'Nieuw flexibeler pensioensysteem biedt kansen'

© ANP Beeld
© ANP

De traditionele pensioenregeling wordt steeds onzekerder. Dat is onomkeerbaar, zegt Erik Lutjens, hoogleraar pensioenrecht aan de VU en advocaat bij DLA Piper. Lutjens deed met zijn Expertisecentrum Pensioenrecht in opdracht van verzekeraar Aegon onderzoek naar de mogelijkheden van de premie-pensioeninstelling (ppi).

Laura van Baars

Deze ppi is een nieuw type pensioenuitvoerder, die voor werkgevers pensioenpremies kan beleggen. Kenmerk van de ppi is dat deze geen enkel risico van de pensioenbeleggingen draagt. Het geld dat de deelnemer op zijn pensioendatum overhoudt, hangt af van de rendementen op dat moment. Dit is anders dan bij een gewoon pensioenfonds, waar deelnemers in de meeste gevallen een middel- of eindloonregeling krijgen. Die biedt in principe meer zekerheid dan de beschikbare premie bij de ppi.

Toch wordt verwacht dat steeds meer pensioenregelingen via een ppi uitgevoerd zullen worden. Waarom?

"Door de crisis dreigen de pensioenpremies steeds verder op te lopen. Werkgevers zoeken daarom andere regelingen voor het pensioen. Bij een ppi wordt eenmalig een premie afgesproken en hoeft niet bijgestort te worden. De gedachte dat een traditionele pensioenpremie steeds onzekerder wordt, wordt steeds breder gedragen. Ook het pensioenakkoord heeft daar een rol in gespeeld."

Gaan de ppi's concurreren met de pensioenfondsen?

"Dat zal zo'n vaart niet lopen. De ppi zal de markt eerder verruimen. Zelfstandigen kunnen zich bijvoorbeeld niet bij een pensioenfonds aansluiten. Ook bij een ppi kunnen zij niet terecht, maar ik denk dat de Nederlandse wet daarop aangepast moet worden. De EU heeft mogelijk gemaakt dat ook zelfstandigen zich bij een pensioeninstelling als de ppi kunnen aansluiten."

Is de ppi een verrijking voor het Nederlandse pensioenstelsel?

"Het is een flexibeler systeem. Wat de ppi onderscheidt van een pensioenfonds, is dat een fonds alleen gelden kan beheren van een onderneming of een bedrijfstak. De ppi kan allerlei verschillende cliënten bedienen. In een pensioenfonds zijn de deelnemers solidair met elkaar en vangen elkaars verliezen op. In een ppi kan je 'financiële hekken' plaatsen tussen de deelnemers, werkgevers of bedrijfstakken, dat heet ringfencing. Je draait dus niet op voor anderen."

Maar in Nederland vinden we die solidariteit toch zo belangrijk?

"Aanvankelijk was de ppi ook niet bedoeld voor de Nederlandse markt. Het wetgevingsproces dat vooraf ging aan de oprichting van de ppi duurde jaren. Het was de bedoeling dat wij met ons sterke imago op pensioengebied een vehikel zouden creëren om de internationale en Europese markt op te gaan. Dat werd de ppi. We zouden het geld van buitenlandse werkgevers en bedrijfstakken kunnen gaan beleggen. Maar het is heel anders gelopen."

Hoe dan?

"De zes ppi's die sinds 2011 zijn opgericht richten zich vooral op de Nederlandse markt, waar de geesten door de crisis toevallig rijp zijn geworden. Willen de ppi's de pensioenregelingen van Portugese of Franse werkgevers uitvoeren, dan moeten ze het pensioenrecht van die landen ook beheersen. Dat is nu nog te complex."

Maar hoe gaan we die Europese markt dan op?

"Uiteindelijk is het de bedoeling dat de ppi's opgaan in een algemene pensioeninstelling, de 'api'. Die api is een pensioenfonds en verzekeraar in één. Er gelden lichtere regels voor zo'n api dan voor een pensioenfonds, en deze kan makkelijker grensoverschrijdend werken. Kosten kunnen zo omlaag. Dan pas krijgen de Nederlandse pensioenfondsen echte concurrentie. Maar de oprichting van de eerste api is nog ver weg."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden