Onvrede in reisbranche over te korte krokusvakantie
AMERSFOORT - De commissie vakantiespreiding van de Raad voor de openluchtrecreatie gaat een onderzoek instellen naar de ervaringen van scholen en de toeristisch recreatieve sector met de nieuwe vakantieregeling. Uit de toeristische branche komen daar veel klachten over.
Vooral de vandaag begonnen krokusvakantie, die dit jaar zonder enige spreiding in tegenstelling tot vorig jaar is samengeperst in één week, heeft bij het toeristisch bedrijfsleven kwaad bloed gezet, omdat daardoor aan hun omzet zou worden getornd.
Naar schatting vertrekken dit weekeinde zo'n half miljoen Nederlanders naar hun zon- en sneeuwbestemmingen, een ongehoord aantal voor een tussendoor-vakantie. Oorzaak: een enkele jaren geleden gemaakte fout bij het ministerie van onderwijs. Dat realiseerde zich bij het opstellen van nieuwe vakantieroosters voor het basis- en voortgezet onderwijs niet tijdig, dat in de geplande tweede week juist de verkiezingen voor de Provinciale Staten vielen. De week werd geschrapt met als gevolg dat de twee regio's noord en zuid er nu gezamenlijk in één week op uit trekken.
Volgens directeur Ruud van Dijk van Interhome, een van de grootste verhuurders van vakantiebungalows in het buitenland, derft zijn bedrijf daardoor tien procent aan overnachtingen. Ook directeur Hans de Jong van De Jong Intra gewaagt van een terugloop. Het bedrijf steunt in het winterseizoen voor de helft op de krokusvakantie.
Al enkele jaren worden uit de toeristische branche kritische geluiden gehoord over de vakantiespreiding, sinds deze sinds 1993 in nieuwe regels werd gevat. Aanleiding voor die wijziging was de wens van het onderwijs meer regelmaat in het werk te brengen. Acht weken werken, één week vrijaf, wilden de scholen. Met die cyclus als basis is toen een, nog tot 1998 lopend, nieuw vakantieschema opgesteld, dat wezenlijk verschilde van het oude. De traditionele vakanties rond de christelijke feestdagen vervielen. In de plaats daarvan kwam er een week vakantie in mei bij (rond koninginnedag en 5 mei) en moest de grote zomervakantie over negen in plaats van tien weken worden gespreid. De herfst- en de krokusvakantie werden gehandhaafd.
Klacht van de toeristische branche is nu dat de vakanties in een nog krappere jas zijn komen te steken. Hoewel de scholen vrij zijn in het vastleggen van de korte vakanties wordt zelden afgeweken van de adviezen. Dat betekent dat heel Nederland de meivakantie in de week rond koninginnedag viert en de krokus- en herfstvakantie over slechts twee weken wordt gespreid.
“De spreiding was vijftien jaar geleden beter geregeld dan nu”, constateert van Dijk. “Toen werd er tenminste nog over tien weken gespreid. Nu moet iedereen binnen negen weken weg. Ik ben ervan overtuigd dat wanneer de spreiding met twee weken aan het begin en twee aan het eind zou worden verruimd, de prijzen met 30 procent omlaag zouden kunnen. Ook de spreiding van de korte vakanties vindt hij veel te mager. In Frankrijk spreiden ze de wintervakantie over vier weken. De toeristische branche heeft daardoor dit jaar meteen 15 procent meer omzet.
De Jong: “Het is typisch Nederlands dat wij wel zullen bepalen wie de dienst uitmaakt in de vakantiegebieden. Wie zijn wij eigenlijk? De grootste Britse touroperator Thomson vult alleen op Mallorca meer bedden dan de Nederlandse reisorganisaties samen in heel Spanje. Het wordt hoog tijd dat er Europese afspraken komen.” Kritiek heeft hij ook op de starre houding van het onderwijs, dat ouders niet toestaat hun kinderen een paar dagen eerder van school te halen, om nog net in het goedkopere voorseizoen, buiten de drukte, af te reizen. “Doe je dat wel dan dreigt een boete. Dat geldt zelfs voor de peuters en kleuters. In Engeland is dat beter geregeld: daar heeft elke leerling recht op een aantal snipperdagen.”
Secretaris mr. Henk van Waveren van de Raad voor de openluchtrecreatie, is het met dat laatste wel eens. “Ook de commissie vakantiespreiding heeft daartoe in 1992 geadviseerd. Zij stelde een voorzichtige proef met twee snipperdagen voor, maar dat bleek politiek niet haalbaar.”
De rest van de klachten uit de toeristische en recreatieve hoek zegt hij eveneens te begrijpen, maar hij wijst ook op de tegengestelde belangen. “Die zijn er zelfs binnen de toeristische sector. Campingexploitanten staan echt niet te springen om in voor- en naseizoen langer open te zijn”. Voorzitter Rob Selderijk van 'Veluwe vakantieland campings', waarbij veertien campings zijn aangesloten, bevestigt dat. “Ik heb liever één week een volle camping dan twee weken een halve bezetting. Dan moet je ook twee weken alle voorzieningen op peil houden. Dat kost veel geld.”
Niet op één lijn
Ook binnen de commissie botsen de belangen. Van Waveren daarover: “In de commissie zijn het onderwijs, de toeristische branche en de Stichting van de arbeid (werkgevers en werknemers) vertegenwoordigd, en die zitten lang niet altijd op één lijn. Onderwijs houdt vast aan die acht weken-cyclus, waardoor vooral de spreiding van krokus- en de herfstvakantie wordt beperkt. Onderwijs wil ook dat er in de zomervakantie tenminste drie weken in de drie regio's worden overlapt. Mensen moeten ook met kennissen uit een andere regio samen op vakantie kunnen. En die drie weken haal je alleen als je de spreiding tot negen weken beperkt. Maak je er tien van dan worden nog maar twee weken overlapt.”
Ook praktisch ziet hij bezwaren tegen verruiming van de spreiding. “Eerder beginnen kan nauwelijks, want door eindexamens en herkansingen zijn de scholen tot ver in juni bezig. En verlengen tot in het najaar? Ik weet niet of de mensen dat zelf wel zo op prijs zouden stellen.”
Overigens weerspreekt hij dat de spreiding in Nederland slecht geregeld zou zijn. “Mèt Duitsland hebben wij onze zaken het best voor elkaar binnen Europa. Dat bleek nog onlangs op een EU-conferentie over vakantiespreiding in Düsseldorf. De meeste landen doen nog nauwelijks aan spreiding; andere alleen nog bij de voorjaar- en najaarsvakantie.” In Düsseldorf bleek, naar zijn zeggen, trouwens ook dat georganiseerde vakantiespreiding binnen de EU 'een topic in het toeristisch beleid' aan het worden is. “Er zit echt wel beweging in.”