Ook de kennis over Iraks erfgoed is straks verloren
Irak dreigt niet alleen op grote schaal van zijn erfgoed te worden beroofd, er zijn ook steeds minder mensen die er verstand van hebben, waarschuwt Rients de Boer.
De moedwillige vernietiging van Assyrische en Parthische standbeelden in het museum van Mosul heeft internationaal tot verontwaardiging geleid. Terecht. Maar waar velen niet bij stilstaan is dat in Irak en Syrië de kennis en kunde om dit erfgoed te bestuderen, te duiden en te conserveren, eveneens verloren dreigt te gaan.
Als onderzoeker van het oude Midden-Oosten ben ik altijd blij met aandacht voor mijn vakgebied, maar liever niet op deze wijze. Ik ben assyrioloog, verbonden aan de vakgroep oudheidkunde van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Een assyrioloog doet voor Irak en Syrië wat een egyptoloog doet voor Egypte: het bestuderen van de oude culturen in deze landen door middel van teksten. Dit in tegenstelling tot een archeoloog die weliswaar dezelfde culturen bestudeert, maar dit doet door bestudering van de materiële cultuur zoals architectuur, munten, potscherven, beenderen et cetera.
De assyriologie bestudeert de talloze kleitabletten (letterlijk honderdduizenden) achtergelaten door Sumeriërs, Babyloniërs en Assyriërs. Het is een klein maar veeleisend vakgebied: ten eerste dient men meerdere oudere talen te beheersen, maar dan wel geschreven in spijkerschrift. Een studie op zich. Ten tweede moet men kennis hebben van een uitgebreide bibliografie. De vier jaar studie die hiervoor in Nederland staat is eigenlijk onvoldoende. Daarnaast staat de assyriologie als klein geesteswetenschappelijk gebied constant onder (financiële) druk.
undefined
Spijkerschrift
Zorgwekkender is de huidige toestand van de assyriologie (en ook de archeologie) in met name Irak. Afgezien van de vele roofopgravingen in de afgelopen decennia dreigt het vermogen in dit land om spijkerschriftteksten te lezen en te begrijpen ook te verdwijnen. De eerste generatie Iraakse assyriologen werd in de jaren veertig, vijftig en zestig opgeleid in het Westen. Deze generatie heeft echter grote moeite gehad om zijn kennis en kunde over te dragen. Hiervoor zijn globaal vier redenen: het ontbreken van goede onderzoeksbibliotheken in het Midden-Oosten, het feit dat getalenteerde studenten geacht worden iets 'nuttigers' te studeren, zoals medicijnen of werktuigbouw, corruptie (waardoor de beste mensen niet op de juiste plekken komen) en een gebrek aan geld en middelen. Het gevolg is dat deze eerste generatie onderzoekers aan de tweede generatie eigenlijk niet hetzelfde wetenschappelijke niveau heeft kunnen doorgeven. En de derde generatie ... nou ja dat laat zich raden.
undefined
Nog niet bestudeerd
De eerste generatie goede assyriologen is bijna uitgestorven of gevlucht. De Irakezen die zich in Irak nog bezighouden met de studie van hun pre-islamitische erfgoed lopen tegen de grenzen van hun kunnen op. Het gevolg is dat er nog wel opgravingen worden gedaan, maar dat uitwerking en publicatie van deze vondsten te wensen overlaten, voor zover die nog mogelijk zijn.
Het Nationaal Museum in Bagdad zit vol met ongepubliceerde spijkerschriftteksten, onbestudeerde objecten en onbenutte opgravingsrapporten. Bij de plundering van dit museum in 2003 was de angst van mijn vakgenoten dan ook niet zozeer dat de topstukken zouden verdwijnen. Deze zijn goed gedocumenteerd, bestudeerd en moeilijk te verkopen. Erger vond men het mogelijk verloren gaan van het nog niet bestudeerde materiaal.
Er is dus voor de rest van de wereld een noodzaak om Irak (en Syrië) hierin te ondersteunen. Het behoud van het vermogen in Irak om het eigen verleden te bestuderen is net zo belangrijk als het behoud van fysiek erfgoed.
Dit kan al door in Nederland het belang te zien van de studie van oude culturen en deze passend te financieren. Hierdoor zouden Nederlandse onderzoekers hun Iraakse collega's kunnen helpen met het behoud en de studie van dit belangrijke, universele erfgoed.
undefined