Column
Onze agressie tegen dementerenden
Het oude spirituele inzicht dat we selectief naar de wereld kijken, is in onze tijd van nepnieuws gemeengoed geworden. Elk mens leeft in een bubbel. We plukken uit de werkelijkheid wat past bij wat we toch al dachten. Dat geeft een prettig, zelfbevestigend gevoel. Maar zien we de ander dan echt? Natuurlijk niet.
In mijn vorige column schreef ik dat je dementerende ouderen als leermeesters in levenskunst kunt zien. Juist door hun onvoorspelbare gedrag houden ze je wakker, ze prikken de bubbel door waarmee we het leven klein en overzichtelijk maken. Dat is me in mijn werk als geestelijk verzorger regelmatig gebeurd.
In haar reactie plukt Leonie Breebaart iets heel anders uit mijn stukje. Ik zou de 'pijn van het verlies aan controle' negeren.
Inderdaad zijn er weinig dingen die je leven zo op zijn kop zetten als de diagnose alzheimer, en dat geldt ook voor de omgeving. Maar mijn column ging over bewoners van een gesloten afdeling. Die hebben weinig besef meer van hun controleverlies, en dus ook niet van de pijn.
Verder denkt mijn gewaardeerde inktcollega dat ik het zoeken naar een medicijn 'als een vorm van agressie' tegen de patiënten beschouw. Nee hoor. Ik schreef juist dat het 'heel goed' is dat er gezocht wordt naar een behandeling.
Agressie
Dementie is een rotziekte, dat is een feit zo hard als een kalknagel. Wie het hierbij wil laten, heeft mijn zegen. Zelf vind ik het een boeiende vraag of er daarnaast nog een andere visie mogelijk is. Want hoe gaan we met deze ongeneeslijke patiënten om? Beschouwen we hen als mindere mensen, als tastende zombies, of als ongelukkige zielenpieten? Dat is reductionistisch bubbeldenken.
Omdat deze patiënten weinig verweer hebben, vullen we te snel dingen voor hen in. Ik verzet me daartegen. Want zo versterken we hun vervreemding: zij weten zelf al nauwelijks meer wie zij zijn, waarbij we er nog een schepje bovenop doen door hen te veranderen in iets wat onze mening (en angsten) bevestigt. Dat vind ik nou 'agressie' tegen dementerenden.
Interpretatie
Ik stel een andere, spirituele kijk voor waarin we demente mensen niet als een last maar een gave zien. Niet omdat ze soms onbedoeld grappig overkomen, maar omdat ze op 'een andere manier menselijk zijn' dan wij. Dat kan ons verlossen uit onze bubbel waardoor we anderen inlijven. Een verfrissende en openende ervaring.
Neem bijvoorbeeld die ingezonden brief van een lezeres. Die schrijft dat ze mijn visie niet herkent, omdat ze op de afdeling van haar moeder alleen 'zwijgende en voor zich uit starende mensen' ziet. De implicatie is dat ze niet gelukkig zouden zijn. Immers, wijzelf gedragen ons zo alleen als we neerslachtig zijn. Maar de meesten van dergelijke bewoners, is mijn ervaring, doen mee aan activiteiten en zijn dus zeker niet depressief. Kijk, hier spat onze bubbel uit elkaar: terwijl wij hun gedrag negatief interpreteren, blijkt hun realiteit heel anders te zijn. Urenlang staren ze voor zich uit, zonder dat zij zich ongelukkig voelen.
O ja, genoemde lezeres schrijft ook dat ze van haar demente moeder geduld heeft geleerd. Toch haar leermeester?
Je hoeft niet gelovig te zijn om in dementie, naast alle moeite en verval, ook iets goeds te kunnen zien. Als de schaduw van God, zingt de kerk (Liedboek 265):
'Gij waakt en draagt
en vraagt aan mij
of ik verdragen kan
uw schaduw aan mijn zij'.
Lees ook: Dementerende ouderen zijn onze leermeesters in wijsheid en levenskunst
Lees ook: Dementie betekent in de eerste plaats verlies