TaalPeter-Arno Coppen
Onaflaatbaar, is dat eigenlijk wel een goed woord?
Op social media ontstaat onder leraren Nederlands een discussie over ‘een onaflaatbaar enthousiasme’. Is dat eigenlijk wel een goed woord, onaflaatbaar? Verwarring alom. ‘Ik weet zeker dat ik dat vaker bij gerenommeerde schrijvers ben tegengekomen.’ Maar wacht: ‘Het staat niet in het woordenboek’. En praktisch: ‘Kun je niet beter zeggen niet aflatend enthousiasme?’
Interessant geval! Je kunt natuurlijk een harde lijn volgen en zeggen dat een woord dat niet in het woordenboek staat geen bestaansrecht heeft, maar dat is misschien al te cru. Het woordenboek schrapt ook weleens woorden die in onbruik zijn geraakt. Is onaflaatbaar misschien zo’n woord? Toch staat het ook al niet in het grote woordenboek uit de negentiende eeuw.
Aaf Brandt Corstius gebruikte het nog in 2007
Nadere inspectie laat zien dat het woord wel degelijk in gepubliceerde (en vaak geredigeerde) teksten voorkomt, vooral tussen 1920 en 1990. Maar ook een columniste als Aaf Brandt Corstius gebruikt het nog in 2007.
De betekenis varieert van ‘onafzienbaar’ (‘een onaflaatbare stroom van vluchtelingen’) tot ‘niet aflatend’ (‘een onaflaatbare inzet’), ruwweg dus van een onbewust voortduren tot een bewust laten voortduren.
Een letterkundige noemt het woord in 1952 ‘onzuiver Nederlands’, maar onduidelijk is waarom. Weliswaar hebben de meeste woorden op ‘-baar’ een betekenis met ‘kan worden’ (eetbaar is ‘kan gegeten worden’), maar je hebt ook ‘onwankelbaar’, ‘vloeibaar’ en ‘onbestaanbaar’, waarbij ‘worden’ niet kan. Het woord lijkt net genoeg in het Nederlandse taalsysteem te passen om schrijvers te bekoren, te weinig om populair te worden.
In de rubriek Taal worden grammaticale geschillen, etymologische enigma’s en andere taaltwijfels voor u opgehelderd door Peter-Arno Coppen en Ton den Boon. Ook een taalvraag? Mail naar p.a.coppen@let.ru.nl of tdb@taalbank.nl.