Niet zeuren, schrijven!

Kunstenaars klagen over gebrek aan subsidie, of over de VVD die vindt dat de kunsten er dankzij forse bezuinigingen goed voorstaan. 'Gezeik', vindt Ingmar Heytze. 'Het is een misvatting dat je moet kunnen leven van kunst.'

INGMAR HEYTZE

Ingmar Heytze (1971) is dichter. Volgende maand verschijnt zijn bundel 'De man die ophield te bestaan'.

Onder het macabere motto 'Hier hadden uw laatste woorden kunnen staan' plaatste Floortje Zwigtman op 2 december een 'literaire suïcide-note' op Facebook. De laatste twee zinnen luiden: "Ook ik zal misschien binnenkort uit de kinder- en jeugdboekenwereld verdwijnen. Wie genoeg om me geeft om me te missen, mag dat bewijzen."

Zwigtmans wanhoopskreet oogstte grote bijval onder Facebookvrienden, bloggers en fans. Kritiek kwam er ook: 'Een pathetisch dreigement', noemde literatuurcriticus Arjan Peters de brief. 'Slap geleuter', stelde schrijfster Charlotte Mutsaers. Vooral die laatste kwalificatie leverde weer een storm aan geblog en gefacebook op onder voor- en tegenstanders.

Daarmee is er genoeg pandemonium ontstaan om de vraag te rechtvaardigen wat we moeten met Zwigtmans kreet om aandacht, want dat is het in ieder geval. Bovendien staat ze niet alleen. Auteurs als Jacques Vriens, Johanna Geels, Marcel van Driel, A.N. Ryst (pseudoniem van Daan Remmerts de Vries) zijn het met haar eens dat de zorgelijke positie van de jeugdliteratuur aandacht verdient.

Als we Zwigtmans congé kort samenvatten, signaleert ze dat de toch al geringe aandacht voor jeugdliteratuur steeds kleiner wordt. Het is bijna onmogelijk om nog persaandacht te krijgen voor je boeken - en zonder aandacht geen lezers. Leerkrachten laten het ook al afweten, want die kiezen voor eenvoud en middelmaat. Wat rest is een jeugdliteratuur die zucht onder BN'ers die de toch al schaarse aandacht wegkapen als ze een kinderboekje uitpoepen. Het jeugdboek wordt bovendien misvormd door de 'mal van de commercie', die louter eenheidsworst voortbrengt. Zwigtman: "Liefst met iets magisch en als je het belieft een vlucht engelen en een roedel weerwolven. En trek ook een kist vampiers open. Wijk niet te veel van dit stramien af, want dan worden uitgevers en boekverkopers zenuwachtig: stel dat de lezer Het Niet Snapt! Verkoop je dan nog wel wat?"

Het is een veeg teken dat een auteur van Zwigtmans kaliber laat weten dat ze afhaakt. Iedereen die het in zijn vermogen heeft om iets ten goede te veranderen voor de jeugdliteratuur, behoort zich diep te schamen bij het lezen van zo'n wanhoopskreet. Ik noem, in willekeurige volgorde: bladenmakers, uitgevers, boekhandelaars, leerkrachten, samenstellers van docentenopleidingen waarvoor je kennelijk geen kinderboek meer hoef te lezen, journalisten, recensenten en redacteurs bij alle mogelijke media. (Letter&Geest hoeft zich niet aangesproken te voelen, want dat heeft wél elke week een rubriek voor jeugdliteratuur.)

Uiteindelijk moeten ook de BN'ers zich schamen die beter kunnen doorgaan met bekend zijn zonder dat iemand nog weet waarom. Daar zijn ze uiteindelijk toch het beste in. Bovendien kun je BN'ers overal de schuld van geven. Ze hebben er nooit last van en het is meestal terecht.

Dat Zwigtman op veel punten gelijk heeft, neemt niet weg dat ik haar brief een pathetische actie vind. Het begint al bij de hysterische term 'literaire suïcide-note', die een klap in het gezicht is van iedereen die wel eens een échte zelfmoordbrief heeft moeten lezen. Of schrijven. Maar wat me werkelijk stoort aan Zwigtmans treurzang is de gruwelijke passiviteit ervan. Boehoe, niemand leest meer een boek. Wee ons, de BN'ers stelen onze aandacht. O droefenis, de échte jeugdliteratuur verzuipt in de pulp. Nou, ik doe niet meer mee. Dat zal jullie leren, stelletje schoften. Mijn prachtige, tegendraadse boeken zullen jullie voortaan worden onthouden. O ja, als er nog iemand om me geeft, haal me dan maar over om alsjeblieft verder te gaan.

Na het lezen van Zwigtmans lamento dacht ik onwillekeurig: doe het dan maar. Trek de stekker uit je computer. Ervaar maar even dat al die jaknikkers en meehuilers morgen weer een ander zielig geval van likes zitten te voorzien, en dat je plaats als schrijver gewoon wordt ingenomen door iemand anders die zich niet als een culturele calimero gedraagt. Je verandert niks als je het opgeeft. Pas als je daadwerkelijk iets doet, bestaat de kans op verbetering.

Dat de jeugdliteratuur het moeilijk heeft hoef je mij niet te vertellen. Ik waag wel te betwijfelen of ze het nu werkelijk zoveel moeilijker heeft dan andere kunstvormen. Cabaretier Jeroen van Merwijk speelt deze maand zijn

laatste soloprogramma 'Er zijn nog kaarten'. Niet meer rendabel te krijgen, zo'n voorstelling, die verder gaat waar makkelijker en gemakzuchtig cabaret ophoudt. Ook de literatuur als geheel zit in zwaar weer, en lijdt onder precies dezelfde problemen. Een bevriende schrijver kreeg letterlijk de opdracht om zijn roman zo om te werken dat het zou lijken op een bestseller van een andere auteur uit een concurrerend fonds. Zo zou het boek ook worden gepromoot. Mijn vriend heeft inmiddels een andere uitgever gevonden.

Ik opereer zelf in een genre dat het altijd moeilijk heeft gehad, per definitie door geen mens wordt gelezen en daarom louter bestaat als gedoogconstructie: de poëzie.

Zelf zal ik zo nodig stelen om te kunnen dichten. Dat is meer dan een pose; deze zomer ging mijn eigen praktijk zo slecht dat ik volgend voorjaar dakloos was geweest als de zaken niet waren aangetrokken. Ik keek al naar reguliere vacatures in de communicatie, of desnoods op de postkamer waar ik vroeger werkte. Toen kreeg ik een paar grote opdrachten en alles was weer in orde - voorlopig. Stelen hoeft gelukkig nog niet.

Ik vind dat je nooit moet liggen zeiken, maar iets moet doen aan een probleem als je dat signaleert. Wie niet tegen de nadelen van deze tijd kan, moet inderdaad maar stoppen met kunst maken. Maar klagen over een cultuur waarin steeds minder ruimte is voor dit of dat, is bij voorbaat zinloos. De cultuur staat niet buiten ons. De massa is geen gezichtsloos wezen dat om de hoek staat te wachten om kunstenaars de nek om te draaien. De massa, dat zijn jij en ik. De cultuur, dat zijn wij zelf.

Een kunstenaar zal zich altijd moeten verhouden tot de rol die de maatschappij hem toebedeelt. Uiteindelijk is alle kunst die we kennen gemaakt door mensen die de nadelen van het kunstenaarsbestaan voor lief namen in de tijd waarin ze leefden en werkten.

Ik heb meer kunstenaars horen waarschuwen dat er de laatste jaren een stille revolutie tegen kunstenaars gaande is, een soort landelijk complot. Maar dat is onzin. Als kunst iemand genoeg interesseerde om zo'n complot te smeden, waren al die klaagzangen niet nodig. Degenen die het complot moeten smeden zijn wij, de kunstenaars. Wie ooit dacht dat anderen wel voor ons zouden opstaan, weet inmiddels wel beter: dat gaat niet gebeuren. Zelfs die schreeuw om cultuur, waarvoor de VVD onlangs met een falsetstem excuses eiste, was achteraf toch vooral een schreeuw van mensen die er een baantje aan hadden, niet van de kunstenaars zelf.

Ik mis in de klachten van kunstenaars veerkracht, slagkracht en rebelsheid. Wie heeft toch ooit bedacht dat je moet kunnen leven van kunst? Dat is voor de meeste kunstenaars, hoe goed ze ook waren, nooit zo geweest, en het zal ook nooit zo zijn. Alle grote kunstenaars waren ook slimme handelaars, goede dieven, netwerkers, financieel onafhankelijk - of doodarm.

Leven van kunst is weggelegd voor de enkeling die een aantal, deels tegenstrijdige, karaktereigenschappen combineert: talent, discipline, contactuele vaardigheden, bereidheid om in opdracht van wie dan ook te werken, het separate talent om in opdracht op z'n minst dezelfde kwaliteit te kunnen leveren, en aanleg voor ondernemerschap. Een beetje gevoel voor de tijdgeest helpt ook En ten slotte vaart niemand wel zonder af en toe wat geluk te hebben.

Zelfs met al die vaardigheden kan het nog voorkomen dat je het als kunstenaar niet redt. Als dat zo is, als niets helpt en als niemand te hulp schiet, dan zul je het zelf moeten doen - en samenzweren met zoveel mogelijk gelijkgestemden.

Ik vraag al die Facebookers die Zwigtmans aangekondigde afscheid van een slap duimpje hebben voorzien om werkelijke betrokkenheid. Kinderboekenschrijvers en -lezers! Richt voor elk tijdschrift dat kapot gaat, drie nieuwe weblogs op. Schrijf voor elk boek dat genegeerd wordt, twee nieuwe die nóg beter zijn. Laat met snoeiharde kraakrecensies zien wat er precies mis is met al die uitgekotste importpulp aan jeugdboeken uit Amerika. Schrijf een manifest voor échte jeugdliteratuur. Speel het literaire spel: richt stromingen op en vlieg elkaar mediageniek in de haren. IJver net zo lang tot het volkomen logisch is dat alle grote literaire prijzen van dit land ook met een jeugdboek kunnen worden gewonnen. Koop je tijd met een of ander leuterbaantje - dat doen de meeste mensen, of ze nou kunstenaar zijn of niet. Lobby intussen van hoog tot laag voor een basisloon voor kunstenaars, zeg maar een eeuwigdurende WIK (de subsidie die in 2012 is afgeschaft), zodat nieuwe generaties uit de klauwen van de sociale dienst kunnen blijven. Bundel de krachten en ga collectief op tournee langs scholen, boekhandels en media om te laten zien hoe het moet. Kampeer net zo lang voor de burelen van elk mogelijk fonds totdat het geld dat je nodig hebt er komt, alleen al omdat ze van je af willen.

Sluit Mark Rutte op in het Torentje met een pot thee en een pak stroopwafels, en laat hem er pas weer uit als hij alles van Paul Biegel heeft gelezen. Maar laat je niet achterover vallen op Facebook. Hoeveel 'likes' wil je hebben voordat je het gevoel hebt dat het vangnet sterk genoeg is om weer verder te kunnen?

Floortje Zwigtman kondigt haar literaire einde aan. Maar in alles wat ze zegt over het einde, zie ik een mogelijk begin. Kom op dan, Zwigtman! Er is minstens één dichter die in je gelooft.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden