Oorlogsbrieven koningin Wilhelmina openbaar
Alle brieven en kattenbelletjes die koningin Wilhelmina tijdens de oorlog aan het kabinet en individuele ministers schreef, zijn sinds vandaag openbaar. De eerste dinsdag van elk jaar is Openbaarheidsdag. Dat is de dag dat de geheimhouding op bepaalde overheidsarchieven vervalt.
Zo is het hele archief van het Kabinet der Koningin van 1940 tot en met 1945 - bij elkaar zo'n dertig stekkende meter - door iedere belangstellende op het Nationaal Archief in Den Haag in te zien.
Het is de vraag of uit dat vrijgegeven archief nog grote onbekende feiten naar voren zullen komen. De historici Loe de Jong en Cees Fasseur (biografie van Wilhelmina) hebben deze dossiers voor hun boeken reeds mogen inzien. In ieder geval zijn sinds vandaag hun bronnen voor het eerst controleerbaar.
Voor amateurhistorici is de correspondentie van Wilhelmina met ministers, maar ook met gezagsdragers in Nederlands-Indië, eveneens bijzonder historisch materiaal. Het geeft een prachtige inkijk in de wijze waarop de koningin in die oorlogsjaren met bewindslieden omging.
Een voorbeeld is de brief die zij aan de kabinetsformateurs Drees en Schermerhorn vlak na het einde van de oorlog schreef. Ze was erg ontevreden over de samenstelling van het nieuwe kabinet.
Wilhelmina wees erop dat vooral de zuidelijke provincies van het land enorm hadden geleden door de oorlog: 'U heeft mij niemand genoemd, minister of andere belangrijke functionaris, die geacht kan worden representatief te zijn, met name voor Zeeland en Limburg'.
Naast de brieven van Wilhelmina zijn gisteren bijvoorbeeld ook de kabinetsnotulen uit 1990 openbaar gemaakt. Dat was het jaar dat de Golfoorlog uitbrak en Nederland flink discussieerde over de opvang van vluchtelingen in tentenkampen.