Nederlands is door de verengelsing van de universiteit 'tweederangs’ geworden
De Vrije Universiteit stopt met de studie Nederlands en ook elders loopt het aantal studenten Nederlands terug. Daarmee gaat veel verloren, zeggen deskundigen. ‘Inzicht in onze cultuur en geschiedenis verdwijnt.’
Waarom studeren jongeren geen Nederlands meer?
Dat Nederlands het als academische discipline moeilijk heeft, is volgens hoogleraar Nederlands Lotte Jensen het gevolg van ‘een optelsom van factoren’. Een belangrijk element is volgens haar het belang dat universiteiten hechten aan het Engels.
“De groei van het aandeel Engelstalige opleidingen op de universiteit heeft zeker repercussies voor het imago van de studie Nederlands. Met name de masterstudies zijn heel vaak Engelstalig. Het idee is hierdoor ontstaan dat een studie in het Engels meer waard is. Niet alleen bij studenten, je ziet het ook al bij scholieren op de middelbare school. Nederlands wordt door zo’n ontwikkeling toch als tweederangs weggezet.”
Niet meer dan tweehonderd studenten begonnen dit collegejaar met een studie Nederlands aan een van de zes universiteiten die deze studie aanbieden. Een halvering in acht jaar tijd. Eerder deze week maakte de Vrije Universiteit in Amsterdam (vijf eerstejaars) bekend te stoppen met de studie. Die is met dat geringe aantal geïnteresseerden volgens de universiteit niet langer ‘rendabel’. Jensen: “Voor mij komt dat niet als een verrassing. Wij zijn ons als neerlandici al langer bewust van het probleem. Ik ben blij dat de publieke opinie van links tot rechts nu in beweging lijkt te komen en dat het besef doordringt dat er iets ernstigs aan de hand is.”
Sinds de Vrije Universiteit de maatregel bekendmaakte, wordt Jensen (als hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis verbonden aan de Radboud Universiteit Nijmegen) naar eigen zeggen ‘opgeslokt’ door de kwestie. “Dit is heel ernstig. Het is een probleem van nationaal belang. Het kan niet zo zijn dat je de Nederlandse taal en cultuur niet op het hoogste niveau kunt beoefenen.” Jensen is ook lid van de onlangs benoemde commissie die op verzoek van minister van hoger onderwijs Ingrid van Engelshoven de staat van het academische onderwijs in het Nederlands gaat onderzoeken en komende zomer advies hoopt uit te brengen.
Filosoof Ger Groot begint eveneens over de steeds dominantere positie van het Engels in het curriculum van universiteiten. “Dat de studie Nederlands aan de VU verdwijnt, is daar natuurlijk een emblematisch voorbeeld van. De drift om te verengelsen leidt tot de rare situatie dat zelfs de studie Nederlands hier en daar in het Engels wordt gegeven. Over het bizarre daarvan hoef ik volgens mij niet uit weiden. Zo’n ontwikkeling straalt natuurlijk af op de geloofwaardigheid van de studie.”
Groot ageert al jaren tegen de teloorgang van het Nederlands in het onderwijs. Hij was bijzonder hoogleraar filosofie en literatuur aan de Radboud Universiteit Nijmegen en doceerde ook cultuurfilosofie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Tot voor kort was hij columnist bij Trouw. “Toen ik hier tien jaar geleden voor het eerst over begon te schrijven, kreeg ik opmerkingen als ‘is het echt zo erg?’ Pas sinds een jaar of twee, drie zien veel meer mensen waartoe de verengelsing leidt en is er maatschappelijk verzet. Maar het lijkt wel alsof universiteitsbestuurders zich daar helemaal niets van aantrekken.”
Toch is het te simpel om alleen te wijzen naar de verengelsing, denken Groot en Jensen. Volgens hen is er meer aan de hand rondom de tanende populariteit van de studie Nederlands. Groot: “Om te beginnen is die studie lange tijd als een opleiding gezien met het onderwijs als beroepsperspectief. Dat is geen aantrekkelijk perspectief. De glamour is er, gezien de salarisontwikkeling sinds de jaren tachtig, met name in het basis- en voortgezet onderwijs al heel lang af.”
Het ligt niet alleen aan de universiteiten of de karige salarissen in het onderwijs, denken de twee. Jensen wijst ook naar de middelbare scholen. “Weinig scholieren kiezen een talenprofiel. Er heerst de indruk dat je met talen weinig kunt.”
Tegelijkertijd is het vak Nederlands op middelbare scholen weinig aantrekkelijk, stelt Hanneke Gerits. Zij is docent Nederlands en bestuurslid van de sectie Nederlands van Levende Talen, de belangenvereniging van taaldocenten. “Het vak is op de middelbare school een vaardigheidsvak geworden. Met weinig aandacht voor taal en cultuur, taal en identiteit en literatuur. Daardoor vinden leerlingen het soms saai.”
Jensen: “Vaak is bij aankomende studenten niet duidelijk wat je allemaal met de studie Nederlands kunt. Je doet bijvoorbeeld ook onderzoek naar taalverwerving bij baby’s of naar onze rijkdom aan woorden en literatuur.”
En er is nóg een niet de onderschatten ontwikkeling die negatief uitpakt voor kleine studies zoals Nederlands, stelt Jensen. “Dat is de fixatie op economisch rendement van universiteiten.” Volgens haar staan universiteiten voor een duivels dilemma: hoe meer studenten, hoe meer geld er uit Den Haag komt. Jensen: “Een cursus is pas rendabel als er minimaal 25 personen aan meedoen. Van dat denken moeten we af. Het heeft geen zin om met de beschuldigende vinger te wijzen naar de politiek, maar duidelijk is wel we het belang van kennis anders moeten gaan wegen.”
Waarom is het erg dat het Nederlands verdwijnt van de universiteit?
Verdwijnt het Nederlands als academische taal, dan heeft dat gevolgen voor het wereldbeeld dat aan de universiteiten wordt gepropageerd, stelt Ger Groot. Meer en meer Engels leidt tot uniformiteit in denken en doen, stelt hij. “Taal is niet iets neutraals. Met het gebruik van de Engelse taal komt ook een heel wereldbeeld mee, iets wat we in toenemende mate zien in de academische wereld. Neem de economie, daar is de dominantie visie het Angelsaksische economische model. Dat wordt gepresenteerd als vanzelfsprekend. Stel je iets anders voor, dan heb je iets uit te leggen. Hetzelfde zie je in de sociologie. Voorbeelden in onderwijs en onderzoek komen uit de Engelstalige samenleving. Best gek als je je realiseert dat de Duitse of Italiaanse maatschappij in veel gevallen dichter bij ons staat. Ook in de filosofie is het Engels inmiddels dominant.”
Als het Nederlands als academische taal verdwijnt, schiet het er ook als academisch onderzoeksonderwerp bij in, vreest Lotte Jensen. Zij heeft nu al te maken met een tekort aan specialisten in de Nederlandse taal. “Momenteel leid ik een onderzoeksproject naar de manier waarop we in de Nederlandse geschiedenis met rampen zijn omgegaan”, vertelt ze. “Daarvoor zocht ik vier promovendi om historische preken, toespraken en andere teksten te laten analyseren. Maar wat bleek? Ik kon ze onder neerlandici gewoon niet vinden. Er waren te weinig gespecialiseerde neerlandici.”
Dit is problematisch, meent Jensen. “Kijk, dit soort onderzoek is relevant omdat het inzicht geeft hoe we in het verleden omgingen met bijvoorbeeld de stijging van het water. Aan die kennis hebben we ook nu wat. Dit soort specialistische kennis, in dit geval over de interpretatie van oude teksten in het Nederlands, verdwijnt. En daarmee ook kennis en inzicht in onze cultuur en geschiedenis.”
Afgestudeerde neerlandici kunnen met hun vakkennis terecht in de uitgeverswereld. Uitgevers voorzien problemen als de studie Nederlands verder in de verdrukking komt. Zo ook Plien van Albada, uitgever-directeur bij uitgeverij Balans in Amsterdam: “Waar halen wij op termijn redacteuren met vakkennis vandaan? Op dit moment is het probleem nog niet urgent, maar als deze ontwikkeling doorzet, is dat een kwestie van tijd.”
Volgens Groot is de maatschappelijke verontwaardiging over het verdwijnen van de studie Nederlands aan de VU een teken aan de wand. Hij vreest dat universiteiten meer en meer van de Nederlandse samenleving zullen vervreemden. “Universiteiten belijden met de mond dat ze het zo belangrijk vinden dat de samenleving weet wat er aan de universiteit gebeurt. Maar het populariseren van wetenschap is in het Engels wel een stuk problematischer. Los daarvan: de meeste studenten komen later terecht in een Nederlandstalige omgeving, ook als ze in een internationaal georiënteerd bedrijf werken. Je moet als samenleving toch kunnen verwachten dat journalisten, medici, juristen en psychologen nog gewoon over vaktaal in het Nederlands beschikken.”
Loopt het Nederlands gevaar?
Op de universiteiten mag Nederlands als studie en als taal dan onder druk staan, toch denkt Groot niet dat de Nederlandse taal terrein verliest in de samenleving. “Nederlands verdwijnt niet zomaar. Het is onze omgangstaal en zal de komende honderden jaren echt nog wel gesproken en gelezen worden. Alleen dan wel buiten de academie.”
Groot krijgt bijval van Jensen. “In de samenleving is het Nederlands springlevend. Dat is het gekke, overal in de maatschappij zie je volop interesse in Nederlandse geschiedenis, taal en identiteit. Alleen niet aan de universiteiten.”
Ondanks het meer en meer marginale bestaan van het Nederlands in academische kringen, is ook het Nederlandstalige boek volgens Balans-direcuteur Van Albada nog lang niet in de verdrukking. Haar uitgeverij geeft vooral non-fictie op het gebied van geschiedenis, politiek en cultuur uit. “Zo’n 25 procent van onze boeken is vertaald, vooral uit het Engels. Vaak zijn titels in de Nederlandse boekhandel ook in het Engels verkrijgbaar. Wij merken dat wanneer het ingewikkeld wordt, de mensen nog steeds graag voor het Nederlands kiezen. Dat percentage neemt niet af.”
Taalunie: Het Nederlands is nog steeds een absolute ‘must-have’
Het Nederlands is springlevend, stelt de Taalunie, een beleids- en kennisorganisatie voor de Nederlandse taal. Maar als het Nederlands een levendige en aantrekkelijk taal wil blijven, moet het volgens de taalorganisatie in alle belangrijke maatschappelijke domeinen wel een positie blijven behouden.
Vooralsnog is dat geen probleem, zo stelde de Taalunie nog niet zo lang geleden vast in het onderzoek ‘De staat van het Nederlands’. Het Nederlands is in gesprekken met familie, vrienden of bij de dokter of in de supermarkt nog altijd dominant, valt daarin te lezen. Ook komen verreweg de meeste mensen die Nederlands spreken in een Nederlandstalige omgeving te werken. Ook hogeropgeleiden. Om die reden is de Taalunie kritisch over het gebruik van Engels bij met name masterstudies. “Om jongeren goed voor te bereiden op de arbeidsmarkt, moeten we in de eerste plaats een goede beheersing van het Nederlands blijven bijbrengen. Het Nederlands is dus nog steeds een absolute ‘must-have’ en het Engels of het Frans zijn daarbij belangrijk ‘nice-to-haves’.”
Volgens de Taalunie leidt het verdwijnen van het Nederlands (en andere talen, zoals Frans en Duits) in het academische onderwijs tot een verschraling in het onderzoek. “Andere talen bieden andere perspectieven en die kunnen de wetenschap alleen maar verrijken.”
Lees ook:
Engels op de academie: Moeten we om onze roots, of aan onze carrière denken?
Het gebruik van Engels op de universiteiten ligt onder vuur. Gaat de drempel om te studeren erdoor omhoog, of is het juist goed voor een succesvolle wetenschappelijke loopbaan?
Meer Engels op de universiteit? In Vlaanderen gaat dat zomaar niet
Vlaamse universiteiten kijken met opgetrokken wenkbrauwen naar de verengelsing van het Nederlands hoger onderwijs. Toch zouden ze zelf wel íets meer taalvrijheid willen.