Mythen rond de MH17
De tragedie met Malaysia Airlines vlucht MH17 bracht onmetelijk veel verdriet en woede teweeg. Maar klopten achteraf die verhalen over de gestolen trouwring, de ontvreemde paspoorten en het gezeul met lichamen?
De brandweermannen uit de Oekraïense stad Torez beheersen het Nederlands niet. Zolang niemand het vertaalt, zullen ze niet weten dat Tweede-Kamervoorzitter Anouchka van Miltenburg hun werk 'onmenselijk' noemde, afgelopen week, bij de parlementaire herdenking van de ramp met de MH17. Ze had het over de emoties in Nederland, in de dagen na die rampzalige 17 juli. "Er was woede over de onmenselijke manier waarop er met slachtoffers werd omgegaan."
Van Miltenburg had het over die eerste dagen, waarin we van het ene ongeloof in het andere vielen. Eerst al dat een Maleisisch passagiersvliegtuig kon worden neergeschoten in een Oekraïense burgeroorlog. Vervolgens dat de plaatselijke bevolking te midden van de brokstukken en lichamen klaarblijkelijk trouwringen van dode vingers rukte. Dat een separatist lallend poseerde met het knuffelkonijn van een omgekomen kind. Dat de lichamen van de inzittenden als vuilnis werden opgestapeld, in vrachtwagens gegooid en in een treinwagon gesmeten. Dat zo op het oog zwakbegaafde pro-Russische separatisten de komst van Nederlandse onderzoekers frustreerden. Dat die mannen het belangrijker vonden om hun oorlog voort te zetten, dan om ons te laten onderzoeken wie dat vliegtuig neerhaalde. Dat het dagen van onderhandelen kostte voor de lichamen naar Nederland konden worden gebracht.
Woedend waren we. Zijn we nog. Maar het is ook bijna twee maanden later, en langzaam, hier en daar, vallen gaten in de verontwaardiging. Blijken dingen anders dan we dachten. Oordeelden we niet te snel, en op basis waarvan eigenlijk?
Wrakstukken vol bewijsmateriaal
Gisteren verscheen het eerste tussenrapport van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid over de ramp met de MH17. Een 'feitenrelaas' is het, nog niet het eindrapport. Wereldwijd is er reikhalzend naar uitgekeken, om tal van redenen: het is een eerste stap naar de berechting van de schuldigen, al zal het nog een paar tussenrapporten duren voor die worden aangewezen.
Het rapport gaat evenmin in op de afwikkeling van de ramp. Het zegt niets over hoe dat beeld dat Anouchka van Miltenburg vorige week in herinnering riep, kan zijn ontstaan. 'Onmenselijk' - niet alleen de Nederlandse Kamervoorzitter, iedereen zei het. John Kerry, Mark Rutte, Frans Timmermans. Destijds dan. Nu is het anders. Nu schrijft dezelfde Timmermans anderhalve week geleden aan de Kamer dat het bij nader inzien daar in Oost-Oekraïne misschien helemaal zo slecht nog niet ging, die eerste dagen na 17 juli. "Het bergen van de lichamen bleek doelmatiger dan aanvankelijk werd gedacht."
Het was een beetje een verstopte zin, maar hij betekent veel. Dat we, ministers en premier incluis, misschien wel woedend waren op basis van televisiebeelden. Dat we dachten dat we wisten wat we zagen, maar dat dat misschien niet zo was. Niet alleen over de berging, maar ook bijvoorbeeld over de trouwringen plunderende rebel, die Timmermans op 21 juli nog zo welbespraakt veroordeelde in de VN-Veiligheidsraad.
"De afgelopen dagen hebben we zeer verontrustende verslagen binnengekregen over lichamen waarmee wordt rondgezeuld en waarvan de bezittingen worden geroofd. Stelt u zich eens voor, en ik spreek u niet aan als vertegenwoordigers van uw land, maar als echtgenoten en echtgenotes, stelt u zich eens voor dat u hoort dat uw echtgenoot of echtgenote om het leven is gekomen en dat u een of twee dagen later een of andere schurk de trouwring van zijn vinger ziet halen. Stelt u zich eens voor dat dat uw man of vrouw geweest was."
Twee dagen voordien, op 19 juli, had Rutte er ook al iets van gezegd, rauwer. "Walgelijk", zei de premier. "Ik ben geschokt door de beelden van volstrekt respectloos gedrag op deze tragische plek. Tegen alle regels van een zorgvuldig onderzoek in blijken er mensen te zijn die tussen de brokstukken lopen te rotzooien met de persoonlijke en herkenbare bezittingen van slachtoffers."
We hadden allemaal gezien wat Rutte en Timmermans zagen. De foto van een man in uniform die het goud van het lichaam van één van onze slachtoffers rukte. Die andere foto met de zelfgenoegzame kop van een militair die grinnikend een knuffelkonijn ophield, als was het een jachttrofee. We zagen Twitterberichten met foto's van Nederlandse paspoorten en een dronken separatist die de OVSE en een groep journalisten de toegang tot de rampplek belette. We zagen gesjor aan lijkenzakken.
Misleidende foto's
Al de dag nadat Timmermans de VN had toegesproken, onthulden bloggers op YouTube dat die twee mannen misschien helemaal niet zulke boeven waren. De foto's waarover wij boos waren, bleken stills uit twee filmpjes. Op het eerste, van de man met het knuffelkonijn, zet hij in het volgende shot het knuffeldier neer, neemt zijn pet af en slaat een kruis, tranen in zijn ogen. Die man van de trouwring - 'tuig', zei Timmermans - doet een kleinood zorgvuldig in een doosje. "Het Westen heeft zonder de feiten te controleren misleidende foto's uit Oekraïense media overgenomen", stellen de Russen, die zeggen te weten dat de gewraakte foto's het eerst in Oekraïense kranten en websites stonden.
Net zoiets is er met de paspoorten. Ja, die hadden mensen thuis, in hun Oekraïense huis. Maar wat later nooit meer geopenbaard werd: ze legden ze terug. Michael Bociurkiw, de woordvoerder van de OVSE die vanaf 18 juli op de rampplek was, schrijft in een persoonlijk eindverslag op CNN: 'Toen we na een paar dagen op een plek terugkeerden, zagen we dat een stapel paspoorten was teruggelegd - kennelijk door een plunderaar die spijt had gekregen'. Blijft over de dronken separatist en het gezeul met lijkenzakken.
"Het lijkt er heel sterk op dat wat in het begin werd gezien als gezeul met lijken achteraf een zorgvuldige bergingsoperatie is geweest", zegt CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt, die samen met zijn collega Sjoerd Sjoerdsma van D66 aan Timmermans tientallen vragen over de afwikkeling van de ramp heeft gesteld.
Hoe kan het, willen zij weten, dat het tot drie weken na de ramp duurde eer Nederland ontdekte dat de aanvankelijke berging heel zorgvuldig was? Omtzigt: "Ze waren gaan zoeken naar lichamen op een plek waarvan ze wisten dat ze er veel zouden vinden. Ze vonden er bijna geen. Dat zal ze hebben verbaasd. Ik kan me zo voorstellen dat ze hebben doorgevraagd en zo ontdekten dat er een eerste berging was geweest. Toen hebben ze gevraagd naar het hoe en wat."
Pas de vijfde augustus hoorden de onderzoekers dat al meteen vanaf de eerste minuut honderden Oekraïense brandweerlieden, politiemensen, mijnwerkers en mensen van het ministerie van binnenlandse zaken hadden gezocht naar lichamen. Dat het rampenteam systematisch binnen vier dagen een gebied van 140 vierkante kilometer wist uit te kammen en in totaal 192 lichamen en 87 lichaamsdelen veiligstelde.
800 vrijwilligers
Gek eigenlijk, zeggen Omtzigt en Sjoerdsma, dat dat drie weken moest duren, het was genoegzaam bekend. De Nederlandse ambassadeur Kees Klompenhouwer was namelijk zelf op 20 juli in Kiev aanwezig en hoorde in levenden lijve vicepresident Volodomir Groisman vertellen over de bergingswerkzaamheden. Tweehonderd man van de nationale rampendienst werken met 800 vrijwilligers, zei Groisman toen.
Achteraf bleek dus hoe grondig ze dat deden. Een lokale brandweercommandant vertelde vorige week aan 'RTL Nieuws' dat het rampgebied was verdeeld in zeven zones, die systematisch werden uitgekamd. Dat ze op kaarten bijhielden wat ze waar vonden. Was het moeilijk terrein, dan doorzochten ze het drie of vier keer, steeds in rijen lopend, met een onderlinge afstand van 80 centimeter.
Zorgvuldig documenteerden ze staat en vindplaats van de lichamen en voegden ze eventuele documenten of sieraden bij. Alle gegevens werden, gewikkeld in een chirurgenhandschoen, bij de lichamen in de zakken gedaan. "Separatisten waren er ook", zei de brandweerman. "Die bemoeiden zich eigenlijk niet met ons. Zij deden hun ding, wij het onze."
De Nederlandse politie had er weinig interesse voor getoond. Pas nadat RTL de brandweercommandant had bezocht, vroeg een vertegenwoordiger de logboeken en de gedetailleerde kaarten van de operatie op. Maar daarmee is waarschijnlijk nog niet alles boven tafel. Omtzigt: "Ook de separatisten zeggen dat ze een reddingsoperatie hebben gehouden."
Dat zou nog wel eens nieuw licht kunnen werpen op de dronken separatist, die op 18 juli de waarnemers van de OVSE wegjoeg. Zeker is: hoe meer er bekend wordt, hoe minder er veroordeeld wordt. Nu zegt de regering, op 4 september: "Een groot compliment is op zijn plaats. Er is goed werk gedaan door de betrokken partijen, waaronder gemeentehuizen, lokale politie en het Rode Kruis. Daar zijn we erg blij mee."
Was het een misverstand? Zijn we misleid? Hoe meer we weten, hoe meer vragen er rijzen. "Wanneer, en hoe, heeft u tussen 20 juli - toen de Oekraïense regering bekendmaakte dat er een lokale zoekactie werd uitgevoerd met 800 vrijwilligers - en 5 augustus - toen u gedetailleerde informatie over de zoekactie ontving- proberen te achterhalen wat de reikwijdte was van die zoekactie?" vroegen de Kamerleden Pieter Omtzigt van het CDA en Sjoerd Sjoerdsma van D66 de regering vorige week. En ze hebben nog meer vragen.
"Het zal nog wel even doorvragen vergen voor we overal antwoord op krijgen", zegt Omtzigt.