Niet Vluchtkerk, maar regering geeft valse hoop

Het lukt maar niet om het illegalenprobleem op te lossen. We willen ze niet toelaten en ze gaan niet zelf weg.

MARTIJN STRONKS en PROMOVENDUS AAN DE AFDELING MIGRATIERECHT VAN DE VRIJE UNIVERSITEIT

'Ik heb altijd geloofd dat hoop dat eigenwijze ding in ons binnenste is - dat we, ondanks al het bewijs van het tegendeel, iets hebben waarvoor we blijven vechten.' Dit zei Obama op 6 november in zijn overwinningsspeech. Een schril contrast met Ingrid Schippers van de Werkgroep Opvang Uitgeprocedeerden van de Raad van Kerken in Amsterdam. De asielzoekers in de Vluchtkerk in Amsterdam-West zijn met hun verblijf daar niets opgeschoten, zo stelt zij (Trouw, 15 maart). Daaruit, maar ook uit de politieke discussie, blijkt het onvermogen de kern van het probleem te zien.

Ten aanzien van illegaliteit lijken er op het eerste gezicht twee soorten reacties denkbaar: een insluitende, verwelkomende houding of juist een uitsluitende, restrictieve houding. Met die uitsluitende houding zijn we inmiddels steeds meer vertrouwd. Binnen die houding gelden twee keiharde argumenten: aanzuigende werking en kwade trouw van de vreemdeling. Als we deze vreemdeling een vergunning geven, moeten we dat bij iedereen doen. Bovendien houdt hij zich niet aan de regels, hij blijft hier terwijl hij weg moet, dat gaat we toch niet belonen?

Daar lijkt geen insluitend argument tegen bestand. In een individueel geval kan een mensenrecht nog soelaas bieden. Vanwege het recht op gezinsleven of het verbod te worden uitgezet als in het land van herkomst marteling wacht. Maar dat biedt nooit een oplossing voor alle uitgeprocedeerden - dergelijke argumenten zijn vaak expliciet door de staat afgewezen in hun procedure. De enige kaart die ze kunnen spelen is die van hun feitelijke langdurige en blijvende aanwezigheid hier. En dat is precies wat ze nu al meer dan een half jaar op luidruchtige en zichtbare wijze in Amsterdam-West doen, eerst in een tentenkamp in Osdorp en nu in de Vluchtkerk in Bos en Lommer. Pijnlijk zichtbaar wordt dat het niet lukt om het illegalenprobleem op te lossen. We willen ze niet toelaten en ze gaan niet zelf weg.

Geconfronteerd met die realiteit begint de staat steeds wanhopiger argumenten aan te voeren. Dat de illegalen niet weg kunnen is hun eigen schuld, ze werken immers niet mee. De eigen verantwoordelijkheid van de vreemdeling voor zijn vertrek verbloemt echter slechts het onvermogen van de staat om hem uit te zetten. En dat geldt ook het argument van valse hoop, dat nu uitgerekend door iemand van de Raad van Kerken wordt opgepikt. Illegalen zijn hier, dat is hun eigen schuld en iedereen die er aandacht aan besteedt of te hulp schiet, biedt valse hoop. Hoe lang illegalen ook blijven, ze zullen geen verblijfsvergunning krijgen.

Dat klinkt toch als een stampvoetende ruziemaker die het spel maar niet kan winnen. Want wie biedt er nu eigenlijk valse hoop aan de illegalen? Valse hoop is hoop die nooit werkelijkheid kan worden. Een uitgezette vreemdeling die alsnog hoopt op een bestaan in Nederland, dat is valse hoop. Maar deze illegalen zijn hier en het punt is nu juist precies dat de staat ze niet uitzet. Nadat de tentenkampen in Osdorp werden ontruimd werden 108 illegalen opgepakt door de politie, 96 van hen werden direct weer vrijgelaten. Blijkbaar zag de staat geen enkele mogelijkheid ze uit te zetten. Vervolgens werden ze door sympathisanten in de Vluchtkerk opgevangen om ze de winter door te helpen.

En zolang de illegaal hier nog is, op straat of in een kerk, heeft hij hoop. Die wordt niet aangewakkerd door mensen die hem helpen, maar door de staat die hem niet uitzet. Hoop is immers dat eigenwijze ding in ons binnenste - dat we, ondanks al het bewijs van het tegendeel, iets hebben waarvoor we blijven vechten.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden