Nederlandse Opera en Nationale Ballet willen één nieuwe naam
Voor het eerst in hun geschiedenis presenteerden De Nederlandse Opera en Het Nationale Ballet gisteren gezamenlijk hun plannen voor het nieuwe seizoen. Sinds 1 januari van dit jaar zijn de beide instituten opgegaan in één organisatie: Stichting Het Muziektheater Amsterdam. Algemeen directeur Els van der Plas werkt daarin samen met Pierre Audi (directeur opera) en Ted Brandsen (directeur ballet).
Van der Plas maakte bekend dat er gewerkt wordt aan een nieuwe huisstijl die geschikt is voor beide instituten, en ook over een nieuwe gezamenlijke naam wordt nog nagedacht. Dat betekent dat de namen Het Nationale Ballet (in 2011 werd het gezelschap 50 jaar oud) en De Nederlandse Opera (50-jarig jubileum in 2015) op den duur zullen verdwijnen.
Ondanks de bezuinigingen die door het rijk werden opgelegd, heeft de organisatie de inkomsten dankzij sponsoring kunnen verdubbelen, waarbij de zaalbezetting stabiel bleef. Volgens Van der Plas wordt co-productie met internationale instituten steeds belangrijker, omdat de kosten dan gekoppeld kunnen worden. De opera deed al veel aan co-productie, het ballet volgt nu.
Dat de bezuinigingen wel gevolgen hebben gehad, is bij de opera terug te zien in het aantal producties: negen in plaats van de gebruikelijke tien. Voor het jubileumseizoen over twee jaar wil DNO wel proberen om weer eenmalig tien producties te realiseren. Holland Symfonia, het vaste orkest van Het Nationale Ballet heeft nog maar 45 musici vast onder contract. Onder de nieuwe naam Orkest van Het Nationale Ballet gaat het met freelancers én een nieuwe chef-dirigent (Matthew Rowe) toch grote producties begeleiden als Stravinsky's 'De vuurvogel' (choreografie van Alexei Ratmansky) en 'Corps' van Hans van Manen uit 1985, gezet op het Vioolconcert van Alban Berg. Van Manen gaat ook een nieuw ballet maken, samen met harpist Remy van Kesteren. Andere choreografen werken samen met Viktor & Rolf, Rineke Dijkstra en Krijn de Koning.
Het seizoen van de opera wordt vooral opgeslokt door Wagners 'Der Ring des Nibelungen', die in januari en februari weer twee keer als cyclus gaat. Daaraan vooraf worden 'Siegfried' (september) en 'Götterdämmerung' (november) in reprise genomen. Omdat al die Wagners voor de oude chef-dirigent Hartmut Haenchen zijn, dirigeert de huidige chef Marc Albrecht slechts twee producties: Prokofjevs 'De speler' (regie Andrea Breth) en Richard Strauss' 'Arabella' (regie Christof Loy), waarin Charlotte Margiono zal terugkeren op het operapodium.
Nieuw zijn verder Glucks 'Armide' in een regie van Barrie Kosky en 'Faust' van Gounod waarin dirigent Marc Minkowski zal samenwerken met de Catalaanse theatergroep La Fura dels Bauls. Samen met het Holland Festival worden de nieuwe opera 'Laika' van Martijn Padding en 'Falstaff' van Verdi geproduceerd. Bij deze laatste opera zit het Concertgebouworkest in de bak onder leiding van Daniele Gatti, en staan er een paar topzangers op de bühne. De regie is van Robert Carsen.
undefined