Oorverdovend stil bleef het toen regisseur Jan Keja een Emmy Award won
Volop aandacht deze week voor de Emmy Award die John de Mol won met 'The Voice'. Toen regisseur Jan Keja in de jaren zeventig twee keer werd opgemerkt door de jury van de belangrijkste Amerikaanse tv-prijzen was de media-aandacht in Nederland miniem.
Het weldenkende deel der natie uitte in de jaren zeventig van de vorige eeuw voortdurend zijn zorgen over de vertrossing van Nederland. De oppervlakkigheid won volgens pessimisten snel terrein. De televisie was een van de grote boosdoeners, met de nog jonge omroep TROS voorop. Want die leek voorgoed afscheid te hebben genomen van de verheffingsgedachte. Amusement was daar het speerpunt: Nederlandstalige muziek met de besnorde Chiel Montagne, missverkiezingen gepresenteerd door Willy Dobbe en de dijenkletshumor van André van Duin en de Mounties.
Toch bood deze omroep ook wel degelijk ruimte voor kwaliteit. Na zich eerder te hebben beziggehouden met werk van Tsjechov, verfilmde regisseur Jan Keja midden jaren zeventig voor de TROS verhalen van Roald Dahl. Een van de afleveringen leverde hem in 1975 een nominatie op voor een Emmy Award, de belangrijkste Amerikaanse tv-prijs. Geld om naar Amerika te gaan voor de uitreiking was er niet, herinnert de tv-maker in ruste (76) zich. "Ik kreeg een soort oorkonde thuis gestuurd."
Na dit succes waagde Keja zich voor de TROS aan het oeuvre van de Franse grootmeester van het korte verhaal, Guy de Maupassant. Schrijver Anton Quintana verzorgde de scripts. Niet elke acteur liet zich strikken voor het medium tv. "Sommigen vonden dat toen nog te ordinair." Toch zaten in de cast veel vakmensen die al naam hadden of nog zouden krijgen: onder anderen Bram van der Vlugt, Anne-Wil Blankers, Derek de Lint, Piet Römer en Pleuni Touw.
De aflevering 'De vlieg' werd ingezonden naar de jury van de Emmy's. "Omdat vooraf al duidelijk werd dat ik gewonnen had, mocht ik nu wel gaan. Het enorme geweld waarin ik in een hotel in New York terecht kwam, overdonderde me. Echt Amerikaans georganiseerd. Niet de manier waarop wij dat als voorzichtige boeren in Holland deden. Bij de uitreiking werd ik besprongen door allerlei producers die met me wilden werken. Ik dacht: die wimpel ik wel af. Maar er waren hardnekkige types bij. Ik had helemaal geen zin in werken in Amerika. Producers waren daar allesbepalend. Als regisseur was je uitvoerder. In Nederland zat ik bovenop het hele proces. Dat had soms ook nadelen. Elke productie trok een wissel op je gezondheid."
Tijdens het feest na afloop kreeg Keja ("Mijn werk was brutaal, zelf was ik uiterst bescheiden") complimenten van hem volkomen vreemde mensen. "Amerikanen mogen prestatiegericht zijn, ze gunnen je ook succes. Het voelde als een warme douche."
Het stond in schril contrast met de ontvangst in Nederland. "Vanuit de hoek van collega's bleef het oorverdovend stil. Ja, een zei er: als ik het gemaakt had, was het beter geworden."
De media-aandacht was miniem. "Bij terugkomst op Schiphol stond er één journalist, van De Telegraaf. Dat er zo weinig interesse was, kwam misschien omdat het iets van de TROS was. Maar buiten mensen in het vak hadden maar weinig Nederlanders ooit van de Emmy Awards gehoord." RTL Boulevard-achtige showbizz- en mediaprogramma's bestonden nog niet.
De bewerkingen van De Maupassant werden verkocht aan 25 landen. Zelf is Keja er niet rijker van geworden, de TROS ook niet. "Waarschijnlijk was het goed voor de producer die de rechten had."
Keja bleef nog lang regisseren: drama, comedyseries, maar ook gewaardeerde kinderprogramma's als 'Sesamstraat' en 'Klokhuis'. De Nederlandse tv-wereld zag hij Amerikaanser worden: meer denken in formats en doelgroepen, minder ruimte voor experiment en verbeelding.
Nu is Keja televisieconsument. Hij heeft een apart kamertje in zijn huis waar hij zijn eerste liefde, de muziek, weer heeft opgepakt. "Als ik piano speel, zie ik in de vensterbank mijn Emmy staan. Dan denk ik: dat heb ik toch maar bereikt."
undefined