Onderscheid links en rechts is superactueel!
Eenderde van de bevolking blijft qua werk en inkomen hopeloos achter. Om chaos te voorkomen, moeten politici weer gaan denken in links en rechts.
Toen Rita Verdonk zich kandidaat stelde voor het lijsttrekkerschap van de VVD, zei zij noch voor links noch voor rechts te willen kiezen, maar in plaats daarvan recht vooruit te willen. Zij maakte daarbij een beweging met haar hand, die welsprekender dan woorden, toonde dat volgens haar de toekomst recht vooruit ligt, en zeker niet links of rechts van ons. Zo is het ook met Lux Voor, een nieuwe beweging van ambitieuze, politiek geïnteresseerde jongeren die niets meer moeten hebben van het oude onderscheid tussen links en rechts.
Dat zijn interessante 'tekenen des tijds'. Is het inderdaad zo dat wij het oude en vertrouwde onderscheid tussen links en rechts ontgroeid zijn? Correspondeert met die begrippen links en rechts niets meer dat onze huidige politieke werkelijkheid verhelderen kan? Hebben we die aloude oppositie 'overstegen', zoals Hegel en Marx het zouden verwoorden?
De begrippen links en rechts voeren ons uiteraard terug naar de strijd tussen kapitaal en arbeid van einde 19e eeuw, begin 20e eeuw. De maatschappij werd toen beheerst door het belangenconflict tussen arbeiders (links) en kapitaalbezitters (rechts). Die belangen waren radicaal strijdig met elkaar, en hun conflict verdeelde de samenleving tot op het bot. Zelfs de sociale revolutie leek niet ondenkbaar. Maar de staat slaagde er met pijn en moeite uiteindelijk in om beiden tot een compromis te bewegen: dat was het compromis van de verzorgingsstaat. Met die verzorgingsstaat werd het conflict tussen links en rechts beslecht en vanaf dat moment hadden beide begrippen in wezen hun zin en betekenis verloren. De verzorgingsstaat pacificeerde dat zo bedreigende conflict tussen kapitaal en arbeid.
Maar nu, een twintig tot dertig jaar verder, doemen nieuwe problemen op. We zijn het er allemaal over eens dat we gas terug moeten nemen met de verzorgingsstaat. Dat betekent dat het sociale vredesverdrag van een paar decennia terug nu in feite gedeeltelijk weer wordt opgezegd.
Maar dat wil niet zeggen dat de dagen van de strijd tussen kapitaal en arbeid weer terug zijn. De werkelijkheid van onze post-verzorgingsstaat ziet er anders uit dan die van voor de verzorgingsstaat. Op een bepaalde manier ook somberder. Tot een paar jaar geleden kon iedereen die werken wilde, inderdaad aan de slag. Dat begint te veranderen in onze veeleisende en zich globaliserende informatiemaatschappij. Men heeft het wel eens als volgt uitgedrukt: in de toekomstige informatiemaatschappij zal éénderde van de bevolking uitstekend mee kunnen komen, éénderde lukt dat met enige moeite en een laatste derde deel blijft hopeloos achter.
Van twee kanten groeit dus de groep van mensen tegen wie de gang van de geschiedenis zich keert. In de eerste plaats zijn er degenen voor wie de verzorgingsstaat de verantwoordelijkheid niet langer op zich wil, of kan nemen. En vervolgens degenen die niet kunnen voldoen aan de hoge eisen die de informatie-maatschappij stelt aan werknemers.
Cruciaal verschil is dat de oude strijd tussen kapitaal en arbeid weliswaar de samenleving tot op het bot verdeelde, maar dat beiden wel over hun eigen effectieve wapens beschikten in hun strijd. Arbeiders konden gaan staken om hun eisen kracht bij te zetten. 'Als uw machtige hand het wil, staat gansch het raderwerk stil'- nietwaar? En helemaal aan het einde was er zelfs dreiging van de sociale revolutie.
De achterblijvers van nu hebben die wapens niet. Cru geformuleerd: de achterblijvers zijn voor de succesvollen ofwel irrelevant ofwel hooguit een last, maar zeker geen bedreiging (zoals de arbeider dat wel degelijk was voor de kapitalist). Zij zijn economisch gemarginaliseerd en kunnen nergens echt een spaak in het wiel steken. De huidige achterblijvers zitten in een structureel veel hopelozer positie dan de arbeiders van honderd jaar terug. Maar hoe lang gaat dat nog goed?
Dit alles overwegend, valt er veel voor te zeggen de begrippen links en rechts opnieuw uit te vinden. We hebben ze nu juist meer nodig dan ooit tevoren. Het naar alle kanten weglekkende sociale kapitaal van de verzorgingsstaat kan gauw opraken. De politieke polarisering kan dan snel om zich heen grijpen. Des te sneller omdat we in feite van doen zullen hebben met een uitgestelde reactie. Des te heviger en radicaler zal die reactie dan zijn. En ook des te onvoorspelbaarder en des te irrationeler.
Het is goed denkbaar dat het sociale conflict zich rond zulke absoluut hopeloze factoren als ras of religie uit gaat kristalliseren. En als dat eenmaal gebeurd is, zal het lang duren voordat men de geest weer in de fles heeft.
Het is daarom te hopen dat men er snel in slaagt om de begrippen links en rechts te herdefiniëren op een creatieve manier die bovenal aansluit bij de maatschappelijke realiteiten van nu en van de toekomst. Dat is echt de enige manier om een gigantisch en onoplosbaar sociaal conflict te voorkomen. Een conflict dat uit zal breken zodra het sociale kapitaal van de verzorgingsstaat is opgesoupeerd en links er niet in slaagde om tijdig greep te krijgen op de huidige maatschappelijke realiteit.