Mensenschool
Jenaplanscholen scoorden twintig jaar geleden slecht op taal en rekenen, maar verbeterden die prestaties. Van het mooie concept bleef volgens jenaplanliefhebber en schooldirecteur Edwin Solen weinig over. 'Het werd een duffe boel.' Maar De Kleine Planeet in Deventer blaast het jenaplanonderwijs nieuw leven in.