Onderzoek: 'sprinkhaneninvesteerders' private equity niet louter slecht
Private equityfondsen hebben een beroerd imago. Dat is niet helemaal terecht, blijkt uit een nieuwe studie.
Sprinkhanen, worden ze wel genoemd. Investeerders die als een plaag neerstrijken op een bedrijf en het na enige tijd kaal achterlaten. Die vooral weten hoe ze hun overnameprooi met schuld kunnen overladen waardoor deze in feite zijn eigen overname betaalt. Om het mild uit te drukken, private equity kampt bij sommigen nogal met een imagoprobleem.
Dat imago is onterecht, zo meent de Nederlandse Vereniging van Participatiemaatschappijen (NVP), de branchevereniging van private equity in Nederland. En de NVP voelt zich daarin gesteund door een recent onderzoek in opdracht van demissionair minister van financiën Jeroen Dijsselbloem.
Die wilde, na een oproep daartoe van partijgenoot Henk Nijboer (PvdA), weten wat er waar is van de beeldvorming waar private equity mee kampt. Nijboer kwam in 2015 met voorstellen om een einde te maken aan de, in zijn ogen, excessen waar private equity voor zou zorgen.
Tekst loopt door onder afbeelding.
Winstgevender
De NVP wijst vooral naar de conclusie van de studie waaruit blijkt dat bedrijven die in handen zijn van private equity gemiddeld genomen iets harder groeien en winstgevender zijn. Dat geldt ook voor de groei van het aantal werknemers in de bedrijven. Volgens voorzitter Annemarie Jorritsma van de NVP zijn door het onderzoek 'populaire mythes over schuldfinanciering, faillissementen en verlies van werkgelegenheid ontkracht'.
Maar de onderzoekers plaatsen wel kanttekeningen bij die conclusies. Ten eerste is die op basis van te weinig gegevens getrokken, waardoor het de vraag is of er sprake is van voldoende representativiteit voor bedrijven waar private equity bij betrokken is. Daarnaast speelt het selectie-effect een rol: private equity selecteert zijn overnamekandidaten op hun groeipotentie. Is het dan niet logisch dat die ook daadwerkelijk harder groeien?
Bovendien, stellen de onderzoekers, is het bij private equity vaak gebruikelijk meerdere bedrijven in één sector over te nemen, en die vervolgens te fuseren. Zo ontstaat eveneens 'vanzelf' groei.
De belangrijkste kanttekening van de onderzoekers op het succes van private equity betreft echter de hoge mate van schuldfinanciering. Die leidt verrassend genoeg niet tot een hogere kans op faillissement, maar zorgt wel voor veel lagere belastinginkomsten doordat de rente op schuld kan worden afgetrokken van de winst. Daarmee dankt private equity ten minste een deel van zijn succes aan regelingen die door de rest van de maatschappij worden betaald.
De aantrekkelijkheid van veel schuld heeft meer redenen, zo stellen de onderzoekers. Het levert de investeerders verhoudingsgewijs meer op bij een verkoop, zet het bedrijf 'op scherp' om te presteren en creëert onderhandelingsruimte ten opzichte van bijvoorbeeld banken en leveranciers. Waardestijging wordt op die manier vooral behaald ten koste van anderen, in plaats van dat er sprake is 'echte' waarde creatie.
Franse durfinvesteerders azen op Refresco
Het laatste - grote - Nederlandse bedrijf dat in de belangstelling staat van private equity is frisdrankfabrikant Refresco. Deze week maakte dat bedrijf bekend een bod van 1,4 miljard euro van de Franse investeringsmaatschappij PAI te hebben afgewezen.
Refresco produceerde in 2016 in totaal 6,5 miljard liter sap en frisdrank, zowel voor A-merken als huismerken. Daarmee werd een omzet behaald van zo'n 2,1 miljard euro en een nettowinst van 82 miljoen euro. Het bedrijf heeft naar eigen zeggen meer dan 5500 mensen in dienst in Europa en de Verenigde Staten.
PAI is onder meer eigenaar van Roompot Vakanties. De investeringsmaatschappij stapte daar vorig jaar voor ruim een half miljard in. Ook Hunkemöller was enkele jaren eigendom van de vroegere investeringstak van de Franse bank BNP Paribas.