Column

Noem blanken geen 'witten'

Leerlingen van een Amsterdamse basisschool probeerden vorig jaar meer blanke kinderen te werven voor hun basisschool. Op hun t-shirt staat:
Leerlingen van een Amsterdamse basisschool probeerden vorig jaar meer blanke kinderen te werven voor hun basisschool. Op hun t-shirt staat: "Is dit wit genoeg voor u?".Beeld anp

Door de toegenomen aandacht voor racisme staat nu ook het woord 'blanke' ter discussie. Volgens filosoof Ger Groot is het juist geen goed idee om het over 'witte' mensen te hebben.

Ger Groot

Sylvia Witteman wil niet 'wit' worden genoemd, zo schreef ze afgelopen week in haar Volkskrant-column. Dat zou aanleiding kunnen geven tot flauwe naamgrapjes, maar daar doen we hier niet aan. Ze is tenslotte de enige niet die zich stoort aan uitdrukkingen als 'witte man', meestal in combinatie met 'boos'. 'Ik ben niet wit,' schrijft ze. 'Ja, als ik ziek of dood ben, dan wel. Maar in het dagelijks leven ben ik blank... gewoon een kleur die een tikje warmer is dan wit.'

Witteman reageerde op een aanmaning van de Ombudsvrouw van haar eigen krant. 'Wit' zeggen is een gevolg van toegenomen aandacht voor racisme, zo had die opgemerkt. 'Blank' zou besmet zijn door ons koloniale verleden. Beter niet gebruiken dus.

Ik sta paf. Hoezo koloniaal verleden? Al in de middeleeuwen werden jonkvrouwen bezongen om hun blankheid - en toen dachten we nog dat de aarde plat was. En andersom: hoe koloniaal is dan niet een woord als 'koffie'? Je hoeft er in de Max Havelaar maar één zin ver voor te lezen om daar achter te komen. Wat dan trouwens te denken van 'zwart'?

Ook de ombudsman van deze krant heeft zich over de kwestie uitgesproken. Soms is 'wit' beter, soms 'blank', zo oordeelde hij mild. Voor deze gepolariseerde tijden waarschijnlijk té mild. Zelf heb ik in de zwarte-pietendiscussie een Salomonsoordeel verdedigd dat me volgens een NRC-columnist prompt tot een sta-in-de-weg van de morele vooruitgang schijnt te hebben gemaakt. Ik draag die omschrijving sindsdien als een geuzennaam; dan weet u tenminste wat u aan mij hebt.

Ontblankt

Veel succes heeft de ombudsman in Trouw niet gehad. Trump 'doet het goed bij witte protestanten'; 'Toen de witte arbeider nog gezag had': het zijn zomaar wat koppen uit de zaterdagkrant. Trouw is grondig ontblankt. Het bontst maakte het hoofdredactioneel commentaar van afgelopen donderdag het. Enthousiast over het afschaffen van de 'stigmatiserende term allochtoon' spreekt het onbekommerd over 'landen waar witte dan wel zwarte mensen woonden.' (commentaar van 3 nov) Alsof 'wit' niet net zo stigmatiserend zou zijn.

Neutraal is het woord immers allerminst. Heeft iemand het over 'witten', dan weet je bij voorbaat dat er iets niet pluis is. En ook dat de spreker zichzelf uitdrukkelijk aan de goede kant plaatst. 'Wit' zeggen is verklaren: ik deug wèl. Dit soort nieuwe termen dient, zoals de socioloog Pierre Bourdieu heeft laten zien, maatschappelijk vooral om de voorhoede van 'early adapters' gunstig te laten afsteken bij het klootjesvolk.

Daarom is het terecht dat Maartje Somers in haar behartigenswaardige NRC-artikel over de witte onderklasse in de VS spreekt over 'blanken' en niet over 'witten'. De Amerikanen zal dat weinig uitmaken: die kennen maar één woord. Maar die woordkeus brengt in het Nederlands wel het mededogen tot uitdrukking waarmee het stuk deze verdoemde klasse haar eigen waardigheid teruggeeft.

Beledigende minachting

'Wit' voor 'blank' is van begin af aan een uiting van beledigende minachting geweest. De term moet, samen met 'bleekscheet' en andere complimenten rond 1970 in het Nederlands zijn opgedoken. Een hoogtepunt uit die tijd was de publicatie van het manifest 'Kijk uit, bleke! Black Power pakt je wijf!' van de zwarte Amerikaanse activist Julius Lester in de 'Kritiese Bibliotheek' van De Bezige Bij.

Ik herinner mij nog hoe diep geschokt ik was. Niet alleen door dat 'bleke' ('whitey' in het origineel), maar ook door de seksuele agressie die voor legitiem zwart verzet moest doorgaan. In de ogen van het soort mensen dat dat nu 'misogyn' zou noemen bewees ik daar toen alleen maar mee hoe hopeloos kleinburgerlijk ik wel niet was.

Uit die troebele geschiedenis is de uitdrukking 'witten' (voor 'blanken') voortgekomen. De wellust waarmee ze vandaag de dag gehanteerd wordt verraadt hoezeer die ondertoon er nog in doorklinkt. Daarom wensen veel blanken er niet mee te worden omschreven. Een moraal die zich, zoals bij de termen 'allochtoon' of 'neger', gevoelig toont voor het recht van mensen op het dragen van een eigen naam, zakt reddeloos door de bodem wanneer zij anderen dat recht provocatief ontzegt. 'Dan wil ik ook zelf kunnen beslissen hoe míjn kleur heet,' schrijft Sylvia Witteman - en menig ingezonden-brievenschrijver, ook in deze krant, zegt het haar na. 'Ik ben niet wit.'

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden