On-Nederlandse passie brengt succes
Met de volle winst in het kwalificatietoernooi in Madrid pakten de volleyballers op de valreep een ticket naar de Olympische Spelen. Spanje, Cuba en Kameroen werden verslagen.
MADRID - Net als vier jaar geleden in Frankrijk greep Nederland de laatste kans, net als toen was het de opdracht op de slotdag het gastland te verslaan en net als in 2000 was Oranje op het juiste moment onoverwinnelijk. Beheerste druk, agressie en emotie waren de ingrediënten waarmee de mannen van Bert Goedkoop zich in het Madrileense sportcentrum Rockodromo presenteerden.
Nederland was met twee spelideeën naar Madrid gekomen: Plan A en Plan B. Goedkoop: ,,De voorkeur had Plan A: voor alles gaan, risico's nemen, op de emotie spelen. Zou dat niet goed gaan, dan moesten we terugvallen op Plan B: cool spelen, zonder risico. Het zijn twee concepten, maar pas in de wedstrijd blijkt wat je kunt doen omdat je ook afhankelijk bent van de instelling van de tegenpartij. Dat voelen de spelers zelf heel goed aan.''
Het werd Plan A: emotie gekruid met agressie tegen Cuba, agressie gemengd met emotie tegen Spanje. Het leidde in beide wedstrijden tot een bijna on-Nederlandse passie. Na de niet geheel overtuigende 3-0 tegen het zwakke Kameroen, trad de ploeg het met emotie spelende Cuba met identieke passie tegemoet (3-1). Een dag later was er van vrees voor Spanje eigenlijk geen moment meer sprake. Goedkoop: ,,De jongens zaten nog in de flow van de wedstrijd tegen Cuba. Dat maakte ons heel zeker.''
Het werd een simpele 3-0. Na twee gewonnen sets was de kwalificatie een feit en dreigde er al een feestroes te ontstaan, waarop Goedkoop ingreep. ,,We moesten de wedstrijd nog uitspelen, onze sportieve plicht vervullen en ik wilde de Spanjaarden niet tegen ons in het harnas jagen. We komen hier wel weer eens terug en ze vergeten niet gauw. Daarom moesten we geconcentreerd verder. Ga je lopen knoeien, dan heb je zelf ook een naar gevoel.''
Een aangename vaststelling was dat de ploeg weer over een adequate middenaanval beschikt. De knallen van Mike van de Goor en Rob Bontje deden denken aan de tijd dat Henk Jan Held en Bas van de Goor de schrik van elke verdediging waren en dat is toch al weer zo'n acht jaar geleden. ,,In de middenaanval lag de winst'', vond ook Goedkoop. ,,Het geeft onze spelverdeler ineens vijf mogelijkheden.''
Middenaanvallers en spelverdelers schonken elkaar de eer. De drie trainden veel met elkaar en dat betaalde zich nu uit. Van de Goor: ,,We hebben een spelverdeler die heel veel kan variëren.'' Bontje: ,,Het is erg belangrijk dat de spelverdeler vertrouwen in de middenaanval heeft.'' Spelverdeler Freriks: ,,Ik moet juist die jongens bedanken dat ze die ballen van mij zo oppikken.''
De ploeg wist uitstekend met de druk om te gaan, ook de onervaren spelers. Bontje: ,,Dit was het meest bepalende toernooi dat ik ooit heb gespeeld. Ik was gespannen, maar niet geblokkeerd. Ik heb mezelf veel druk opgelegd; als een actie dan lukte, voelde ik de ontlading.'' Freriks: ,,Het is voor mij een heel proces geweest de druk te beheersen. Daar krijg ik steeds meer ervaring in. Die spanning vind ik nu wel prettig; die heb ik nodig.''
In de reacties hamerden de spelers erop dat het resultaat vooral een teamsucces was. Freriks: ,,Als het in het team klikt, kun je als speler daarin meegaan. Het team is een mix van jong en oud, van meer en minder ervaring. Bovendien hebben we ook nog een bank die er zo in zou kunnen.''
De prestatie van het team is ook de verdienste van de coaches Goedkoop en Van Ree, die hun zorgvuldige planning beloond zagen met pieken op het juiste moment dankzij een uitgebalanceerde arbeid/rust-verhouding. Met dank ook aan de medische staf die het zorgenkind Richard Schuil op tijd weer fit kreeg. Schuil haakte op de eerste dag af omdat zijn rug 'op slot schoot', maar was voldoende hersteld om, spelend met een rugband, in de cruciale wedstrijden tegen Cuba en Spanje van de partij te zijn. ,,Iedere klap was ook een klap voor mijn rug, maar zolang je scoort, voel je de pijn niet'', sprak Schuil opgelucht na het duel tegen Cuba. ,,Dat ik in de eerste set maar twee ballen kreeg, vond ik wel lekker.'' Als enige treurde hij er niet om dat tegen Cuba een vierde set nodig was: ,,Dat was wel goed voor mijn zelfvertrouwen.'' In die set scoorde hij zes punten, dus met dat zelfvertrouwen zat het wel goed.