OM weet voor juli waar MH17-raket is gelanceerd
Tachtig man politie nog altijd fulltime bezig met vliegtuigcrash. Nabestaanden zijn gisteravond ingelicht.
Het Openbaar Ministerie denkt voor de zomer te weten vanaf welke locatie de raket is gelanceerd waarmee vlucht MH17 van Malaysia Airlines is neergehaald. Ook moet dan duidelijk zijn welke raket is gebruikt. Het OM heeft nog steeds alle vertrouwen dat het boven water krijgt wie schuld heeft aan de crash van MH17 op 17 juli 2014 in het oosten van Oekraïne, waarbij alle 298 inzittenden om het leven kwamen.
Hoofdofficier Fred Westerbeke en het hoofd van de Dienst Landelijke Recherche Wilbert Paulissen praatten gisteravond ongeveer tweehonderd nabestaanden bij in Bunnik. Volgens Westerbeke leven er bij hen vooral veel vragen over de vervolging van eventuele schuldigen en over radar- en satellietgegevens waarover onlangs in de Tweede Kamer vragen werden gesteld aan het kabinet.
Nog altijd beschikken de onderzoekers niet over alle gegevens, maar Westerbeke benadrukte dat de ontbrekende radargegevens, met name van Rusland, niet nodig zijn om een compleet beeld te krijgen. Zo valt op basis van wel beschikbare informatie uit te sluiten dat de MH17 door een ander vliegtuig uit de lucht is geschoten, zegt hij.
Vanuit de VS is alle informatie door het Joint Investigation Team in te zien, aldus Westerbeke. Er loopt nog een rechtshulpverzoek bij Rusland, "omdat we alles willen hebben wat er aan informatie te verzamelen is", maar liever heeft hij nog meer ooggetuigen, die "het cement vormen van elk strafrechtelijk onderzoek".
Inmiddels heeft het team meer dan honderd getuigen gehoord. Aanvankelijk leverde de oproep in Oekraïne niet zoveel op, maar 50.000 smsjes naar lokale telefoons "gaven een impuls", aldus Westerbeke.
Daarnaast richt het onderzoek zich onder meer op opgenomen telefoongesprekken, de locatie van telefoons en gesprekken die op internet zijn weergegeven. "Op internet stonden al enkele dagen na de ramp tapgesprekken, maar wij moeten terug naar de bron om te kijken wat bruikbaar is voor een proces-verbaal", legt Paulissen uit. "Ons fieldoffice in Kiev, waarin we met de Australiërs samenwerken, is bezig met de mastgegevens van duizenden gesprekken."
De nabestaanden die hij gisteren sprak, begrijpen nu waarom het onderzoek zo lang duurt, aldus Paulissen. "We hebben nog altijd tachtig man in het team. In een gewoon groot onderzoek zitten twintig mensen. We moeten dit secuur doen."
undefined
