Oerol drijft niet meer op routine

reportage | Enkele jaren na de bezuinigingen staat theaterfestival Oerol er juist sterker voor. 'De kwaliteit neemt eerder toe dan af', zegt artistiek leider Kees Lesuis.

NIELS MARKUS

Soms ben je acteurs even kwijt op het Oerolfestival. Niet omdat ze achter de coulissen staan, maar omdat ze zo ver richting horizon lopen, dat ze bijna uit het zicht verdwijnen. Neem de danseres in 'Kintsukuroi' van Spinvis en Saartje van Camp. Na de eerste scène loopt ze honderden meters het wad in, om na een kwartier terug te rennen richting podium en daar weer een tijdje roerloos te liggen. Moet toch geen pretje zijn in de koude zeewind, met alleen een jurk aan.

Op Oerol komen voorstellingen die speciaal gemaakt zijn voor de plek waar ze worden opgevoerd het best tot hun recht. Prima voorstelling hoor, 'Samurai' van het Ro Theater, maar na al die grootse decors in de natuur van Terschelling valt een gewone theateropstelling in een boerenschuur toch een beetje tegen.

Nee, dan 'Buzz Aldrin, waar ben je gebleven?' van Toneelgroep Oostpool. De voorstelling gaat over Mattias, die nadat zijn grote liefde hem aan de kant zet, op de desolate Faeröer-eilanden terechtkomt. De afgelegen locatie van de voorstelling, met uitzicht over de oostkant van Terschelling en de Waddenzee, had niet beter gekozen kunnen zijn. Het verdriet van Mattias en de vrienden die hij op de Faeröer maakt, wordt nog beter invoelbaar.

En als het landschap even niet meewerkt, dan help je toch een handje? De Kift was al jaren bezig met de voorstelling 'Bidonville', maar de ideale locatie: de vuilnisbelt van Terschelling, werd in 2010 teruggegeven aan de natuur. Voor de fanfarepunkers zat er niets anders op dan zelf een afvalberg te creëren, met troep van de eilandbewoners. Onder meer meubels, het busje van de groenteboer en een badkuip liggen op een indrukwekkende hoop middenin het bos. De bandleden spelen de aan lager wal geraakte inwoners van Bidonville.

De omgeving eigen maken en veranderen, is ook wat Oerol zelf steeds nadrukkelijker wil doen. Sinds enkele jaren werkt het festival samen met SLeM, dat landschapstheater maakt. Vorig jaar schiepen landschapsarchitect Bruno Doedens en theatermaker Frits Vogels een nieuw duin op het eiland, dit jaar een kwelder.

Over een gebied van honderd bij honderd meter hebben 250 studenten wilgentakken in een motief à la Mondriaan in zee geplaatst. Bij eb blijven krabbetjes, kwallen en slib achter de schotten hangen. Zo ontstaat nieuw land, in de branding. De 'Mondriaankwelder' wordt na Oerol gesloopt, maar dient als opmaat voor een permanente kwelder, verder op het eiland.

Oerol moet meer zijn dan een tiendaags theater- en muziekfestival, legt organisator Ria Laanstra uit. "Weinig landen doen zo weinig met hun werelderfgoed als Nederland met het Waddengebied." Daarom wil het festival met Staatsbosbeheer en de Waddenvereniging wat terug doen voor het eiland waar het te gast is. En de bezoekers bewust maken van het natuurgebied waar ze zijn. "Als je zomaar een kwelder aanlegt, dan fietst iedereen er voorbij en kijkt niemand wat het is. Doordat we het aan het programma koppelen, komt iedereen even kijken en vraagt zich af waarom we het doen."

undefined

Landschapslaboratorium

Het festival deed al veel met de natuur van Terschelling, nu wil het festival een 'landschapslaboratorium' worden. Artistiek leider Kees Lesuis: "Dat geldt voor de kwelder, maar ook voor theatervoorstellingen." Hij noemt Collectief Walden. Een bioloog, filosoof, dramaturg en een acteur zoeken al dansend het evenwicht tussen mens en natuur. "Dit project is de eerste stap, volgend jaar willen ze terugkomen met een theatervoorstelling."

De grotere vervlechting van cultuur en natuur en het langer werken aan voorstellingen komt voort uit de cultuurbezuinigingen van twee jaar geleden. Zoals zoveel instellingen werd Oerol in 2011 gekort op de subsidie. Het festival pikte het niet en organiseerde een 'Mars der Beschaving'. Twee jaar later is Oerol allesbehalve de culturele evenknie van de Faeröer-eilanden. Evenveel gerenommeerde gezelschappen en bezoekers maken de oversteek naar Terschelling en overal op het eiland kun je tegen straatmuzikanten of installaties oplopen. De heilige verontwaardiging van twee jaar geleden is dan ook weggeëbd.

Inderdaad, de bezuinigingen zie je niet terug in het huidige festival, zegt artistiek leider Kees Lesuis. "Gezelschappen doen langer over het maken van een voorstelling. Maar zo wordt ook de urgentie duidelijk. Heeft een maker niet genoeg geduld, dan verdwijnt het plan." De routine bij de makers is eraf en Oerol is nieuwe partners gaan zoeken. In de culturele sector en het bedrijfsleven. "De kwaliteit neemt eerder toe dan af", zegt Lesuis.

Voor kleine gezelschappen is het moeilijker geworden ertussen te komen, constateert Lesuis. "Maar theatergezelschap BERG&BOS heeft met een succesvolle voorstelling in korte tijd een eigen publiek verworven. Op die manier raakt de nieuwe voorstelling sneller uitverkocht. Het publiek volgt hen."

En als je zelfs tijdens de WK-wedstrijd van Nederland tegen Spanje een volle tribune hebt, zoals Oostpool, dan doe je toch iets goed.

undefined

Geschiedenis op de lopende band

Touki Delphine / Veenfabriek / Paradiso Melkweg Producties One Hot Minute

Knappe jongen die alle gebeurtenissen herkent. De wereldgeschiedenis trekt in ruim een uur tijd voorbij over de lopende band. Touki Delphine heeft een minuut uitgetrokken per historische ontwikkeling. Bakstenen, een ballenmachine, bloemvazen, een kip, een vuilbekkende radio en naakte mannen schuiven langs. Dat laatste brengt de vrouwen op Oerol aan het giechelen, maar een Eurekamoment zoals Aristoteles dat beleefde, blijft bij de toeschouwer uit. Zoals ook de val van de Muur, de evolutie van aap tot mens, of de geboorte van Mozart niet direct bij je opkomt als je een ladenkast of een man met een rol plastic folie, tentstokken en ducttape ziet worstelen. Maar veel maakt dat niet uit. De slapstick van 'One Hot Minute' blijft verassend en vaak hilarisch. Zeker na zonsondergang. Het decor, dat uit spiegels en een fluorescerend scherm bestaat, wordt een steeds geheimzinnigere kubus in het duinlandschap. De soundscapes maken de bevreemdende ervaring af.

undefined

Woudenberg imponerend

Stichting Jan Vos - Mansholt

Tegen zijn pensionering begint eurocommissaris Sicco Mansholt aan alles te twijfelen. Nederland en Europa zijn dankzij zijn landbouwbeleid zelfvoorzienend. Maar wat als die schaalvergroting leidt tot een ecologische ramp, zoals de Club van Rome voorspelt? Wil hij nog wel een woonboerderij kopen met zijn vrouw, of de wereld rondreizen met zijn 24-jarige stagiaire Petra Kelly? Met zijn pleidooi voor het beknotten van de economische groei jaagt Mansholt zijn departement tegen zich in het harnas.

Helmert Woudenberg, die eerder Pim Fortuyn speelde, zet Mansholt krachtig neer. Soms imponerend, als politicus die al decennia elke twijfel uitbant en daaraan zijn positie onder Brusselse collega's en bij zijn echtgenote ontleent. Die status kalft af en dat maakt hem kwetsbaar. Zijn ecologische ideeën zijn de tijd ver vooruit. En dat Petra Kelly, de latere oprichtster van Die Grünen, niet de vrouw is die elke ochtend een eitje voor hem zal bakken, ontgaat hem ook. Hij is de grip op de tijdsgeest kwijt.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden