Nieuwe fictie
Rebecca Hunt: Meneer Chartwell. (Mr Chartwell) Vert. Mary Bresser. Orlando, Amsterdam. ISBN 9789022959831; 244 blz. 18,95
Lijkt depressie op een grote zwarte, ongemanierde labrador die op een dag je huis komt binnenwandelen? Wel in het originele debuut van Rebecca West. Ze laat het beest het leven van Winston Churchill (die inderdaad aan depressies leed) en weduwe Esther Hamerhans danig verzieken. De hond praat ook en voorziet Churchill van onverstandige adviezen: "Neem nog een glas, dan klaart je hoofd op."
Rana Dasgupta: Solo. (Solo) Vert. Adriaan Krabbendam. Signatuur, Amsterdam. ISBN 97890566723385; 397 blz. € 19,95
Voor deze roman over een bejaarde Bulgaar die terugkijkt op zijn leven en de geschiedenis van zijn land, kreeg Dasgupta (Canterbury, 1971) veel lof toegezwaaid, onder meer van Salman Rushie. Jammer genoeg zijn in de vertaling veel anglicismen en houterige constructies blijven staan: "Hun zoon was drie jaar oud, en Ulrich was gewoon hem mee te nemen op lange wandelingen in het weekend."
Siegfried Lenz: Duitse les. (Deutschstunde) Vert. Jaap Walvis. Van Gennep, Amsterdam. ISBN 9789461640048; 511 blz. € 19,90
Schitterende Duitse klassieker uit 1968. De 21-jarige Siggi Jepsen zit in een heropvoedingsgesticht, waar hij blokkeert als hij de opdracht krijgt een opstel te schrijven over 'De vreugden der plicht'. Voor straf wordt hij in een kamertje opgesloten, waar zich de woordenvloed alsnog aandient. Siggi herinnert zich zijn jeugd in de oorlog, toen vader opdracht kreeg diens vriend, kunstschilder, het schilderen te verhinderen. Waarmee hij zijn zoon van zich vervreemdde. Lenz blinkt hier niet alleen uit in de subtiele aanpak van de thema's oorlog en verraad, maar ook als stilist. Die glasheldere, elegante stijl wordt in deze vertaling (uit 1970) alle recht gedaan.
Kyung-Sook Shin: Waar is onze moeder. (Please Look after Mom). Vert. Maaike Bensdorp en Lucie Schaap. Meulenhoff, Amsterdam. ISBN 9789029086301; 254 blz. € 18,95
Zuid-Koreaanse tearjerker en moeder-ode, in eigen land een groot succes, maar wellicht iets te zoetelijk om Nederlanders te overtuigen. Op een dag verdwijnt toegewijde moeder So-Myo op een druk metrostation zomaar in de massa. Langzaam dringt het tot haar kinderen door dat het leven in een harteloze metropool dit engelachtige wezen te veel is geworden: "Wisten je broers en zus dat moeder zo vaak hoofdpijn had? Wist vader ervan?"
Boris Pahor: Necropolis. Vert. Pieter van der Drift. Anthos, Amsterdam. ISBN 9789041415615; 223 blz. € 19,95
Tijdens een bezoek aan concentratiekamp Natzweiler-Struthof wordt de verteller, ex-gevangene, overvallen door herinneringen. Indrukwekend, al haalt de Sloveen Boris Pahor (Triëst, 1913) door zijn uitleggerige stijl niet het niveau van giganten als Primo Levi of Imre Kertesz. "Ik probeerde het gevoel te verdringen en duwde het terug naar het onderbewustzijn waaruit het steeds naar boven dreigde te komen."
undefined