'Nederland trekt straks minder familiebedrijven'

Werknemers van Terberg net na de Tweede Wereldoorlog. Beeld xx
Werknemers van Terberg net na de Tweede Wereldoorlog.Beeld xx

Nederland kan meer doen aan het aantrekken van buitenlandse familiebedrijven. Landen als Noorwegen, India en Zuid-Korea zijn aantrekkelijker.

Max van der Heijden

Nederland staat wereldwijd op plaats negentien in de top-100 van landen met het meest aantrekkelijke vestigingsklimaat voor familiebedrijven. Dat blijkt uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit, Rabobank en BDO Accountants. Onder andere Saudi-Arabië, China, Zuid-Afrika en Denemarken doen het beter. Bovenaan staat Hongkong.

"Nederland kan snel uit die top-20 vallen als het kabinet de geplande belastingveranderingen doorvoert", waarschuwt Pursey Heugens, directeur van het Erasmus Centre for Family Business en hoofdonderzoeker. Die geplande wijziging zorgt ervoor dat vermogen minder snel wordt vrijgesteld van erfbelasting.

Hierdoor wordt het voor buitenlandse familiebedrijven duurder om hun Nederlandse vestigingen over te dragen aan de volgende generatie. Heugens: "Mark Rutte is heel trots op onze vierde plaats op de The Global Competitiveness Index van het World Economic Forum, maar hij zou zich ook meer mogen richten op het aantrekken van buitenlandse familiebedrijven."

Vertrouwenscultuur

Het belangrijkste voor het succes van een familiebedrijf zijn volgens het onderzoek bepaalde positieve vestigingsfactoren. Denk aan toekomstgerichtheid en vertrouwenscultuur. Maar ook de aanwezigheid van kapitaal, een goed rechtssysteem en goede antimisbruikwetten.

Uit het onderzoek blijkt dat familiebedrijven die internationaliseren graag de touwtjes in handen houden. Juist daarom zijn goede antimisbruikwetten van groot belang voor familiebedrijven, want zij willen dat het lastig is voor bestuurders van buiten de familie om misbruik te maken van hun positie.

Familiebedrijven die hun vleugels willen uitslaan naar het buitenland doen dat vaak op een andere manier dan niet-familiebedrijven. Zo zijn ze terughoudend met het aannemen van buitenstaanders in bestuursfuncties en werken ze liever niet samen met lokale ondernemers. In plaats daarvan doen ze alles het liefst met dochterondernemingen, zodat ze alles in eigen hand houden.

Dorpssmederij

Een voorbeeld van een internationaal opererend familiebedrijf is Terberg, een bedrijf dat onder andere speciale transportvoertuigen voor havens of vliegvelden bouwt. Het bedrijf dat in 1869 begon als de dorpssmederij van Benschop heeft nu een eigen vestiging in zes landen en handelsagentschappen in elf landen.

Begonnen als dorpssmederij in Benschop heeft familiebedrijf Terberg nu vestigingen in zes landen. Beeld xx
Begonnen als dorpssmederij in Benschop heeft familiebedrijf Terberg nu vestigingen in zes landen.Beeld xx

Het is niet zo dat familiebedrijven terughoudender zijn wat betreft internationale uitbreiding dan niet-familiebedrijven. Ze doen het wel, maar vaak later. En vaak is er een buitenstaander nodig om de eerste stap te zetten.

Een voorbeeld van zo'n bedrijf is De Heus, een Nederlands diervoederconcern dat sinds de oprichting in 1911 tot 1995 een volledig lokaal bedrijf was. De omschakeling kwam met de overname van concurrent Koudijs, die een exportdivisie had. Twee leden van de exportdivisie van Koudijs werden verantwoordelijk voor de nieuwe internationale tak van De Heus. Tegenwoordig komt een belangrijk deel van de omzet uit Polen, Rusland, China, Egypte en Vietnam.

Kleine afzetmarkt

"Doordat Nederland een relatief kleine afzetmarkt heeft, worden bedrijven hier al snel gedwongen om over de grenzen te kijken", zegt Heugens. "Hierdoor zijn hier relatief veel bedrijven internationaal actief, zeker in vergelijking met Duitsland, dat een veel grotere thuismarkt kent." Het onderzoek wijst ook uit dat hoe verder weg van het thuisland, hoe belangrijker het aannemen van een externe bestuurder met expertise is.

Familiebedrijven die actief zijn in omringende landen scoren 3 procent beter als de familie zelf de leiding houdt, maar familiebedrijven die actief zijn in landen verder weg scoren juist 11 procent beter als er een externe bestuurder de touwtjes in handen heeft.

"Voor familiebedrijven die alleen binnen Europa actief zijn opent de familienaam vaak al genoeg deuren en is het aannemen van externe bestuurders niet nodig", legt Heugens uit. "Buiten Europa is die familienaam minder waard en dan is het aannemen van iemand met kennis van het land belangrijker."

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden