Update
OM: Volkert van der G. moet terug cel in
Volkert van der G., de moordenaar van politicus Pim Fortuyn, zou voor de duur van een jaar terug de cel in moeten. Dat vindt het Openbaar Ministerie. Van der G. heeft een van de voorwaarden van zijn voorwaardelijke vrijlating overtreden, aldus het OM. Het zou gaan om Van der G.'s meldplicht bij de reclassering.
Het OM heeft bij de rechtbank in Amsterdam een ,,vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling'' ingediend. Wanneer de rechtbank daarover beslist is nog niet duidelijk, maar meestal gebeurt dat op redelijk korte termijn. Dan komt ook aan de orde welke bijzondere voorwaarde Van der G. volgens het OM heeft overtreden.
Willem Jebbink, de advocaat van Van der G., zei tegen Radio1 een vordering te hebben ontvangen waarin het OM stelt dat Van der G. de meldplicht bij de reclassering niet heeft nageleefd. "Dit klopt niet en wekt ontzettend veel verbazing bij ons", aldus Jebbink. Volgens de raadsman werkt zijn cliënt wel mee.
Van der G. schoot politicus Pim Fortuyn op 6 mei 2002 op het Mediapark in Hilversum dood. Hij kwam in mei 2014 onder voorwaarden vrij, nadat hij twee derde van zijn straf van achttien jaar cel had uitgezeten.
Van der G. was na zijn vrijlating gebonden aan een aantal bijzondere voorwaarden, zoals een contactverbod met de nabestaanden, een mediaverbod en een meldplicht bij en toezicht door de reclassering.
Hij ging onder meer tegen verplichte begeleiding van een psycholoog in beroep en kreeg afgelopen september gelijk van het gerechtshof in Den Haag. Het hof oordeelde wel dat Van der G. moet blijven meewerken aan de evaluatie van de hem opgelegde voorwaarden.
Ook moet Van der G. zich regelmatig blijven melden bij de reclassering om informatie te geven en vragen te beantwoorden over de situatie waarin hij verkeert.
Van der G. is bezig om via de rechter het Openbaar Ministerie te dwingen zijn aangifte tegen de Reclassering Nederland in behandeling te nemen. Hij deed vorig jaar september aangifte tegen de reclassering en een van de medewerkers voor smaad, laster en schending van de geheimhoudingsplicht, omdat zij aan diverse media informatie over de voorwaardelijke invrijheidstelling van Van der G. hadden gegeven.
De familie Fortuyn is erg ingenomen met het feit dat het OM nu wel aanleiding ziet om Van der G. terug in de cel te krijgen. "Eerder zagen ze daar geen aanleiding toe'', zegt Richard van der Weide, advocaat van onder anderen de familie Fortuyn. "De familie ziet hem als een beroepsquerulant die zijn uiterste best doet om onder ieder vorm van beteugeling uit te komen.''
Minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) liet weten dat hij kennis heeft genomen van de wens van het OM. Volgens hem is het nu verder aan de rechter om een oordeel te vellen.
Volkert van der G. geeft niet snel op
Met de moord op Pim Fortuyn manoeuvreerde Volkert van der G. zich in een bijzondere positie. Die van politiek moordenaar, een in Nederland schaars fenomeen. Op 2 mei in 2014 kwam Van der G. voorwaardelijk vrij, omdat hij er toen twee derde van zijn gevangenisstraf had opzitten. De jaren daarna zou hij nog regelmatig in aanvaring komen met het Openbaar Ministerie (OM).
De moord op Fortuyn kwam in maart en april 2003 in Amsterdam voor de rechter. Van der G. verklaarde zijn daad uit een politiek angstmotief: Fortuyn zou een groeiend gevaar voor de Nederlandse samenleving zijn, met name voor zwakke groepen als moslims en asielzoekers. Hij verklaarde geen andere mogelijkheid te hebben gezien dan de politicus te vermoorden. Het Openbaar Ministerie (OM) sprak in de strafklacht ronduit over het bestrijden van politieke denkbeelden door de verdachte.
Het OM eiste levenslang omdat Fortuyn een vooraanstaand politicus was en de samenleving geschokt was door de moord. Bovendien had Van der G. op geen enkele wijze berouw getoond. De rechtbank veroordeelde hem op 15 april echter tot 18 jaar cel. De inbreuk op het democratisch proces was niet ernstig genoeg en de kans op herhaling werd gering geacht op basis van een psychiatrisch rapport. Zowel Van der G. als het OM ging in hoger beroep, maar het gerechtshof in Amsterdam bevestigde de strafmaat. Geen van de partijen stapte daarna naar de Hoge Raad.
Na zijn vrijlating kruiste Van der G. bij de rechtbank nog regelmatig de degens en soms met succes. Zo hoefde hij uiteindelijk geen psychische begeleiding meer en ook hoefde hij geen enkelband meer te dragen, zo bepaalde het gerechtshof in beide zaken. Ondertussen lopen er nog meer zaken bij de rechtbank die nog niet in behandeling zijn genomen.
