Oleg Chlevnjoek schreef levensverhaal Stalin

Rus waarschuwt zijn landgenoten: in de stalinistische tijd vind je geen bruikbare oplossingen voor nu

ELIAS VAN DER PLICHT

Eerst de cijfers: tussen 1930 en 1952 werden 800.000 inwoners van de Sovjet-Unie geëxecuteerd. Twintig miljoen mensen verdwenen in een strafkamp, waar ze niet zelden werden gefolterd en de dood vonden. En dan hebben we het nog niet gehad over de vijf tot zeven miljoen Sovjetburgers die alleen al in 1932 en 1933 stierven door een gebrek aan voedsel.

Er was slechts één man verantwoordelijk voor zoveel doden: Jozef Stalin. Oleg Chlevnjoek verdiept zich al ruim twintig jaar in het leven van de Sovjetdictator. Hij is werkzaam op het Russisch Staatsarchief voor Sociale en Politieke Geschiedenis en heeft duizenden archiefstukken over het Sovjettijdperk door zijn handen laten gaan. Precies dat is de reden voor een nieuwe biografie over Stalin: de voorbije jaren is veel nieuw bronnenmateriaal opgedoken.

Wat zijn boek eveneens van belang maakt, zo stelt Chlevnjoek, is het telkens opnieuw achterom kijken van de Russen. Chlevnjoek wil zijn landgenoten erop wijzen dat het gevaarlijk is om voor oplossingen van hedendaagse problemen naar het stalinistische verleden te kijken.

Rode draad door de prettig leesbare biografie is de week voorafgaand aan de dood van Stalin. Van een van de vele filmavondjes die pas in de kleine uurtjes werden beëindigd tot aan de laatste ademtocht die de pokdalige tiran uitblies: elk hoofdstuk begint met een blik in de datsja waar de autocraat zijn laatste dagen doorbracht.

Geen mens had zich zeven decennia eerder kunnen indenken dat de kleine Stalin nog eens in dat grote landhuis zou wonen. Jozef werd in 1878 geboren in een armetierig Georgisch gezin. Maar leren kon hij als de beste en dat betaalde zich uit: de modelleerling mocht naar het seminarie, een hele stap voor een jongen wiens moeder was opgegroeid in een familie van lijfeigenen en wiens vader een schoenmaker was die zich niet alleen met zolen en veters, maar ook met de fles onderhield.

Al snel maakte zijn blijdschap om door te kunnen leren plaats voor frustratie en woede. De strenge regels en de tucht - een les missen betekende een paar uur brommen in de strafcel - zorgden voor wrevel en weerzin en maakten een politiek bewustzijn in hem wakker. Stalin zou zijn studie niet voltooien. Hij nam afscheid van de priesteropleiding en raakte betrokken bij allerhande radicale groeperingen. Zijn haat tegen de gevestigde orde groeide hoe langer hoe meer. Kort na de eeuwwisseling werd hij beroepsrevolutionair.

Verscheidene keren liep de jonge rebel tegen de lamp en kwam hij achter slot en grendel. Maar in de periodes dat hij vrij was, wist hij op te klimmen in de bolsjewistische partij. Totdat de radicaal tussen 1913 en 1917 naar een plaats niet ver van de Poolcirkel werd verbannen. Langzaam leek Stalin door de partijtop vergeten te worden. In 1915 was het zelfs zo ver gekomen dat Lenin bij deze en gene informeerde hoe die man in Siberië ook alweer heette.

Niemand vroeg dat meer vijftien jaar later. Stalin had zich opgewerkt tot alleenheerser van de Sovjet-Unie en wist met geweld en terreur dictatoriale macht uit te oefenen. De repressie hield de samenleving en het staatsapparaat voortdurend in de greep. Het leven van de hoogste Sovjetleiders was in dat opzicht net zo moeilijk als dat van de gewone man. Stalin was grillig en lichtgeraakt, zodat continu de dreiging van een ernstige straf in de lucht hing voor wie dan ook.

Chlevnjoek haalt een voorbeeld aan van een minister die doodsbang was voor Stalin. Elke donderdag had hij een onderhoud met de Rode Tsaar en in de dagen daarvoor werd de minister kortaf, neerslachtig en vooral erg zenuwachtig. Op vrijdag was de lucht dan weer geklaard. Zijn ambtenaren hadden ontdekt dat dit de dag was waarop persoonlijke verzoeken de meeste kans van slagen hadden.

De beklemming die zich van het volk en zijn omgeving meester had gemaakt, moest Stalin in het voorjaar van 1953 bekopen. In zijn datsja werd hij getroffen door een hersenbloeding. En hoewel hij in zijn eigen uitwerpselen lag weg te kwijnen, durfde urenlang geen mens dichterbij te komen. Stel je voor dat het niets te betekenen had en Vadertje Stalin slechts een borrel te veel op had. Nadat hij zijn roes had uitgeslapen, kon het dan wel eens slecht met je aflopen. Zo duurde en duurde het maar, voor er na eindeloos gedelibereer een arts bij werd gehaald, die constateerde dat de communistische leider ten dode was opgeschreven.

Een paar dagen later was de man die zoveel doden op zijn geweten had zelf aan zijn einde gekomen. Het was een cynische speling van het lot dat hij met zijn heengaan nog onderdanen mee de dood in sleepte: het gedrang in de rij voor zijn opgebaarde lichaam was zo hevig dat er slachtoffers vielen. Aan de miljoenen doden waar Stalin verantwoordelijk voor was, werden nog 109 sterfgevallen toegevoegd.

Oleg Chlevnjoek: Stalin. De biografie. Vert. Toon Dohmen. Nieuw Amsterdam; 479 blz. euro 39,99

Propagandaposter uit de jaren veertig.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden