Onnodig rood is een Hollandse specialiteit
Twee jaar geleden incasseerde het Nederlands elftal onder de leiding van Hiddink in de persoon van Aron Winter de eerste rode kaart. Na die kaart werd Winter zelfs door zijn coach bedankt, want de noodrem-actie hield Oranje toen in de race tijdens de EK-thuiswedstrijd tegen Wit-Rusland.
De rode kaart voor Winter was een bijzondere. Welbeschouwd was het de eerste keer dat het om een 'professionele' en in de beleving van spelers en coaches dus 'nuttige' actie ging. De negen andere internationals die bij Oranje van het veld werden gestuurd, kregen die straf voor stomme acties. In de meeste gevallen ging het om onnodig revanche. In andere situaties - zoals bij Kluivert - was er niet het vermogen om rustig te blijven. Happen op provocaties, dat is op het rode kaarten-gebied een bij uitstek Nederlands trekje. Kluivert was de tiende Oranje-klant die van het veld werd gestuurd.
Johan Cruijff was in 1966 de eerste. Hij werd gevolgd door Piet Keizer (1967), Wim van Hanegem en Johan Neeskens (1976), Dick Nanninga (1978), Tscheu la Ling (1979), Wim Kieft (1985), Frank Rijkaard (1990) en Aron Winter (1995).
Kluivert had in Parijs zaterdag voldoende lotgenoten in de buurt. Neeskens en Rijkaard zijn assistenten van Hiddink, Cruijff, Keizer en Kieft volgen het WK als commentatoren. In chronologische volgorde de achtergronden van de voortijdige gang naar de kleedkamer van Kluiverts voorgangers als zondaars van Oranje.
1. Johan Cruijff. Amsterdam, 6 november 1966. Nederland-Tsjechoslowakije 1-2.
Het is pas de tweede interland van het 19-jarige supertalent. Cruijff is bij de jeugd en in het tweede elftal van Ajax al eens uit het veld gestuurd. Zo dun en zo jong hij ook is, hij weet alles al beter; veel beter dan de meeste scheidsrechters. Bij de jeugdwedstrijd tegen DFC is hij wegens voortdurend praten tegen de scheidsrechter weggestuurd. Kort hierna geeft Ad Boogaerts hem bij ADO 2-Ajax 2 een officiële waarschuwing, hetgeen hem op een schorsing van drie wedstrijden komt te staan.
Tegen de Tsjechoslowaken zijn de poppen andermaal aan het dansen. Op een provocatie van Horvath reageert Cruijff met een achterwaartse trap. Wanneer scheidsrechter Rudi Glöckner dat brandje wil blussen, komt Cruijff met zijn wapperende handjes verhaal halen. Driftig gesticulerend raakt hij de arbiter uit Oost-Duitsland in het gezicht. Johan moet van het veld en houdt tot op de dag van vandaag vol dat hij Glöckner niet heeft geraakt. Zijn maatje Piet Keizer kan hier jaren later nog over in de lach schieten. “Dat ontkennen was typisch iets van Johan. Natuurlijk gaf hij Glöckner een ram.” De KNVB straft Cruijff hard. Hij mag een jaar niet voor het Nederlands elftal spelen.
2. Piet Keizer. Rotterdam, 1 november 1967. Nederland-Joegoslavië 1-2.
Na zijn schorsing van (bijna) een jaar is Johan Cruijff er net weer bij, wanneer Piet Keizer zich niet kan beheersen in de oefenwedstrijd tegen de Joegoslaven. Keizer is al diverse keren heel hard aangepakt door rechtsback Dragan Holcer. Onder de ogen van de Duitse scheidsrechter Kurt Tschenscher laat de linksbuiten zich vervolgens gaan. Hij schopt Holcer gewoon neer en weet dat de zwaarste straf onvermijdelijk is. De KNVB straft nu nog zwaarder dan in het geval-Cruijff. Keizer wordt niet alleen voor het Nederlands elftal geschorst, maar ook voor Ajax. Die dubbele straf leidt er toe dat de meeste Ajacieden Oranje voortaan niet meer zien zitten. Het biedt vier weken na de wedstrijd tegen Joegoslavië ineens allerlei nieuwelingen de kans om tegen de Sovjet-Unie mee te doen: Jan van Beveren, Piet Romeijn, Henk Warnas, Piet de Zoete, Theo Pahlplatz en Henk Wery. In de Kuip wordt Ajax uitgelachen, want het versterkte B-elftal wint zowaar met 3-1. Piet Keizer heeft zijn buik vol van Oranje. Pas in 1970 zal hij zich weer laten selecteren.
3. Johan Neeskens. Zagreb, 16 juni 1976. Tsjechoslowakije-Nederland 3-1.
De spelers van het Nederlands elftal hebben voor de EK-eindronde in Joegoslavië met de KNVB alleen maar over de premies als aanstaande finalist onderhandeld. Over de eerste wedstrijd tegen Tsjechoslowakije maakt niemand zich zorgen. Dat is een ernstige misrekening. In de stromende regen bijten de underdogs fel van zich af. Oranje doet volop mee in de permanente sfeer van grove provocaties. Eerst moet Pollak er af na zware overtredingen tegen Johan Cruijff en Johan Neeskens. Oranje koestert de overtal-situatie geenszins. Nota bene net nadat Ondrus met een eigen doelpunt voor Oranje de gelijkmaker heeft geproduceerd (1-1), verliest Neeskens zich in een rancuneuze actie ten koste van de al op de grond liggende Nehoda. Scheidsrechter Clive Thomas kan niets anders doen dan de rode kaart andermaal uit de borstzak halen.
4. Wim van Hanegem. Zagreb, 16 juni 1976. Tsjechoslowakije-Nederland 3-1.
Na negentig minuten is het 1-1 en moet worden verlengd. Wanneer Nehoda in de twaalfde minuut van de extra tijd scoort, verstopt Wim van Hanegem de bal onder zijn shirt. Hij wijst Clive Thomas er op dat Nehoda eerst een zuivere free kick heeft gemaakt tegen Johan Cruijff. Ook bijt Van Hanegem de Welshman toe dat hij kort tevoren Feyenoord in de Europa Cup-wedstrijd tegen Benfica ook al een zuivere goal van Theo Laseroms door de neus heeft geboord. Wanneer Van Hanegem blijft treuzelen met de aftrap, verandert Thomas zijn eerste geel onmiddellijk in rood.
Johan Cruijff krijgt ook nog eens geel en hij had al een gele kaart uit een kwalificatiewedstrijd op zak. Voor hem is de eventueel te spelen finale dus onbereikbaar. Die finale blijkt onhaalbaar, want nog in het eerste deel van de verlenging bepalen de Tsjechoslowaken de stand in de strijd van tien tegen negen via een goal van Vesely op 3-1.
5. Dick Nanninga. Cordoba 18 juni 1978. Nederland-West-Duitsland 2-2.
Op de WK-eindronde in Argentinië moet Oranje tenminste gelijk spelen tegen de Duitsers om zicht te houden op de finale. In de tachtigste minuut - bij een 2-1 voorsprong voor West-Duitsland - wordt Dick Nanninga in het veld gebracht voor Piet Wildschut.
De stormram van Roda JC zorgt onmiddellijk voor onrust. Vier minuten is hij bezig wanneer René van de Kerkhof gelijk maakt. Weer vier minuten later moet Nanninga er af. Het is een hilarische rode kaart. Er wordt wat geduwd en getrokken. Scheidsrechter Mario Barreto uit Uruguay roept Nanninga eerst tot de orde.
Tot ieders verbazing wordt de invaller vervolgens de rode kaart voorgehouden. Nanninga zal er dit over zeggen:“Ik ben er uitgestuurd omdat ik de scheidsrechter heb uitgelachen. Echt nergens anders om.”
6. Tscheu la Ling. Leipzig, 21 november 1979. Oost-Duitsland-Nederland 2-3.
Vroeg in de wedstrijd is Ling de overtredingen van Weise al beu. Na de zoveelste fout van de Oostduitser gaat de Portugese scheidsrechter Garrido zijn eerste rode kaart trekken.
Ling is zo dom geen voordeel te halen uit die situatie. Hij geeft Weise ook nog even een dreun. Dat is dus twee keer rood.
7. Wim Kieft. Brussel, 16 oktober 1985. België-Nederland 1-0.
De WK-barrage tegen de Belgen is nog maar net begonnen als Wim Kieft zich uit zijn tent laat lokken. Er is een opstootje. Franky Vercauteren, een ras-provocateur, treitert Kieft. De spits reageert met een duwtje. Vercauteren doet alsof hij zwaar in het gezicht is geraakt en de Italiaan d'Elia laat zich meeslepen in dit theater. Rood voor Kieft, die nadien door Rinus Michels als een zwakke professional wordt gebrandmerkt.
8. Frank Rijkaard. Milaan, 24 juni 1990. Nederland-Duitsland 1-2.
Het WK-duel is twintig minuten oud, wanneer Rudi Völler ruzie krijgt met Hans van Breukelen. De blijkbaar gehate Duitser doet op het oog niks bijzonders, maar Frank Rijkaard voelt zich toch geroepen een fluim in de pijpenkrullen van Völler te blazen. Het is een onbegrijpelijke actie van de geroutineerde verdediger, die als een gentleman-voetballer te boek staat. Even wordt verondersteld dat Völler zich van racistische opmerkingen heeft bediend. Rijkaard zegt dat dit niet het geval is. De Argentijnse scheidsrechter Loustau neemt een beslissing, die voor Oranje een meevaller is. Hij geeft Rijkaard én Völler de rode kaart. Het rood voor Völler slaat nergens op.
9. Aron Winter. Rotterdam, 6 september 1995. Nederland-Wit-Rusland 1-0.
Na de verloren wedstrijd in Minsk tegen de Wit-Russen, moet Oranje per se winnen om kansrijk te blijven voor een EK-barrage. Dertien minuten voor tijd dreigt het 0-1 te worden. Kasjentsev breekt door. Aron Winter trekt aan de noodrem en krijgt van scheidsrechter Sedlacek de logische rode kaart. “Normaal ben ik geen voorstander van rode kaarten, maar hier heb ik Aron voor bedankt”, zegt Guus Hiddink na afloop.” De actie blijkt inderdaad lonend te zijn. Met tien tegen elf maakt invaller Youri Mulder zeven minuten voor het einde het winnende doelpunt.