Nederland halveert aantal partnerlanden
Minder landen krijgen ontwikkelingshulp van Nederland. Het aantal landen met een vaste ontwikkelingsrelatie gaat terug van 33 naar 15. Het kabinet heeft dat vrijdag besloten op voorstel van staatssecretaris Ben Knapen van Buitenlandse Zaken.
De gedachte achter het lagere aantal 'partnerlanden' is dat de effectiviteit van de hulp omhooggaat. Een kwart van het geld dat Nederland aan ontwikkelingshulp uitgeeft, ging naar dit soort landen. Verder blijft Nederland ook geld geven aan andere landen, onder meer via de internationale fondsen van de Verenigde Naties, de Europese Unie en niet-gebonden hulporganisaties.
Nederland behoudt een bilaterale hulprelatie met Afghanistan, Bangladesh, Benin, Burundi, Ethiopië, Ghana, Indonesië, Jemen, Kenia, Mali, Mozambique, Oeganda, Palestijnse Gebieden, Rwanda en Sudan. Drie landen krijgen een overgangsregeling naar economische samenwerking: Colombia, Vietnam en Zuid-Afrika.
Volgens Knapen krijgen de afgevallen landen een zorgvuldige afbouw, die wordt afgestemd met andere donorlanden. Twee opmerkelijke landen die afvallen zijn Egypte en Pakistan.