Net zo slecht als onze voorouders
'Excuses voor Molukkers geëist', kopte deze krant woensdag. De eis kwam van burgemeester Victor Molkenboer uit Leerdam, een plaats waar veel Molukkers wonen. De burgemeester probeert het kabinet onder druk te zetten om de Molukse gemeenschap excuses aan te bieden voor de 'onfatsoenlijke behandeling' die hen ten deel is gevallen, sinds zij in de jaren vijftig naar Nederland zijn gekomen en er eindeloos met hen 'gesold is'.
De eis past in een ontwikkeling: wij schamen ons voor ons verleden. Met excuses hopen we de weg vrij te maken voor een andere toekomst. Dat gevoel lag ook ten grondslag aan de wens van de voormalige ministers Zalm en Borst die afgelopen zomer het kabinet opriepen excuses aan te bieden over de onverschillige houding die de regering in ballingschap aannam tegenover de Jodenvervolging.
En ook aan het rumoer rondom het omstreden standbeeld van Jan Pieterszoon Coen (1587 - 1629) in Hoorn dat een paar maanden geleden bij werkzaamheden aan de straatverlichting per ongeluk van zijn sokkel werd gestoten. Volgens een groep inwoners diende het beeld meteen naar het museum te verdwijnen, omdat voormalig gouverneur-generaal Coen in dienst van de Verenigde Oost-Indische Compagnie, begin zeventiende eeuw een massaslachting aanrichtte op de Indonesische Banda-eilanden .
In zijn column sprak filosoof Ger Groot dinsdag over een 'verontschuldigingscultus die binnen en buiten Nederland epidemische vormen begint aan te nemen'. En als we hier mee doorgaan, schreef Groot, is 'iedereen een zondaar, geroepen tot biecht en boetedoening'. Hoe moet je dan met het kwaad uit het verleden omgaan?
Om deze vraag te beantwoorden verwijst Hans Achterhuis, Denker des Vaderlands, naar het grote theaterproject 'Tuin van Holland' van toneelgroep 'De Appel' (2010) over de Nederlandse identiteit, zoals die in de geschiedenis gestalte heeft gekregen. "Ik was een paar jaar geleden zijdelings betrokken bij dit succesvolle toneelstuk. Ik las de werkteksten en gaf er publiekelijk commentaar op. Daarin vergeleek ik de manier waarop de auteurs van Tuin van Holland terugkeken op de koloniale geschiedenis van ons land en de wijze waarop de Zuid-Afrikaanse schrijver J.M Coetzee een onderdeel van deze geschiedenis in zijn eerste roman 'Schemerlanden' in kaart brengt."
Wat is de kern van dat verschil?
"De teksten voor Tuin van Holland waren gekenmerkt door een kritisch perspectief. Onze koloniserende voorvaderen werden er als boeven, moordenaars en uitbuiters geportretteerd. Bij de beschrijving van de Zuid-Afrikaanse Boeren die 'jacht maakten op Zulukinderen om hen op hun boerderij als slaven in te zetten', werd bijvoorbeeld hun hypocrisie sterk benadrukt. De Boeren beschuldigden namelijk te pas en te onpas 'de plaatselijke stammen van veediefstal' als een 'handig voorstel om negers af te slachten'. En Jan Pieterszoon Coen werd beschreven als 'een man die nu ongetwijfeld wegens misdaden tegen de mensheid terecht zou staan voor het Interna tionaal Gerechtshof in Den Haag'."
Lijkt mij een prikkelende stelling.
"Mij niet. Dit soort teksten over onze voorvaderen waren duidelijk kritisch bedoeld. Maar de beschuldiging dat onze roemruchte helden als Jan Pieterszoon Coen en Jan van Riebeeck zulke hypocriete schurken waren geweest, werkte volgens mij voor de hedendaagse Nederlander als een pluim op de morele hoed. Wat waren wij vergeleken met onze voorouders moreel heerlijk ver gevorderd!"
Een eindje op streek zijn we toch wel?
"Dat vraag ik me af."
Voor misdaden als die van Coen schrikken we nu toch terug? "Natuurlijk, in onze tijd zouden we ze niet meer toestaan. We zouden Coen er inderdaad voor aanklagen en opsluiten. Ook de huichelachtigheid van de racistische Afrikaanse Boeren hebben wij, denken we, al lang achter ons gelaten. Maar naar mijn idee lopen zulke morele aanklachten het gevaar een zelfgenoegzaamheid over ons betere hedendaagse Nederlandse ik te creëren."
Zand over dat verleden dan maar?
"Nee, dat hoeft niet. Je kunt het verleden ook op een andere manier aan de kaak stellen. Dat doet J.M. Coetzee bijvoorbeeld in Schemerlanden. Door de manier waarop Coetzee zijn hoofdpersoon, de achttiende-eeuwse Boer Jacobus Coetzee beschrijft, kon ik me perfect in hem inleven. Ik zag de wereld door de ogen van Jacobus Coetzee, begreep zijn daden, bewonderde zijn ontdekkingslust. Min of meer vanzelfsprekend werden zo de Hottentotten, die Jacobus ontmoet, ook barbaren waartegen geweld dat hen in toom moest houden, vanzelfsprekend lijkt. Zelfs de strafexpeditie waarbij een dorp van de Hottentotten in brand wordt gestoken en de inwoners worden vermoord en verkracht, werd voor mij als lezer, net als voor de hoofdpersoon, een noodzaak. Zo dien je als beschaafd mens nu eenmaal om te gaan met onbegrijpelijke barbaren die jou dwars zitten!"
Nee, daar schieten we als mens veel mee op.
"Toen ik Schemerlanden uit had en wat afstand kon nemen tot wat ik had gelezen, schrok ik mateloos van mijzelf. In vergelijkbare omstandigheden als die van Jacobus Coetzee, met diens visie op de wereld, zou ik mij in 1760 waarschijnlijk net zo gedragen hebben als hij. Er was bij hem kennelijk sprake van een oprechte religieuze en maatschappelijke overtuiging waarin de beschavingsmissie centraal stond."
Zijn we moreel gezien dan geen stap verder gekomen?
"Coetzee - de schrijver in dit geval - gaf mij door de inkleding van het relaas van Jacobus geen mogelijkheid om tevreden en zelfvoldaan achterover te leunen om te constateren dat mijn en zijn voorvader zoveel slechter waren dan wij."
U leek niet wezenlijk van hem te verschillen.
"Nee. En vervolgens stond ik stil bij mijn eigen morele en politieke betrokkenheid in de huidige wereldsituatie. In de achttiende eeuw had Jacobus Coetzee kennelijk een moreel blinde vlek die hem verhinderde om zijn eigen optreden als misdadig en genocidaal te onderkennen. Waar zaten in de eenentwintigste eeuw mijn eigen morele blinde vlekken als ik niets beter was dan hij?"
En? "Het eerste deel van Schemerlanden bestaat uit de novelle 'Het Vietnamproject'. Dat Coetzee beide teksten in één boek samen heeft gebracht, laat zien waar volgens hem in de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw de moreel-politieke blinde vlek van de Westerse beschaving lag. Zou het kunnen zijn dat wanneer Coetzee het eerste deel van Schemerlanden vandaag de dag zou schrijven hij het de titel 'Het Afghanistanproject' zou hebben gegeven?"
Dus we kunnen beter een boek lezen dan excuses aanbieden?
"Lezing van Schemerlanden geeft je allerminst een goed moreel gevoel, ook al leer je veel over ons verleden. Het grijpt je tegelijkertijd namelijk bij de keel en slingert je ongenadig in het heden. In dat heden word je door de auteur voor een spiegel geplaatst waarin je jezelf met je 'donkere hart' gedeeltelijk kunt ontdekken - als je dat durft althans."
Welke excuses staan ons de komende tijd te wachten?
"De Raad van Kerken wil dit jaar stilstaan bij de afschaffing van de slavernij. De herdenkingen beginnen op1 juli 2012 en lopen tot 1 juli 2013. Dan is het precies honderdvijftig jaar geleden dat de handelsboeken definitief werden gesloten. Het is zinnig onze geschiedenis te overdenken, maar het lijkt mij goed daarbij Schemerlanden van Coetzee niet te vergeten. Jacobus Coetzee helpt ons te beseffen dat morele progressie niet in sneltreinvaart geboekt wordt - als we al vooruitgaan. Veel belangrijker dan het verleden kritisch te veroordelen, is de poging het verleden zo tot leven te wekken dat we ons erin herkennen, en ons kunnen voorstellen gehandeld te hebben als onze grootouders. Als we ons werkelijk in hen inleven, slagen we er misschien ook in onze eigen blinde vlekken op te sporen."
undefined