Nederland is koploper op het gebied van datacentra, maar tegen welke prijs?

Servers van de Rijksoverheid bij Equinix in Amsterdam Beeld ANP, Lex van Lieshout
Servers van de Rijksoverheid bij Equinix in AmsterdamBeeld ANP, Lex van Lieshout

Als het om het herbergen van datacentra gaat is Nederland Europees koploper. Weerbarstige bijkomstigheid: Die dingen vreten stroom en nemen schaarse ruimte in.

Joost van Velzen

De positie van Nederland als knooppunt van data groeit letterlijk en figuurlijk tot in de wolken. Doordat we met onze telefoons, computers en tablets massaal gebruikmaken van diensten die in de cloud staan, zijn er steeds meer gebouwen nodig waar al die data bij elkaar komen.

Nederland heeft met dataknooppunt Amsterdam nu concurrent Londen ingehaald en is daarmee koploper in Europa. Dat staat in het jaarlijkse marktrapport van de Dutch Data Center Association (DDA), dat vandaag verschijnt.

“Wij zijn als Nederland met onze uitstekende infrastructuur een heel mooi knooppunt voor data”, zegt Stijn Grove, algemeen directeur van DDA, de brancheorganisatie van datacentra in Nederland. “Met ons stabiele politieke klimaat, ons stabiele stroomnetwerk en de centrale ligging van Nederland in Europa is onze positie wat datahubs betreft vergelijkbaar met die van Schiphol voor het vliegverkeer en Rotterdam voor de scheepvaart.”

Dat Nederland koploper is, heeft bovendien een zichzelf versterkend effect, denkt hij. “Alles wat jij en ik doen met de Ubers en de Facebooks ontmoet elkaar in die datacentra. Die bedrijven willen graag dicht bij elkaar staan in grote hubs waardoor gebruikers een snellere respons krijgen.”

Ook Londen, Frankfurt en Parijs zijn voorname spelers in data-opslag en -verwerking. Dat komt doordat deze steden een grote financiële beurs binnen de grenzen hebben. De flitshandel op de beursvloer verloopt grotendeels via datahubs.

Hoewel de loodsen vol apparatuur in Nederland veelal geassocieerd worden met grote ‘dozen’ in de polder, concentreert het overgrote deel van datacentra zich in de regio Groot Amsterdam. Zo’n 72 procent van alle datahubs in Nederland is in en rondom de hoofdstad te vinden, meestal op industrieterreinen of gebieden die zich concentreren op hightech, zoals het Amsterdamse Science Park.

Vloeroppervlakte

De afgelopen acht jaar kende deze regio een gemiddelde jaarlijkse groei van 18,5 procent in capaciteit. In 2018 groeide het Amsterdamse vermogen, uitgedrukt in megawatt, met 20 procent. Nederland telt nu 189 datacentra die een totale vloeroppervlakte in beslag nemen van bijna 370.000 vierkante meter. Dat is ongeveer even groot als tien tot twaalf vestigingen van Ikea. Toch vallen ze nauwelijks op, zegt Grove. “We worden elke dag meer en meer afhankelijk van data, maar de meeste mensen zijn zich niet bewust van wat er gebeurt behind the screens.”

De behoefte aan knooppunten zal naar verwachting verder toenemen met de komst van het snelle netwerk 5G, de grotere rol die in de nabije toekomst is weggelegd voor toepassingen die draaien op kunstmatige intelligentie, zoals zelfrijdende auto’s, huishoudelijke apparatuur en robotica in de landbouw.

Dat wordt een groot probleem, vreest de brancheorganisatie, omdat er veel stroom nodig is om al die datahubs aan de gang te houden. “De Nederlandse stroomnetwerken kraken op hun grondvesten”, aldus Grove. “Daar moet hoognodig in geïnvesteerd worden, anders kunnen we ook die energietransitie wel op onze buik schrijven.”

Restwarmte

Volgens hem nemen datacentra nu zo’n 2,5 procent van het stroomverbruik in Nederland voor hun rekening. Van de ongeveer honderd bij DDA aangesloten centra gebruikt 80 procent groene stroom. Ook hergebruikt een deel van de hubs restwarmte die zo’n datacentrum genereert en is een aantal locaties betrokken bij het opzetten van een warmtenet in hun gemeente.

Toch wil Grove best toegeven dat zijn branche een beroep doet op de publieke ruimte en op de capaciteit van het stroomnet. “Tegelijkertijd maken we er ook allemaal gebruik van, net als van de spoorwegen die ook veel stroom gebruiken. Wij zijn een digitale economie geworden, daar kunnen we niet meer onderuit.”

Datacentra die bij DDA zijn aangesloten, zijn vandaag open voor het publiek.

Lees ook:

Nederland ‘verdoost’ in rap tempo, wat kunnen we eraan doen?

In hoog tempo nemen ze de polder in, de distributie- en datacentra. En we hebben ze aan onszelf te danken. ‘Maar dat betekent nog niet dat we er geen regie op moeten voeren.’

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden