Niet geïnteresseerd in het kind, wel in de porno
De rechter besluit dinsdag of Sander B. de cel in moet omdat hij kinderporno keek. Naar schatting is hij een van de 30.000 Nederlanders die dat doen. Niet allemaal vanwege pedofiele gevoelens. ‘Het is niet altijd die vieze man op zolder, het is je buurman, je vader, je broer.’
In het openbaar praten over hoe hij kinderporno keek. “Voor u is het misschien moeilijk”, probeert de rechter Sander B. op zijn gemak te stellen. “Maar wij zijn gewend hierover te praten.” B. (40) wordt verdacht van het langdurig downloaden en verspreiden van verboden materiaal. Hij maakte onder meer gebruik van een online deelplatform. Zo haalde hij muziek binnen, films. En kinderporno. Uiteindelijk trof de politie 1272 illegale foto’s en 123 films aan. Vooral met meisjes tussen de acht en veertien jaar. Maar er zat ook materiaal tussen met zeer jonge kinderen.
Het is een soort nieuwsgierigheid geweest, vertelt B. de rechter. “Het wereldwijde web, je gaat verkennen: wat is er te vinden? En dit is tevoorschijn gekomen.”
Wordt hij ook seksueel opgewonden van kinderen of was het vooral de spanning van nieuwe dingen opzoeken, wil de rechter weten. “Voor de spanning en nieuwe dingen”, zegt B. “Maar u trok zich wel eens af tijdens het kijken?” “Af en toe ja.”
B. is niet de enige. Volgens schattingen kijken minimaal 30.000 Nederlanders naar afbeeldingen van seksueel misbruik van minderjarigen. Daarmee kun je gerust stellen dat Nederland een kinderpornoprobleem heeft.
Dat probleem is veelzijdig. Zo staan we bovenin de lijstjes van landen in Europa met de meeste kinderporno op servers. De Britse Internet Watch Foundation liet zich daar onlangs kritisch over uit: Nederland zou niet genoeg doen om de verspreiding van het materiaal te stoppen.
Hubfunctie
Volgens het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) is het vooral een gevolg van de hubfunctie die Nederland speelt in de online wereld, vanwege de ligging en uitstekende internetsnelheid. Dat hier veel kinderporno op servers staat, betekent niet dat het hier ook allemaal wordt vervaardigd en bekeken.
Maar het kinderpornoprobleem komt ook voort uit Nederlanders die wel naar het materiaal kijken. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, gaat het zeker niet alleen om pedofielen, zeggen deskundigen. Sterker nog, forensisch psycholoog Ellen Janssen schat dat ongeveer de helft een andere reden heeft om te kijken.
“Die groep is heel veelzijdig. Niet alle kijkers worden seksueel opgewonden. Soms is het een verzamelwoede, soms is het de drang naar spanning om de grenzen op te zoeken. Bij anderen komt het voort uit een pornoverslaving. Ze gaan op zoek naar steeds heftiger materiaal. Het zijn ook vaak mensen die zich eenzaam voelen. Ze gaan niet naar de kroeg, maar zitten achter hun computer om hun problemen niet onder ogen te komen, maar weg te ‘drinken’ met kinderporno. Waarna ze merken: dat doet me toch wel wat. Veel schrikken van zichzelf en voelen zich achteraf slecht. Maar ze kunnen het niet stoppen.”
Janssen werkt bij Stop it Now!, de jongste afdeling van het EOKM. Het is een hulplijn waar mensen anoniem naartoe kunnen bellen omdat ze seksuele gevoelens hebben voor minderjarigen, omdat ze kinderporno downloaden of zich zorgen maken over iemand in hun omgeving. Vorig jaar kwamen er 360 telefoontjes binnen en werd er 122 keer via e-mail contact gezocht met Stop it Now!.
Gezin
“De meeste bellers zijn heel bang dat het uitkomt wat ze hebben gedaan”, zegt Janssen. “Ze hebben het over de impact op hun gezin. Ze zijn bang om ‘pedofiel’ te zijn. In de volksmond staat dit nu synoniem voor de kindermisbruiker. Wat onjuist is en stigma tot gevolg heeft.”
Het besef dat er een slachtoffer is komt pas later. Weinig bellers lijken erbij stil te staan dat er achter de plaatjes die zij bekijken een vreselijk verhaal van misbruik schuilgaat. Janssen: “Eigenlijk is het heel egocentrisch. Mensen praten het goed: de plaatjes die ik bekijk bestaan toch al”, ze lacht, “of ‘ik misbruik zelf toch geen kinderen?’”
Het idee achter Stop it Now! is onder meer om de vraagkant van het kinderpornoprobleem aan te pakken. Want zolang er naar kinderporno wordt gekeken, zijn er mensen die brood zien in het maken van het materiaal en vindt er dus misbruik plaats.
De vraag verstoren is voor het Openbaar Ministerie ook een belangrijke reden om mensen zoals Sander B. voor de rechter te brengen en celstraffen te eisen. Komende dinsdag doet de rechtbank uitspraak in de zaak en wordt duidelijk of de strafeis van vijftien maanden cel, waarvan vijf voorwaardelijk, ook volgens de rechter terecht is.
Enorm leed
“Achter een afbeelding en filmpje gaat enorm leed schuil”, motiveerde de officier van justitie haar eis. “Allemaal omdat er een markt voor is, omdat mensen zoals B. willen kijken.”
Jaarlijks krijgt het OM honderden zaken rond kinderporno op het bureau. Niet alle verdachten worden voor de rechter gebracht. Zo wordt er sinds een aantal jaar ook gewerkt met Indigo: het Initiatief Niets Doen Is Geen Optie. Justitie kiest er dan voor om er geen rechtszaak van te maken, maar om iemand te verplichten om mee te werken aan een behandeling. Niet iedereen komt daarvoor in aanmerking: gaat het om grote hoeveelheden materiaal of zeer ernstige beelden, dan volgt gewoon de gang naar de rechter.
“Enigszins achterhaald”, noemt Wineke Smid de aanpak. Ze is onderzoeker bij De Forensische Zorgspecialisten en gespecialiseerd in zedendelinquenten. “Indigo werkt nog vanuit het idee dat de kinderpornokijker uitgebreid moet worden behandeld om te voorkomen dat hij uiteindelijk zelf tot misbruik over gaat. Hands-on misbruik noemen we dat. Maar de overlap tussen mensen die kinderporno kijken en een hands-on delict plegen is maar klein. Het klinkt misschien raar, maar een deel van de kinderpornokijkers is niet zozeer geïnteresseerd in het kind. Ze zijn geïnteresseerd in de porno.”
Volgens Smid moeten we onderkennen dat het kinderpornoprobleem niet op zichzelf staat, maar dat het onderdeel is van een veel groter pornoprobleem. “Mensen – vooral jonge mannen zijn daar gevoelig voor – worden dat internet ingezogen en zijn alleen nog maar bezig met seks. Je kunt er voor niks ongebreideld porno kijken. Het risico is dat mensen erin verzuipen. Dat ze niet meer deelnemen aan het echte leven, maar alleen nog maar achter hun computer hun ding zitten te doen. En dat ze steeds extremere beelden moeten hebben om nog opgewonden te raken.”
Smid zegt ‘vooral niet truttig te willen zijn’. Porno kijken kan ook heel leuk en positief zijn. En heus niet iedereen is verslaafd – zoals ook niet iedereen die wel eens een biertje drinkt alcoholist wordt. Maar volgens haar is het tijd voor een discussie of de mate waarin mensen nu op zoek zijn naar seks op internet wel zo goed is. “Vinden we het bijvoorbeeld normaal dat iemand die nog nooit seks heeft gehad, al wel honderden extreme pornofilmpjes heeft gezien?”
De vindbaarheid van het materiaal speelt daarin een belangrijke rol. Internet heeft niet voor niks een enorme zwaai gegeven aan het kijken naar kinderporno. Het is wijdverspreid op het reguliere web. Daar is de vraag naar jonge pornosterren sowieso groot. ‘Teen’ is de meeste gezochte zoekterm op pornosites. Dat betekent niet dat het altijd om kinderporno gaat, maar wel dat die grens in de buurt komt.
Verplicht verwijderen
Gaat het om beelden met kinderen onder de achttien jaar, dan zijn de sites verplicht het te verwijderen. De bekende pornosites doen dat over het algemeen snel, merkt het EOKM. Maar er zijn ook tig van schimmige sites of deelplatformen waar dat minder soepel loopt. Laat staan de whatsapp-groepen of andere chatprogramma’s, waar het delen van kinderporno zich helemaal onttrekt aan het oog van de politie of meldpunten.
Toch is het echt niet zo dat iedereen die kinderporno kijkt er min of meer per ongeluk op stuit. Over het algemeen geldt: hoe heftiger het materiaal, hoe moeilijker te vinden. Gaat het om afbeeldingen van misbruik van zeer jonge kinderen, dan moet je weten waar te zoeken. Bijvoorbeeld op het darknet. Dat is het deel van internet waar je alleen met een anonieme browser op komt.
Er worden inmiddels verschillende maatregelen ingezet om de verspreiding van kinderporno tegen te gaan. Zo controleert een website die afbeeldingen plaatst van te voren of een plaatje voorkomt in de database met kinderporno. Als dat zo is, komt het niet online.
Maar uiteindelijk gaan dat soort technische middelen alleen het kinderpornoprobleem niet oplossen, zeggen deskundigen. Ook de downloader – de vraagkant dus – moet worden aangepakt.
Shockeffect
Zo gelooft Wineke Smid in het shockeffect. “Het blijft belangrijk dat er zoveel mogelijk mensen worden gepakt. Niemand die kinderporno kijkt, vindt zichzelf echt stoer. Mensen weten dat het eigenlijk niet oké is wat ze doen. Maar de meesten hebben een flinke zet nodig om te stoppen. Soms krijgen ze een chantage e-mail met de waarschuwing: we weten wat je hebt gedaan, betaal 1000 euro of we sturen beelden aan al je contacten. Soms moet er politie aan de deur komen voordat iemand stopt. En soms heeft iemand een uitgebreidere behandeling nodig.”
Ellen Janssen van Stop it Now! denkt dat het beter bespreekbaar maken van seksualiteit kan helpen om het probleem op tijd te onderkennen. “Hoeveel stellen hebben het thuis op de bank wel eens over porno kijken? Durf je ernaar te vragen als je man steeds later naar bed komt, als hij uren achter de computer zit met een weggedraaid scherm? We denken nog te veel dat de kinderpornokijker die vieze oudere man is op een zolder. Maar dat klopt niet. Het is je buurman, je vader, je broer, je partner, je zoon.”
Sander B. liep tegen de lamp toen zijn IP-adres opdook in een Duits onderzoek. Hij verzoop zich in de kinderporno, keek in korte tijd heel veel, om er vervolgens spijt van te hebben en alles weer te verwijderen. Maar die cyclus heeft hij inmiddels doorbroken, vertelt hij de rechter.
Hij heeft geen behoefte meer om naar kinderporno te kijken. Wat hem hielp? “Ik heb erover moeten praten, ik ben uit mijn schulp gekropen.”
Wie kijkt kinderporno?
Stop it Now! analyseerde anonieme statistieken uit de periode 2012-2016. Representatief is dat niet – het zijn mensen die zelf aan de bel trokken – maar het geeft wel een indruk.
Zo valt op dat het lang niet altijd gaat om alleenstaanden. 45 procent heeft geen partner, 55 procent dus wel. Die partner is ten tijde van het contact met Stop it Now! relatief vaak op de hoogte van de problemen van de beller. 59 procent geeft aan dat dat het geval is, 41 procent houdt het tot dusver geheim.
Het overgrote deel van de mensen die om hulp vragen is man: 95 procent. Gemiddeld hebben de problemen 46 maanden geduurd voordat iemand Stop it Now! belde. Opvallend is verder dat de hulplijn constateert dat er steeds meer vrouwen bellen. De meesten omdat ze zich zorgen maken over het gedrag van hun partner, maar vorig jaar zag Stop it Now! een stijging in het aantal vrouwen dat zich zorgen maakt over het eigen gedrag of gevoelens.
Stop it Now! is bereikbaar via 0800-2666436
Lees ook
Het publiek is een belangrijke hulp bij de opsporing van kinderporno
Speelgoed, het uitzicht uit een raam: burgers herkennen soms belangrijke details uit kinderpornomateriaal, merkt de Europese politieorganisatie Europol.