Muis 'ideale gastheer' voor teken met ziekte van Lyme
Teken die zich eerst gevoed hebben op muizen blijken het meeste kans te hebben om ziekte van Lyme over te dragen. Bovendien zorgen ze via de muis regelmatig voor extra infecties zoals babesiose en anaplasmose.
Kleinde knaagdieren zoals muizen blijken de ideale gastheren voor dergelijke ziekteverwekkers, zo vonden de onderzoekers. Zij publiceerden hun studie erover op de wetenschapswebsite PlosOne.
De ziekte van Lyme is een infectieziekte die wordt overgedragen door de beet van een besmette teek. Wie besmet raakt, lijdt vaak ook aan andere door teken overgedragen aandoeningen. Die kunnen alleen als co-infectie bij Lyme optreden. De aanwezigheid van veel kleine knaagdieren kan het risico op Lyme en co-ziekten dus doen toenemen, zo blijkt uit de studie.
Zitten en wachten
Hoofdauteur Richard S. Ostfeld bestudeert de knaagdieren al sinds 1992. Hij doet onderzoek naar ecosystemen in Amerika, en zag in de onderzoeken een patroon ontstaan. "Teken die zich gevoed hadden op knaagdieren zoals muizen en spitsmuizen, maakten veel meer kans om meerdere ziekteverwekkers op te doen en zo de omgeving risicovoller te maken voor mensen."
Ostfeld onderzocht hoe het komt dat zoogdieren verschillen in de potentie om ziekteverwekkers door te geven aan teken. Het onderzoeksteam testte negen zoogdieren waarvan ze wisten dat ze lyme konden dragen.
De onderzoekers keken naar de aanwezigheid van de zoogdieren in de natuur. Omdat teken parasieten zijn die 'zitten en wachten' is de kans groter dat ze in aanraking komen met zoogdieren met een snelle levenscyclus die dus op grote schaal aanwezig zijn. Dit gegeven zorgt er op zijn beurt ook voor dat de ziekteverwekkers sneller evolueren en meer effectief worden.
Weinig weerstand, goede gastheer
Een snelle levenscyclus bleek na onderzoek een sterke voorspeller van de mogelijkheid van het dier om infecties aan teken door te geven. Muizen en spitsmuizen bleken daarbij een schaalvoordeel te hebben op herten, stinkdieren of eekhoorns.
"Deze resultaten komen overeen met eerder onderzoek naar Lyme, maar ook met onder meer het West-Nijlvirus", zegt Ostfeld. "Het bewijst dat dieren die vroeg rijpen en regelmatig grote nesten hebben, minder investeren in het immuunsysteem waardoor ze een betere gastheer zijn voor ziekteverwekkers."