Nutteloze kennis

De ware nerd heeft lak aan praktisch nut of een goede baan. Die vindt de stof zelf interessant

LEONIE BREEBAART

In 1980, alweer 32 jaar geleden dus, schreef de leraar en filosoof Cornelis Verhoeven een destijds betrekkelijk populair, maar nu vrijwel vergeten boekje met de titel 'Traktaat over het spieken'. Daarin doet hij een uitspraak die de 21ste-eeuwer nog steeds als gedurfd kan voorkomen. "Het is helemaal niet zo vanzelfsprekend dat het onderwijs een instrument is, waarmee een vooraf of buitenaf bepaald doel bereikt kan worden."

Hoezo geen instrument? Hoezo geen van buitenaf bepaald doel? Is het onderwijs niet bedoeld om mensen af te leveren die van nut zijn voor onze maatschappij? Die hun talen kennen, die kunnen rekenen, die mee kunnen draaien in de grote wereld, een wereld waarin we, als we onze (ex-)bewindslieden mogen geloven hopeloos achteropkomen als we niet een tandje bijzetten? Wat is er erg aan dat leerlingen zich voorbereiden op een 'van buiten af bepaald doel', op de arbeidsmarkt bijvoorbeeld?

Het klinkt inderdaad logisch: onderwijs leidt op tot nuttige vaardigheden. We hebben mensen nodig die een motor kunnen repareren of die de Franse grammatica machtig zijn, al was het maar om met onze toekomstige (Afrikaanse?) handelspartners te communiceren.

Maar als onderwijs echt samenvalt met een kundigheid leren, dan zou dat een breuk betekenen met wat het altijd ook heeft beoogd te zijn: een plaats waar denken, leren, begrijpen niet achtervolgd wordt door de plicht tot geld verdienen die ons als volwassenen te wachten staat. Het woord school zelf is afgeleid van het Griekse scholè, dat staat voor studieus doorgebrachte vrije tijd. Vrije tijd dus. Praktisch-technische scholing was destijds meer iets voor slaven. Dat was natuurlijk een heel elitaire gedachte. Die werd later gecorrigeerd vanuit het ideaal dat vorming, het Duitse begrip Bildung juist voor alle klassen open moest staan. De gedachte blijft verder dezelfde: scholing is niet terug te brengen tot haar directe economische opbrengst.

Dat klassieke ideaal is zinniger dan we geneigd zijn te denken, ook nu. Wie jongeren alleen Franse woordjes leert met het oog op hun toekomst, en niet omdat de Franse taal (en cultuur!) op zichzelf machtig interessant zijn, zal altijd een matige docent blijven. Wie pubers voortdurend voorhoudt hoe nuttig wiskunde wel niet is, voor later, loopt grote kans hun interesse te verliezen. Áls zo'n praktijkgerichte aanpak al succes heeft, dan vooral in het kweken van calculerende leerlingen, die een zesje wel genoeg vinden: zolang ze de eindstreep maar halen. Verhoeven noemt dat de spiekende leerling. Want wie leren voorstelt als 'iets voorlopigs en ondergeschikts of typisch iets voor kinderen' kan verwachten dat leerlingen zich kinderachtig gaan gedragen.

Om excellente leerlingen te kweken - ook zo'n punt waar de overheid tegenwoordig telkens op hamert - lijkt praktijkgericht onderwijs zelfs precies de verkeerde strategie. Want de ware nerd denkt helemaal niet aan later. Die vindt natuurkunde, Latijn, of biologie gewoon waanzinnig boeiend. Alleen een zesjesmens ziet onderwijs als instrument: voor een voldoende, een diploma, een baan. Dat die leerling het tij mee heeft - dat is pas erg.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden