Museumnachten mikken vooral op jonge bezoekers
Voor een zacht prijsje kan je tijdens de Museumnacht in de late uurtjes door musea slenteren, beetje kletsen, wijntje in de hand. Zaterdag is de Amsterdamse Museumnacht, de Rotterdamse evenknie hief zichzelf deze week op, om in 2015 in een nieuwe vorm terug te keren.
Al acht jaar op rij is de Museumnacht Amsterdam uitverkocht. De nachtexcursie in de hoofdstad trekt jaarlijks ruim dertigduizend kunstwandelaars. Daarmee is het de populairste nacht. In Leiden, Delft en Den Haag werden eerder dit jaar al soortgelijke nachten gehouden.
Rotterdam laat dit jaar verstek gaan. Deze week trokken zes grote Rotterdamse musea, waaronder Boijmans van Beuningen en de Kunsthal, zich terug uit de Museumnacht. Ze vonden de investering (volgens een woordvoerder 20.000 euro per museum) niet opwegen tegen de opbrengst. Zonder hen durfde de organisatie het niet aan en de Stichting Museumnacht hief zichzelf op.
Gisteren bleek dat Rotterdam volgend jaar wél weer van de partij zal zijn. Boijmansdirecteur Sjarel Ex maakte bekend dat de culturele instellingen in de stad op 7 maart 2015 open zijn, met een paar aanpassingen. Zo zal de toegang gratis zijn (in plaats van 15 euro) en eindigt de nacht in Rotterdam al om elf uur 's avonds, mede vanwege de hoge kosten van de beveiliging.
Musea betalen de openstelling grotendeel uit eigen zak. Vaak worden de nachten opgeleukt met 'special-guests' zoals beroemde artiesten, dj's of kunstenaars. In Amsterdam krijgen de deelnemende instellingen een financiële bijdrage van N8. Deze organisatie verdient via de kaartverkoop en de sponsorwerving, er komt geen subsidie aan te pas. Het geld van N8 gaat voornamelijk op aan campagnevoering.
Het Anne Frank Huis verwacht dit jaar zo'n vierduizend euro uit te geven en hoopt aan het eind van de rit kostendekkend te zijn. Het CBK-museum, in de voormalige Oostergasfabriek te Amsterdam, verwacht zo'n vijf à zevenduizend euro uit te geven. "Verschillende partners betalen mee. We hopen op gelijke inkomsten en uitgaven door middel van een kunstveiling en het bargeld". Het Rijksmuseum "mikt erop ongeveer quitte te spelen".
Maar de musea willen vast meer dan quitte spelen. Levert het ze ook iets op?
De Amsterdamse Museumnacht richt zich vooral op jongeren. En die komen dan ook: 76 procent van de bezoekers in de Museumnacht is tussen de 18 en 35 jaar. Caroline Vos van organisator N8: "Mensen die normaal gesproken niet een museum binnenlopen, doen dat wel in de Museumnacht." Uit publieksonderzoek blijkt dat 60 procent van de jongeren bovendien een positiever beeld van musea krijgt, en 68 procent geeft aan dat de nacht de aanzet is tot meer.
Is dat de kracht van de nacht? Vos: "Er zit een groot sociaal aspect aan de nacht. Bezoekers kunnen, naast het bekijken van de musea en de kunst, een wijntje drinken en bijkletsen. Overdag is er vaak geen tijd om musea te bezoeken. Veel jongeren vinden dat het wat heeft om 's nachts in een museum te lopen. Het is spannend. Op school krijg je kunsteducatie, maar daarna verwatert het contact met kunst vaak.
Musea zien dat er een 'gat' ontstaat", vertelt Vos. Het Anne Frank Huis, het CBK-museum en het Rijksmuseum zeggen 'niets liever te willen' dan in dat gat te duiken. "Jongeren vormen een groep potentiële museumbezoekers die we anders moeilijk bereiken. De Museumnacht is daar de uitgelezen kans voor."
De vraag is of de investering opweegt tegen de opbrengst, hoewel quitte spelen al mooi is
undefined
