Na de homo komt nu de homohater uit de kast

Homovervolging lijkt wereldwijd op te rukken. Dat is geen achteruitgang, maar eigenlijk een stap voorwaarts, aldus Rob Tielman, hoogleraar homostudies.

ROB TIELMAN en OUD-VOORZITTER HUMANISTISCH VERBOND; HOOGLERAAR HOMOSTUDIES AAN DE UNIVERSITEIT UTRECHT

Rusland, Oeganda, Nigeria, Gambia, Iran... Oppervlakkig gezien lijkt het erop dat een golf van homovervolging over de wereld trekt. Maar is dat ook zo?

Gelijkgeslachtelijke liefde is van alle tijden en plaatsen. Er zijn wel grote verschillen in de wijze waarop mensen daaraan vorm konden geven. De meeste seksuele relaties tussen mannen vinden wereldwijd in het verborgene plaats. Maar veel culturen hebben in de loop der tijden min of meer gedoogde vormen van gelijkgeslachtelijke betrekkingen tussen mannen en tussen vrouwen ontwikkeld.

Dit was ook in Afrika het geval. De huidige homohaat in Afrika komt niet zozeer uit Afrika zelf, maar is het gevolg van Britse koloniale negentiende-eeuwse antihomoseksuele wetgeving en hedendaags Amerikaans-evangelisch haatzaaien. Deze homohaat wordt gevoed door een godsdienstige veroordeling die er ten onrechte van uitgaat dat het Sodom-verhaal over homoseksualiteit zou gaan. Net zo min als de Bijbel het televisiekijken verbiedt en de Koran het autorijden door vrouwen, kan er sprake zijn van een veroordeling van homoseksuele identiteiten, omdat die pas de laatste eeuwen tot stand zijn gekomen. Men deed het eeuwenlang wel, maar men was het niet in de eigen beleving.

Horizontale identiteit
In de geschiedenis zijn vele minderheden op verschillende, maar vergelijkbare wijzen vervolgd. In Trouw zegt Andrew Solomon daar verhelderende dingen over (de Verdieping, 20 februari). Bij etnische of godsdienstige minderheden is sprake van verticale identiteiten: jongeren vinden bij vervolging steun bij hun ouders met wie zij hun identiteit delen. Bij homovervolging kunnen homo/lesbische jongeren vaak geen steun vinden bij hun meestal heteroseksuele ouders. Solomon noemt dit horizontale identiteit: homo/lesbische jongeren hebben gevoelsgenoten nodig om hun identiteit te kunnen ontwikkelen. Uit onderzoek blijkt dat een gebrek aan steun tot een verhoogde kans op zelfdoding leidt als de omgeving homovijandig is.

Uit in 1993 gepubliceerde landenstudies blijkt dat homovervolging vooral voorkomt in voormalige Britse kolonies en in islamitische landen. Sindsdien is er veel vooruitgang geboekt. Een duidelijk voorbeeld daarvan is het in steeds meer landen opengesteld huwelijk voor paren van gelijk geslacht. Maar het blijkt ook uit de afnemende discriminatie in veel landen en in veel organisaties zoals het leger en de politie. Ook de Verenigde Naties beseffen nu dat mensenrechten voor iedereen gelden. De toegenomen zichtbaarheid en gelijkberechtiging rond homoseksualiteit leidt ertoe dat homovervolging steeds minder dan vroeger verborgen kan blijven.

Gevoelsgenoten
Uit mijn eigen jeugd in de jaren zestig en zeventig herinner ik mij dat in elkaar geslagen homo's geen aangifte durfden te doen. Nu leidt internet ertoe dat homo/lesbische, biseksuele en transgender-minderheden elkaar wereldwijd weten te vinden. Zij vinden steun bij elkaar en bij mensenrechten respecterende instellingen . Men hoeft immers geen gevoelsgenoot te zijn om geestverwant te wezen. Nu steeds meer gevoelsgenoten uit de kast durven te komen en niet meer over zich laten lopen, dwingen zij daardoor homovijanden ook uit de kast te komen. Dat lijkt op het eerste gezicht een achteruitgang, maar is in werkelijkheid een noodzakelijke stap om een einde aan homohaat te kunnen maken.

undefined

Wilt u iets delen met Trouw?

Tip hier onze journalisten

Op alle verhalen van Trouw rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright@trouw.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden