Na de Cito-stress volgt nu de toetsstress
Analyse | Afspraken over schooladvies mogen maar zijn niet in de geest van de wet
Middelbare scholen zoeken creatief naar oplossingen om bij het schooladvies niet louter op het oordeel van de leerkrachten af te gaan. Daarvoor maken ze vaak allerlei afspraken met de basisscholen. Dat mag, op zich, stelt het ministerie. Maar zo was het toch eigenlijk niet bedoeld?
Voor 1 maart moeten alle basisscholen zo'n 190.000 kinderen een schooladvies hebben gegeven. In voorgaande jaren kreeg dat advies pas vorm nadat de resultaten van de eindtoets (vaak de Cito, die toen in februari werd afgenomen) bekend waren.
De kritiek, én de praktijk, was toen dat middelbare scholen te veel belang hechtten aan die toets en zo selecteerden, zonder te kijken naar de voorgaande schooljaren. En, luidde de kritiek ook, er zijn toch ook andere gegevens dan alleen toetsresultaten die de kansen van een kind bepalen?
Dat schooladvies moest niet meer over de finishfoto gaan, maar over de hele film, vonden veel ouders, scholen, en met hen de minister. Een beoordeling op basis van de hele schoolcarrière van de leerling. Zo werd besloten, zo moet het dit schooljaar dus voor het eerst: de Citotoets werd verschoven naar april, lang nadat het schooladvies is afgegeven.
De koepel van basisscholen PO Raad sloeg begin deze week alarm. Net als de Landelijke Ouderraad, gisteren in Trouw: Middelbare scholen willen meer houvast. Ze zoeken naar alternatieven om het schooladvies van de basisschool te controleren. Zo vragen ze soms naar het afnemen van een extra intelligentietoets, of naar oude toetsresultaten.
Neem het Minkema College in Woerden. Daar hebben ze vastgelegd dat basisscholen naast de toetsscores van groep 6, 7 en 8 in januari in groep 8 een extra toets moeten laten maken. De Ouderraad krijgt ook klachten binnen over de plaatsingscriteria van het Libanon Lyceum in Rotterdam, waar ze ook om de toetsscores van de laatste drie jaar op de basisschool vragen.
De criteria van het Libanon Lyceum gelden voor heel Rotterdam en zijn bedacht door Fokor, vereniging voor samenwerkende schoolbesturen voor primair en voortgezet onderwijs in de Maasstad. Als dat in goed overleg tussen basis- en middelbare scholen is gebeurd, dan mag het van het ministerie, dat de scholen gisteren toch even waarschuwde.
Er zijn middelbare scholen die de aanmeldprocedures nog niet hebben aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving. Wanneer de inspectie dit signaleert, worden scholen er op aangesproken, stelt het ministerie. En: de nieuwe wet is klip en klaar, er is veel aan voorlichting gedaan. Voor scholen is er dan ook geen excuus de wet te negeren.
Goed overleg mag dus. Maar of dat overleg altijd goed is, wordt betwijfeld. De PO Raad en de Landelijke Ouderraad horen verhalen van basisscholen die mopperen over de criteria waarmee zij akkoord moesten gaan.
Maar het was sowieso niet het uitgangspunt, al die aanvullende eisen. Het idee was te vertrouwen op het oordeel van de leerkrachten in acht jaar basisonderwijs. Dat kan, zo blijkt uit onderzoek van bijvoorbeeld het Centraal Planbureau. Dat onderzoek toonde aan dat leerkrachten heel goed voorspellen op welk onderwijsniveau de leerling na drie jaar voortgezet onderwijs zit.
Een van de bijeffecten van de Cito-toets als beslissend element bij de overgang van basisschool naar voortgezet onderwijs was de stress van kinderen in de toetstijd. Nu signaleren leraren en ouders dat kinderen al bijna net zo gestrest zijn over de toets die zij in groep 7 moeten afleggen. En toetsen in groep 6 krijgen dus ook meer gewicht. Meer stress? Dat is dus niet zoals het was bedoeld.
undefined