Op de olympische mascottes rust een vloek, denken veel Chinezen
Volgens veel Chinezen zijn de mascottes voor de Olympische Spelen in Peking lang niet zo onschuldig als ze lijken. China wordt dit jaar geteisterd door natuurrampen en andere calamiteiten, en daar zouden de vijf figuurtjes een rol in hebben.
De panda-mascotte (Jingjing) zou symbool staan voor Sichuan, de door de recente aardbeving hevigst getroffen provincie, beroemd om zijn panda’s. De Tibetaanse antilope (Yingying) is voorbode van de rellen in Tibet. De zwaluw (Nini), die lijkt op een vlieger, verwijst naar het dodelijk treinongeluk in april in Weifang, bekend vanwege een vliegerfestival. De mascotte die het olympische vuur symboliseert (Huanhuan), heeft de buitenlandse protesten bij de fakkeltocht aangewakkerd. De vis (Beibei) staat voor de recente overstromingen in Zuid-China.
De regering probeert theorieën over de ’vervloeking’, die onder andere op internet circuleren, de kop in te drukken. Meldingen erover op websites komen doorgaans de censuur niet meer door. De overheid moet officieel niets hebben van bijgeloof, dat diep in de Chinese cultuur zit geworteld. Al kan diezelfde regering het soms ook niet laten: voor de opening van de Spelen koos ze de achtste dag van de achtste maand om acht uur. Voorspoediger kan niet: acht is het ultieme geluksgetal in China.