Na veertig jaar strijd was geluk op voor jihadistische veteraan

GHASSAN DAHHAN

Al-Qaida in Syrië is in rouw gedompeld nu zijn woordvoerder, de Syrische jihadist Abu Firas al-Suri, dood is. Abu Firas, die in het echt Mohamed Bahaiah heette, kwam om bij een luchtaanval in de Noord-Syrische provincie Idlib. Bij de aanval kwamen minstens twintig andere jihadisten om het leven, onder wie een grote groep Oezbeken.

Het is onduidelijk wie er achter zijn dood zit, maar er zijn drie verdachten: Rusland, Amerika en Syrië. De Syrische jihadist, die 65 jaar werd, werd door alle drie gezocht. De Amerikanen wilden hem dood hebben omdat hij nauw betrokken was bij het globale Al-Qaidanetwerk. Abu Firas was een vertrouweling van onder meer Al-Qaidaleider Osama bin Laden en diens opvolger, Ayman al-Zawahiri. De Russen en de Syriërs hadden een meer acute reden om hem te doden: Abu Firas nam actief deel aan de opstand tegen het Syrische regime.

De Syriër gold als een van de belangrijkste veteranen in de wereld van de jihad. Hij begon zijn loopbaan vreemd genoeg bij het leger dat hij tot dit weekend bevocht. Abu Firas was militair in het Syrische leger, maar die carrière duurde niet lang. Hij werd al gauw uit zijn functie ontheven omdat hij niet werd vertrouwd. Hij zou er volgens zijn meerdere 'vreemde islamitische denkbeelden' op nahouden.

Dat bleek een juiste inschatting, want Abu Firas sloot zich na zijn korte krijgsdienst aan bij de Syrische Moslimbroederschap. In 1979 nam hij al deel aan gewelddadige acties tegen het leger van Hafez al-Assad, de vader van de huidige Syrische president Bashar al-Assad. De Moslimbroederschap werd uiteindelijk verpletterd, maar Abu Firas wist te ontkomen en bereikte op tijd het relatief veilige buurland Jordanië.

De Syriër bleef daar niet lang. Hij vond een nieuwe oorlogsbestemming: begin jaren tachtig arriveerde hij in Afghanistan. Hij sloot zich aan bij de jihadisten die streden tegen het communistische regime en de Russische invasiemacht. Daar ontmoette hij onder meer de Palestijnse geestelijke Abdullah Azzam, de grondlegger van de internationale jihad en mentor van Bin Laden.

Abu Firas werd halverwege de jaren tachtig naar buurland Pakistan gezonden om te helpen bij het opzetten van een nieuwe beweging, Lashkar-i-Tayyaba. Deze groepering pleegde twintig jaar later de bloedige aanslagen in Mumbai, waarbij 166 mensen omkwamen.

In Pakistan leerde hij ook de latere oprichter van Islamitische Staat kennen, de Jordaniër Abu Musab al-Zarqawi. Die ontketende in 2004 een opstand tegen de Amerikaanse bezettingsmacht in Irak. Maar Abu Firas nam hieraan geen deel. Hij verbleef in deze periode in Jemen en hield zich daar voornamelijk op de achtergrond.

Negen jaar later bracht de opstand in Syrië hem weer terug naar zijn thuisland. Al-Qaidaleider Al-Zawahiri wilde de jihadistische opstandelingen versterken met de komst van een zwaargewicht, die beschikte over diplomatieke gaven.

Abu Firas had tot taak te bemiddelen tussen de verschillende bewegingen in Syrië. Hij ging een samenwerking aan met de salafistische strijdclub Ahrar al-Sham en het Vrije Syrische Leger (VSL). Dat laatste kwam hem op kritiek te staan, met name van IS, omdat die het VSL als 'afvallige' beschouwde. Abu Firas zag daar geen probleem in.

Toen Al-Qaida en IS in de lente van 2013 met elkaar op de vuist gingen, probeerde hij de breuk te lijmen. Tevergeefs: IS was niet meer voor rede vatbaar en schakelde de ene leider na de andere uit. Abu Firas overleefde de moordcampagne. Maar na bijna veertig jaar strijd was afgelopen weekend zijn geluk op.

in het nieuws omdat ...

... de woordvoerder van Al-Qaida in Syrië dit weekend bij een luchtaanval om het leven kwam.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden