Nederland verdient juryrechtspraak

De democratische rechtsstaat is gebaat bij burgers die beseffen dat de publieke zaak belangrijk is.

Bas van Stokkom en  ethicus aan de Radboud Universiteit Nijmegen

Het beste antwoord ten gunste van de jury is al in de 19de eeuw verwoord door de conservatieve edelman Alexis de Tocqueville: lekenrechtspraak leert burgers verantwoordelijkheid dragen en verruimt hun blikveld. Zij voelen een verplichting ten opzichte van de publieke gemeenschap. Hun aandacht richt zich op zaken die het eigenbelang te boven gaan; het versterkt hun rechtsbewustzijn. Kortom, de jury fungeert als een leerschool der democratie.

Bezwaren tegen juryrechtspraak steken daar pover bij af. De veronderstelling dat juryleden zich laten leiden door irrationele overwegingen is flauwekul. Dat idee weerspiegelt de hautaine houding van een elite die op het volk neerkijkt. De moderne burger is geëmancipeerd en heeft een levendige interesse in rechtspraak.

Ook het tegenargument, ’juryrechtspraak past niet in onze cultuur’, snijdt geen hout. Dat zeiden de critici van democratie in de 19de eeuw ook om de politieke emancipatie van de burger te beletten. Een ander bezwaar gaat over de kosten. Juryrechtspraak zal het justitiële budget zeker verhogen, maar als geld de belangrijkste maatstaf was, zouden ook andere rechtstatelijke voorzieningen moeten worden gesaneerd. Bovendien zou je juryrechtspraak –net als in België– moeten reserveren voor de relatief kleine categorie van zwaarste misdrijven.

Wat te denken van populistische pleidooien voor de jury zoals verwoord door Rita Verdonk? Populistische politici vinden rechtspraak een elitaire bedoening, terwijl de kloof tussen burger en overheid moet worden verkleind. Zij verwijten rechters ook dat zij slap straffen. Volgens oud-LPF-kamerlid Joost Eerdmans vindt de burger de gemiddelde strafmaat ’veel te mild’. Ook Verdonk vindt dat we beter moeten luisteren naar de vox populi. Nederlanders willen nu eenmaal hogere straffen, wijst ook opinieonderzoek uit.

Toch valt er veel af te dingen op die veronderstelling. Uit gedegen onderzoek blijkt dat de opinie van burgers milder uitvalt wanneer afzonderlijke casussen worden beoordeeld, met informatie over de voorgeschiedenis van het incident en de achtergrond van de dader. Onderzoek naar burgerpanels leert dat ook informatie over het concrete dossier het oordeel van het publiek matigt.

Maar, al gaan burgers door concrete informatie milder oordelen, zij vellen nog altijd een steviger oordeel dan de rechter. Een verklaring is dat rechters minder verwachtingen hebben van het nut van straffen. Straf brengt of houdt mensen niet in het gareel. Een tweede verklaring is dat burgers die hun mening geven over straf geen verantwoordelijkheid dragen voor de straf en de vaak ingrijpende gevolgen daarvan. Als burgers de verdachte recht in de ogen kijken en hun beslissing nauwgezet moeten uitleggen, zouden zij vaker tot een milder oordeel komen.

In jury’s spreken burgers zich niet uit over de strafmaat, zij stellen alleen de schuld vast. De strafmaat bepalen is een vak apart waarvoor veel kennis over vergelijkbare zaken nodig is. Juryleden onderzoeken alleen de strafbare feiten, er is geen reden te denken dat zij dat minder goed kunnen dan rechters. De kwaliteit van de rechtspraak kan zelfs verhoogd worden. Jury’s krijgen immers meer tijd een zorgvuldig oordeel te vellen, ook door getuigen te ondervragen.

In Amerika spreken jury’s verdachten vaker vrij dan rechters. Waarschijnlijk omdat rechters een vast beslissingsstramien hebben. Zij gaan meer af op het vooronderzoek en zijn minder ontvankelijk voor afwijkende interpretaties. Juryleden gaan meer af op wat getuigen te berde brengen en staan kritischer tegenover de opsporingsmethoden. De jury geeft de verdachte eerder het voordeel van de twijfel.

En de rechterlijke dwalingen waarmee justitie zo worstelt? Vooropgesteld, jury’s maken in het buitenland ook regelmatig fouten door onterecht een ’schuldig’ of ’onschuldig’ uit te spreken. Niettemin staan rechercheurs en officieren van justitie onder druk sneller zaken af te handelen. Zij kunnen zo verleid worden ontlastend materiaal buiten het dossier te houden. De vraag is dan of rechters het verhaal dat uit het dossier oprijst voldoende controleren. Tijdens de langzamere procesvoering van juryrechtspraak komt die controle beter tot zijn recht.

Maar laten we ons niet meteen rijk rekenen. Hoe reageren burgers wanneer zij worden opgeroepen in een jury zitting te nemen? Te vrezen is dat veel burgers die plicht met tegenzin vervullen. In veel landen loopt de burgerij niet meer zo warm voor juryrechtspraak. Jury’s vormen niet het vlaggenschip der democratie.

Dat is geen reden om burgerschap af te schrijven. De democratische rechtsstaat is gebaat bij burgers die beseffen dat de publieke zaak ertoe doet. Bovendien is burgerschap zo verschraald dat het publieke verantwoordelijkheidsbesef wel mag worden opgevijzeld. Laat burgers eraan wennen dat zij soms moeten oordelen over ernstige strafbare feiten.

Zij krijgen dan beter inzicht in het werk van de rechter. Hopelijk leren ze ook dat straf en strafrecht geen geschikte middelen zijn om misdaad terug te dringen.

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden