Nieuwe generatie biedt Engeland hoop
Sinds 1966 heeft Engeland geen prijs meer gewonnen. Coach Roy Hodgson geeft vooral jongelingen een kans.
Dele Alli is net twintig jaar, John Stones twee jaar ouder en Marcus Rashford is met zijn achttien jaar zelfs nog tiener. Het zijn zomaar wat namen van spelers uit de jonge selectie van het Engelse elftal, dat vanavond zijn eerste wedstrijd van het Europees kampioenschap speelt tegen Rusland.
Het doet haast on-Engels aan, zo jong als de selectie is. Lange tijd werd vastgehouden aan oude, ervaren krachten als John Terry, Frank Lampard en Steven Gerrard, maar het is aan bondscoach Roy Hodgson te danken dat de Engelse selectie nu een gemiddelde leeftijd kent van ruim 25 jaar. Met derde doelman Tom Heaton, verdediger Gary Cahill, middenvelder James Milner en Manchester United-ster Wayne Rooney heeft hij slechts vier spelers geselecteerd die in de dertig zijn.
Hodgson heeft de naam dat hij als coach geen hevige veranderingen doorvoert. Hij straalt rust uit en kiest doorgaans voor een behoudende speelwijze. Risico's nemen, daar lijkt de 68-jarige Engelse bondscoach niet van te houden.
In zijn carrière als trainer is dat niet terug te zien. Waar veel Engelsen hun vaderland zien als het beloofde voetballand, daar heeft Hodgson overal ter wereld gewerkt. Hij was in acht verschillende landen trainer, waaronder Finland, Zwitserland en de Verenigde Arabische Emiraten. Met Malmö FF werd hij vijf keer op rij kampioen van Zweden en met het Italiaanse Internazionale en het Engelse Fulham reikte hij tot de finale van de Uefa Cup, die hij beide keren verloor. Nadat hij West Bromwich Albion naar een tiende plaats in de Premier League had geleid, koos de Engelse bond er na het EK van 2012 voor om hem aan te stellen als bondscoach.
In zekere zin zette Hodgson het verjongingsproces van het Engelse elftal toen al in gang. Op zijn eerste eindtoernooi met de Engelsen had hij zijn elftal al van nieuw elan voorzien. De selectie telde slechts vijf dertigers en bestond verder uit tien spelers die nog geen 25 jaar waren. Tot succes leidde dat nog niet. Engeland werd in de groepsfase uitgeschakeld doordat het alleen tegen Costa Rica (0-0) een punt wist te behalen.
Na dat voor Engeland teleurstellend verlopen toernooi stopten de middenvelders Steven Gerrard en Frank Lampard als international. Daarmee was de weg definitief vrijgemaakt voor een nieuwe generatie.
Dat Hodgson de opengevallen posities kan opvullen met jonge, talentvolle voetballers is vooral te danken aan Mauricio Pochettino en in iets mindere mate aan Roberto Martínez en Louis van Gaal. De drie managers, van wie de laatste twee inmiddels zijn ontslagen, stonden afgelopen seizoen aan het roer bij Tottenham Hotspur, Everton en Manchester United.
Van het Spurs van Pochettino zitten vijf spelers bij de Engelse selectie. Daarmee is Tottenham samen met Liverpool hofleverancier van het Engelse elftal. In tegenstelling tot veel andere managers in de Premier League kiest Pochettino ervoor om geen geld over de balk te gooien, maar juist jonge spelers een kans te geven. Dit deed de Argentijn al bij Southampton, zijn vorige club, en die lijn zet hij nu bij Tottenham Hotspur door. Het bracht de Londenaren tot de tweede plaats dit seizoen.
Die jongelingen moeten Engeland nu weer succes brengen. Na het gewonnen WK van 1966 heeft Engeland geen enkele prijs meer op zijn naam geschreven en het land heeft goede hoop dat dit met deze nieuwe generatie wel mogelijk is. In Marseille moet Engeland daarvoor met Rusland vanavond een eerste horde nemen.
undefined